Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Martijn Gijsbertsen
actueel

Dilan Yurdakul: ‘Mijn studie is een soort tussenstap’

Bart Lichtenveldt,
15 januari 2017 - 10:38

Ze was net aan een tweede studie begonnen, toen Dilan Yurdakul een rol kreeg in Goede tijden, slechte tijden. Miljoenen Nederlanders herkennen haar nu op straat, in colleges werd ze soms met een schuin oog aangekeken. ‘Ik werd aangegaapt: “je was toch gewoon student? What happened?”’. Yurdakul neemt acteren én studeren serieus – al mag die scriptie nu wel eens af.

Als iemand met recht ‘druk’ kan antwoorden op de vraag ‘Hoe is het?’ dan is het wel UvA-student Dilan Yurdakul (25). Twee studies tegelijk doen – Duits en Europese studies – is al ijverig, maar ze combineert het sinds 2012 met haar rol als Aysen Baydar in ‘s lands bekendste soap. Daarnaast speelt ze in theatervoorstellingen en produceert ze de solovoorstelling Carmen, bekend van de opera. ‘Maar het is van oorsprong niet geschreven als opera!’, benadrukt ze, en wijst erop dat het juist de opera is die gebaseerd is op de gelijknamige novelle van de Franse schrijver Prosper Mérimee.

 

Wie denkt dat Yurdakul inmiddels wel twee agenda’s vol heeft: ze geeft ‘voor de afwisseling’ tweemaal per week groepssportlessen, ‘voornamelijk bodypump en bootcamps’. Omdat ze zich nu vooral bezighoudt met haar rol in de theatervoorstelling Sneeuw van NTGent, is haar karakter in GTST even op vakantie en heeft zij zelf voor het eerst sinds tijden ook een beetje rust. Na acht weken van repeteren staat Yurdakul drie maanden lang, vier avonden per week op het toneel.

 

Hoe is het om met Sneeuw één duidelijke prioriteit te hebben?

‘Dat bevalt goed. Je hebt een lange adem nodig voor zo’n theatervoorstelling, een andere concentratie dan bij de soap. Goede Tijden wordt altijd vrij snel opgenomen: “Staat erop, volgende!” Focussen op een theatervoorstelling, die eerst moet groeien en pruttelen voordat het echt iets is, dat is fijn.’

‘Ik ben Duits gaan studeren om daarna in Duitsland toneel te maken. Kunst speelt daar een veel grotere rol dan in Nederland’

Want je studie heb je inmiddels bijna afgerond, toch?

‘Ik moet voor beide studies nog de scriptie schrijven. Ik wil er echt vanaf. Ik was al aan een van de twee begonnen toen Goede Tijden voorbij kwam, en het viel niet te combineren. Als je twee bachelorstudies doet, hoef je eigenlijk maar één scriptie te schrijven, maar ik wil ze graag allebei doen.’

 

Klinkt ambitieus.

‘Ja, laat ik er eerst maar één schrijven. Ik heb nu alle tijd van de wereld, dus ik kan het als ik in de flow zit wel in drie weken afronden.’

 

Je weet dat voor de meeste scripties een aantal maanden wordt uitgetrokken?

‘Ik ken mensen die het in drie weken deden.’

 

Waarom eigenlijk Duits, van alle talen?

‘Ik ben Duits gaan studeren om daarna in Duitsland toneel te maken. Dat is eigenlijk wat ik nog steeds het liefst zou willen. De algemene literatuurkennis en -liefde is daar zo groot. Kunst speelt een veel grotere rol in Duitsland dan in Nederland; als een van de weinige landen heeft Duitsland toen de crisis uitbrak juist meer geld in cultuur gepompt.’

 

Hoe is het om als student van een wetenschappelijke opleiding de soapwereld in te gaan?

‘Het was best wel een dingetje dat ik ineens in Goede Tijden speelde. Op de universiteit gingen mensen anders naar me kijken. Zat ik daar in college en werd ik aangegaapt: “Je was toch gewoon student? What happened?

Daarbij was het heel anders dan de dingen die ik tot dan toe gedaan had; ik kwam van de UvA en ik deed toneel, geen soaps. Voor colleges moesten we veel lezen, waar ik sowieso ontzettend van hou, maar het leerde me vooral analytisch te zijn. Dat kan ik nog steeds goed gebruiken bij mijn werk, want of je nu moet acteren in een soap of toneel moet spelen, het is allemaal met tekst.

Als je een stuk speelt uit 1700, moet je volgens mijn visie wel weten wat er in die tijd belangrijk was. Je hoeft niet exact te spelen zoals men zich destijds gedroeg, maar wel in je achterhoofd hebben hoe mensen met elkaar omgingen, hoe de verhoudingen waren. Dat doet al heel wat met je. Wat betreft die visie – zo zuiver mogelijk spelen – was ik best wel een betweter toen ik in de soap begon, want ik dacht: “Ik ben niet soap.” Dat wil je niet zijn. En dat terwijl ik zelf naar GTST was gegaan, dus het was een vorm van arrogantie. Ik moest mezelf iets eigen maken waarvan ik niet vond dat het bij mij paste, terwijl je heel goed diepgang kan vinden in het acteren voor een soap.’

Foto: Martijn Gijsbertsen

Hoe dan?

‘Acteren in GTST wordt nog steeds heel erg onderschat. Bij de manier van vertellen moet je je gewoon neerleggen, die is nu eenmaal snel en oppervlakkig. Je kunt binnen dat kader nog altijd diepgang vinden. In het begin heb ik dat genegeerd, en dat was best erg. Dat ik niet een bepaalde blik wilde maken voor de camera, omdat ik dacht: “Dit is alleen buitenkant.” Als ik die emotie van die blik niet voel, dan blijft het zo oppervlakkig.’

 

Zie je verschil met hoe collega’s dit ervaren?

‘Ze hebben verschillende motieven om in de serie te gaan spelen. Het is net een familie: iedereen heeft andere drijfveren en interesses. Als ik met iemand speel die er hetzelfde in staat als ik, dan ontstaat er vuurwerk. Maar er spelen ook mensen in die eigenlijk aan het acteren zijn met heel andere redenen, met andere dingen in het achterhoofd. Dat is prima, maar vroeger baalde ik daar wel van. Dat niet iedereen het puur voor het spelen deed, maar meer voor bekendheid of iets dergelijks. Voor het geld hoef je het niet te doen.’

 

Nee? Vertel eens?

‘Het is niet armzalig, maar mensen denken vaak dat je, als je op tv bent, bakken met geld verdient. Het eerste jaar heb ik voor vijf werkdagen het minimumloon verdiend. Dat vind ik best weinig voor wat je ervoor inlevert. Want je kan er niks naast doen, moet de opnamedagen vrijhouden en je levert een deel van jezelf in: je wordt voortaan herkend op straat en veel mensen willen wat van je.’

Bij Goede Tijden dachten ze: “Dit is nu toch je werk?” Terwijl ze bij de UvA zoiets hadden van: “Wat kan ons het schelen wat je buiten je studie doet?”’

Was je studie met GTST te combineren?

‘Heel lastig. Vooral als Goede Tijden overlapte met colleges. Dan heb ik het nog niet eens over colleges met aanwezigheidsplicht of over tentamens. Werkroosters kunnen niet altijd worden aangepast. Beide kanten snapten ook niks van mijn verplichtingen. Bij Goede Tijden dachten ze: “Dit is nu toch je werk?” Terwijl ze bij de UvA zoiets hadden van: “Wat kan ons het schelen wat je buiten je studie doet?”’

 

In de serie speelt Yurdakul politieagent Aysen Baydar. Haar personage had in het begin vooral een opvliegend karakter en was – alhoewel ze bij de politie werkt – niet zo van de regels; Baydar had zelfs al vrij snel bloed aan haar handen. Sinds 2015 heeft Yurdakuls personage door het vinden van een nieuwe liefde ook een lievere, menselijkere kant. Niet langer speelt Yurdakul de ‘ijskoningin’, en dat vindt ze fijn. Nederlanders met een Turkse achtergrond wordt nog te vaak een verhaal gegeven op basis van bijvoorbeeld eerwraak, zegt ze.

 

Wikipedia vertelt dat jouw karakter in GTST is geïntroduceerd omdat er meer diversiteit nodig was.

‘Ja, klopt. Ik had het geluk dat ik de kans kreeg om dat tekort in de serie op te vullen. Je ziet nog veel te weinig diversiteit op de Nederlandse televisie. Mensen beginnen zich anno 2016 pas af te vragen: “Waar zijn al die mensen?” Ik vind het in dat opzicht niet erg dat ik door mijn afkomst de serie ben binnengekomen, maar ik vind het wél erg dat het nog steeds niet vanzelfsprekend is dat er meer verschillende etniciteiten op de Nederlandse tv te zien zijn.’

‘Ik ben een van de weinige mensen met een Turkse achtergrond op tv, daar moet ik me wel bewust van zijn en dat niet zomaar wegschuiven’

Is dat iets wat vooral in Nederland speelt?

‘Ik vind wel dat vooral Nederland daarin achterloopt, ja. Als je bijvoorbeeld naar de kunstsector kijkt, dan zie je dat het enige wat werkt nostalgische musicals zijn: Ciske de Rat, Soldaat van Oranje. Hetzelfde geldt voor televisieseries; Als de dijken breken heb je nu. Daar zit dan toevallig wel één Turk in, maar dat is puur omdat er nu een bewustzijn is dat dit moet. Ik heb me daar heel lang druk om gemaakt, maar dat doe ik niet meer.’

Foto: Martijn Gijsbertsen

Waarom niet?           

‘Ik heb ooit een interview over mijn afkomst en alles daaromheen gegeven voor de Volkskrant, en naar aanleiding daarvan werd er een discussieavond in De Balie georganiseerd. En daar zag ik weer duidelijk hoe mensen blijven hangen in oude denkpatronen. Dan heb je eindelijk een gesprek over het probleem en zeggen ze iets als: “Maar het gaat toch juist heel goed met gelijkheid, want jullie dit en jullie dat en jullie...” En dan denk ik: “Nee. Wiíj!” Dat is nog steeds niet één. Maar ja, als jij als spierwitte Hollander naar Turkije zou gaan, word je ook niet zo makkelijk burgemeester. Daar doe je vrij weinig aan. En ik wil ook niet zeuren.’

 

Vind je het vervelend dat dit onderwerp nu ook ter sprake komt?

‘Nee, ik had niet anders verwacht. Het is een nogal geil onderwerp op het moment. Ik bepaal zelf wat ik er wel of niet over zeg, maar om er niets over te zeggen... Ik ben een van de weinige mensen met een Turkse achtergrond op tv, daar moet ik me wel bewust van zijn en dat niet zomaar wegschuiven. Op een bepaalde manier heb ik misschien de weg geplaveid voor anderen. Zeuren dat er steeds vragen worden gesteld over mijn afkomst en hoe dat is in de tv-wereld lost ook niks op; aan de andere kant draagt erover blijven praten ook bij aan de instandhouding van de problemen. Het is heel lastig om hier iets zinnigs over te zeggen, snap je?’

 

Je kunt het niet negeren; je bent een voorbeeldfiguur geworden.

‘Het is niet dat ik dat wíl zijn, maar ik ben het. Dat moet ik ook respecteren, alhoewel ik het niet zo uitdraag. Op sociale media val ik nog mee.’

‘Ik vind het heel frappant dat zoveel studenten totaal niet wereldwijs zijn’

De Dilan Yurdakul-fanpagina op Facebook is actiever dan je persoonlijke Facebookpagina.

‘Ja, ik wil eigenlijk alles afschaffen – Facebook, Instagram – maar dat gaat niet, want dan gaan mensen in mijn naam dingen posten. Dat gebeurt nu al: ik heb juist mijn eigen pagina weer nieuw leven ingeblazen omdat ik mails kreeg van mensen die zeiden dat ik op Facebook rare berichtjes stuurde, terwijl ik dat helemaal niet was.’

 

Welk advies zou je willen meegeven aan UvA- en HvA-studenten?

‘Ik vind het heel frappant dat zoveel studenten totaal niet wereldwijs zijn. Ze studeren, weten behoorlijk wat en denken genoeg, maar ik pleit ervoor dat vooral UvA-studenten zich meer in de praktijk storten. Probeer aansluiting te vinden bij je studie, en anders ga je maar voor iets wat je erg stom lijkt waardoor je alsnog ervaring opdoet. Als er nu een baan vrijkomt en een UvA- en HvA-student daarop solliciteren, krijgt de HvA-student vaker de baan dan de UvA-student, puur vanwege de ervaring.’

 

Niet iedereen kan iets naast zijn of haar studie doen.

‘Misschien niet, maar als je het wil redden tegenwoordig, moet je wel. Alleen al een studentenkamer kost een vermogen voor wat je ervoor krijgt. Ikzelf heb me altijd met van alles bezig gehouden, en dat werkt gewoon hartstikke goed.’

 

Heb je ooit de knoop doorgehakt om alleen te acteren?

‘Nee. Ik heb het altijd half-half gedaan. Ik vond Duits en Europese studies oprecht leuk en interessant, maar stiekem wist ik wel wat ik wilde. De studie was een soort tussenstap om daarna naar de toneelschool te gaan. Eigenlijk is het altijd al het plan geweest om vol voor theater te gaan, maar vanuit mijn omgeving, ook van mijn ouders, kwam het advies: “Ga nu maar eerst even je bachelor doen.”’

 

Vind je dat zonde?

‘Niet per se, want ik heb er wel veel aan gehad. Iets meer motivatie richting de toneelschool was fijn geweest, maar dat is achteraf praten. Grappig eigenlijk, dat je aan het einde merkt dat de passie het toch altijd weer wint.’

 

Dilan Yurdakul is nog tot 11 februari in verschillende theaters in Nederland en Vlaanderen te zien in Sneeuw van NTGent.

Lees meer over