Medezeggenschap UvA niet akkoord met begrotingsplannen
De medezeggenschap van de UvA gaat vooralsnog niet instemmen met de kaderbrief voor 2018. Daarin staan de hoofdlijnen van de begroting voor volgend jaar. Er is volgens de centrale studentenraad en de centrale ondernemingsraad te weinig informatie voorhanden en de raden gaan niet akkoord met het voorstel om alleen over de kaderbrief en niet over de daadwerkelijke begroting te stemmen.
De gezamenlijke vergadering (gv) van de centrale ondernemingsraad en de centrale studentenraad heeft in een brief aan het CvB gezegd ‘niet akkoord’ te gaan met het voorstel van het UvA-bestuur om geen instemming meer te vragen voor de volledige begroting, maar alleen op de zogenoemde kaderbrief die aan de begroting voorafgaat. De gv is daarover zeer teleurgesteld, vooral omdat dit, schrijft de gv, ‘zonder inhoudelijk vooroverleg’ is gebeurd. En dat terwijl er net een cultuur ‘van wederzijds vertrouwen en uitgebreid overleg’ in gang was gezet, vervolgt zij.
Hoofdlijnen
De concept-Kaderbrief 2018 is begin juni aan de hele academische gemeenschap online voorgelegd ter consultatie. Aanmerkingen konden tot en met afgelopen maandag worden ingediend. De bedoeling is dat de rekenmeesters van de UvA op basis hiervan de definitieve kaderbrief – een pak papier van zo’n zeventig pagina’s – opstellen en die ter instemming voorleggen aan de studentenraad en ondernemingsraad. Zodra die instemming er is wordt dan de begroting opgesteld, waarop de gv wettelijk instemmingsrecht heeft, althans op hoofdlijnen.
Vorig jaar ontstond veel gedoe en vertraging over de Begroting 2017 omdat er twee instemmingsrondes aan voorafgingen: eerst voor de kaderbrief en daarna voor de begroting. Beide rondes verliepen bijzonder moeizaam. Instemming met die begroting werd immers door de medezeggenschap gezien als fiat voor de bètasamenwerking tussen UvA en VU. Toen men met de begroting instemde was 2017 al drie maanden oud.
Blanco cheque
Het bestuur wilde het daarom anders doen: er zou geen instemming meer komen op begroting, maar alleen op de kaderbrief en dat is tegen het zere been van de medezeggenschap. Die moet nu oordelen over financiële plannen waar volgens haar veel onzekerheden in zitten. ‘Er staan in de kaderbrief nog weinig definitieve concrete cijfers, de vaststelling vindt pas plaats in de begroting,’ schrijft de gv. Zij vervolgt: ‘Met het vervallen van het instemmingsrecht bij het begrotingsboek vervalt dus ook het instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting voor de onderwerpen die nog onzeker zijn, wat ingaat tegen de wet. Instemmen met de kaderbrief zonder instemmingsrecht op de begroting ziet de gv als een blanco cheque, die zij niet wenst te geven.’
Ingewikkeld
In een eerste reactie op de brief van de gv zegt UvA-bestuurslid Kees van Ast dat er wel degelijk overleg is geweest met de medezeggenschap over de Kaderbrief 2018 en de eraan gekoppelde instemming. Van Ast: ‘We hebben hierover gesproken en ik heb in dat gesprek ook toegelicht waarom wij dit voorstellen. Het is een poging helder af te spreken wat de hoofdlijnen van de begroting zijn en de vertraging die de afgelopen jaren in december ontstond te voorkomen. De kaderbrief bevat de hoofdlijnen van de begroting, de begroting zelf volgt daaruit,’ vindt Van Ast.
‘Op dit moment wordt er twee keer instemming gevraagd: eerst op de kaderbrief, daarna op de begroting,’ vertelt Van Ast. ‘Dat laatste is dus aan het eind van de rit, als de hoofdlijnen al eerder met elkaar zijn vastgelegd. Dat is voor de organisatie ingewikkeld. Die heeft eerder in het jaar behoefte aan duidelijkheid. Vandaar dit voorstel. Het is jammer dat de gv dat anders ziet. We hebben inderdaad – en dat deel ik met de gv - de afgelopen periode goed samengewerkt en veel overlegd. Dat zet ik graag voort.’
Van Ast en de gv overleggen op 7 juli verder.
