Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
actueel

'Ik zal mijn kinderen afraden naar de UvA te gaan'

Bob van Toor,
9 december 2015 - 14:01

Dinsdag nodigde ReThink UvA de academische gemeenschap uit voor een Maagdenhuisdebat. Het thema, de verhouding tussen onderwijs en onderzoek, is onderwerp van twee position papers waarin ReThink de problemen van UvA-personeel aan de kaak stelt. Het leidde tot een heftige discussie: ‘Het is niet te verantwoorden, ook niet aan de belastingbetaler.’

Moderator Janneke Wesseling, Lector Kunst Theorie en Praktijk aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag, leidde het debat in met een herinnering aan de Nationale Wetenschapsagenda. Zij was één van de wetenschappers die zich inzette voor de selectie van onderwerpen, maar moest met lede ogen toezien hoe het proces steeds onoverzichtelijker en politieker werd.

 

Promovendus neurowetenschap Sicco de Knecht viel haar bij, evenals de overige leden van het vijfkoppige panel dat de twee position papers zou gaan becommentariëren. Veel kritiek richtte zich op de groeiende laag van administratieve en organisatorische taken binnen de universiteit. ‘Binnen het onderzoek is vaak een duidelijk carrièrepad,’ stelde VU-docent Wetenschapsfilosofie Pim Klaassen, ‘wel met een hoog lemming-gehalte – er donderen er onderweg veel van de klif af. Dan krijgen mensen onderwijs- en organisatietaken.’ Hoogleraar filmwetenschap Patricia Pisters sprak over het ‘sluipende proces’ waarmee maatregelen ten bate van docenten langzaam politieke, controlerende instrumenten worden; ‘vermomde manipulatie, en dat zie ik op alle fronten.’

 

Te veel technocratische aandacht

‘Er is niet te weinig aandacht voor onderwijs, maar juist te veel, technocratische aandacht,’ observeerde Markus Stauff, docent bij Mediastudies en één van de auteurs van de position papers. ‘Neem de BKODe BKO is de Basis Kwalificatie Onderwijs, een certificaat dat docenten moeten halen om bevoegd te zijn onderwijs te geven.: voorheen was elke docent automatisch examinator, nu moet een docent die kwalificatie halen en wordt achteraf bevoegdheid voor het al gegeven onderwijs toegekend. Dan wordt gesteld dat in 2007 negenhonderd docenten gekwalificeerd waren, en in 2011 al 2300: zo’n keurmerk wordt geïntroduceerd om hogere cijfers te kunnen laten zien, niet om onderwijs te verbeteren, laat staan aantrekkelijker te maken.’

‘Er zijn tegenwoordig maar liefst drie onderwijsdirecteuren, en wel zes opleidingsdirecteuren’

Er werden aldus weinig gaten geschoten in de position papers – al zou Klaassen graag zien dat studenten meer te zeggen krijgen over wat ze zouden willen leren. ‘Daarbij zou toch mooi zijn als een universiteit, midden in een enorm diverse stad, die stad beter wist te bedienen.’ Hoogleraar Algemene Rechtsleer Marc de Wilde, vertelde tenslotte hoe op zijn faculteit slechts 27 procent van de 14 miljoen euro die jaarlijks voor onderwijs wordt uitgetrokken daadwerkelijk naar docenten gaat – ‘de rest is huisvesting, maar vooral onderwijsondersteuning. Er zijn tegenwoordig maar liefst drie onderwijsdirecteuren, en wel zes opleidingsdirecteuren. Ik zal mijn kinderen afraden naar de UvA te gaan – het is niet te verantwoorden, ook niet aan de belastingbetaler.’  

 

Zoals vaker bij de Maagdenhuisdebatten was voorbeelden van problemen bedenken makkelijker dan oplossingen aandragen; en verzandde het debat soms in zijwegen. Vooral omdat iedereen het in grote lijnen eens was - afgezien van informaticadocent Hans Dekkers, die echter voornamelijk tegenvoorbeelden aandroeg van zijn eigen, succesvolle, opleiding.

 

De apenrots

Terwijl Dymph van den Boom en Karen Maex vanuit de kantoren van het Maagdenhuis vlug langs de debatruimte naar de uitgang slopen, werd daarbinnen consensus gevonden: iemands onderzoek en diens onderwijs versterken elkaar. Daarbij kent de UvA een ‘apenrots-effect’ - de neiging personeel dat in de hiërarchie stijgt, steeds meer van onderwijs weg te houden ten bate van onderzoek en administratieve taken. ‘Aan Harvard is de regel dat hoogleraren eerstejaars lesgeven, zodat aankomende studenten met de beste onderzoekers in aanraking komen,’ zei Guy Geltner, één van de Rethink UvA-coryfeeën die een groot deel van de twee dozijn aanwezigen uitmaakten. ‘Iemands kwaliteiten moeten bepalen hoeveel onderwijs hij geeft, niet zijn positie.’   

 

Een interessant dilemma werd te elfder ure vanuit het publiek opgeworpen. Een docent schetste een gedachtenexperiment: ‘onderwijs parasiteert op onderzoek. Wat als je als docent eens zegt: sorry, mijn college vervalt morgen, want ik heb dit paper nog niet af. Daar zitten evengoed heel harde deadlines aan; waarom niet eens een kritische houden aannemen en een college laten schieten, om het later in te halen?’ Het stuitte op veel weerstand van docenten. ‘Ik ga deze strijd niet uitvechten over de rug van mijn studenten,’ zei filosofiedocent Gijs van Donselaar. Daarop protesteerden de handvol studenten in zaal: juist die beschermende opstelling van docenten houdt de student ook buiten het debat, zei Lianne Schmidt, studentlid van het CvB.

 

Maar een zeurende docent is de minst inspirerende docent, stelden vele aanwezigen. Toch was het niet makkelijk om met oplossingen te komen. ‘Vaker nee zeggen tegen verzoeken waar je niet aan kunt voldoen,’ zei Pisters. ‘Meer experimenteerruimte’, werd geopperd. ‘Het is een moeilijke vraag,’ peinsde een docente. ‘Omdat het probleem in internationale context overal speelt. En omdat we roofbouw op onze gezondheid en privélevens plegen, waardoor de kwaliteit van het onderwijs er niet onder leidt, en het probleem goeddeels onzichtbaar blijft.’ Ze besloot de ReThink-bijeenkomst passend – ‘er zit weinig anders op dan protesteren.’