Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Martijn Gijsbertsen
actueel

Deze HvA-student vond haar leven zo absurd dat ze er een boek over schreef

Carlijn Schepers,
21 december 2016 - 10:11

Ze gelooft zelf soms amper dat het is gebeurd. HvA-student Noëlle van Deventer (23) plande een wereldreis, maar moest in plaats daarvan een half jaar revalideren na een scooterongeluk op vrijdag de 13e. Toen ze na daarna alsnog naar Thailand vertrok, kreeg ze knokkelkoorts door een beet van een tijgermug. Haar leven verliep zo absurd dat ze besloot er een boek over te schrijven: Engel in de mist.

De vliegtickets zijn geboekt, de reis van een half jaar door Zuidoost-Azië is uitgestippeld, backpackbenodigdheden zijn ingeslagen en er staat genoeg geld op de spaarrekening. De destijds twintigjarige Noëlle is er helemaal klaar voor: een half jaar de wereld intrekken met haar vriend. De tassen zijn nog nét niet gepakt als ze een scooterongeluk krijgt dat haar reisplannen in een klap wegvaagt. Op vrijdag de dertiende, ook dat nog.

‘Ik reed op een ochtend in december met mijn scooter over een boerenlandweg tussen Nieuwkoop en Alphen aan den Rijn. Het was mistig. Door de witte mistvlagen had ik niet eens acht meter zicht. Toen gebeurde het.’ Van het ongeluk weet Noëlle niets meer. Niet dat ze iets moet uitwijken voor een groepje fietsende schoolkinderen. Niet het witte bestelbusje dat op volle snelheid op haar afkomt. En niet de harde klap als ze er frontaal op botst en twaalf meter verder op het asfalt smakt.

De traumahelikopter wordt gebeld. Maar die kan niet landen door de dichte mist. Dus de traumachirurg komt naar de ambulance gereden om haar daarin te behandelen. ‘De ambulancebroeders, zo hoorde ik later, dachten dat ik het niet zou redden.’ Ze zitten er niet ver naast. Noëlle ligt vier dagen in coma. Zelf kan ze het zich allemaal niet herinneren, maar volgens haar zusje keek ze heel boos toen ze bijkwam. ‘Precies zo boos als de keren dat we ruzie hadden, vertelde ze later. En ook dat ze tegen me zei dat ik boos mocht zijn. Dat ze het begreep. Ik krijg gelijk weer tranen in m’n ogen nu ik het navertel.’

Kasplantje
Waar haar woede bij het wakker worden vandaan komt, weet Noëlle ook niet. ‘Toen ik echt bijkwam, was ik heel gelaten. Ik liet alles over me heenkomen. Niets deed me iets; de onderzoekjes, de bloedafnames, de testen. Terwijl ik daarvoor doodsbang was voor prikken. Ik was een soort kasplantje geworden.’ Haar ouders maken zich zorgen: zal hun dochter ooit nog haar pit en karakter terugkrijgen? ‘Later was ik juist overdreven positief en vrolijk. Ik dacht alleen maar aan mijn familie: als zíj hier maar geen trauma aan zouden overhouden. Totdat mijn ouders er zelfs gek van werden.’

‘Een half jaar reizen werd een half jaar revalideren’

Noëlle denkt achteraf dat haar emoties verstoord waren door het hersenletsel. ‘Maar goed dat ik nog zo jong was. Op latere leeftijd had de hersenbloeding veel meer schade kunnen aanrichten en problemen op de langere termijn kunnen veroorzaken.’ Noëlle heeft haar been op drie plekken gebroken en ook haar heup, si-gewricht, pols en nekwervels zijn gebroken. En ze heeft dus een hersenbloeding gehad. Van de intensive care gaat ze naar de medium care, dan naar de trauma-afdeling en uiteindelijk naar een revalidatiecentrum. Daar hoort ze dat ze zeker twee jaar moet revalideren, waarvan een half jaar in een ziekenhuisbed met intensieve zorg. ‘Ik schrok daar best van. Wat moet ik al die tijd gaan doen? Dus besloot ik een boek te gaan schrijven.’

Als ze later haar eerste zinnen terugleest, blijken ze heel krom. ‘Ik schreef in jip-en-janneketaal. Het was duidelijk dat het in mijn hoofd nog niet helemaal goed zat.’ Gelukkig houdt haar zusje in die periode ook een uitgebreid dagboek bij. Met behulp daarvan kan ze haar eigen verhaal reconstrueren.

In het revalidatiecentrum is er rust en regelmaat, dus heeft Noëlle alle tijd voor haar boek. ‘Het is net een bejaardentehuis. Meestal ben je wat ouder als je een hersenbloeding krijgt, dus ik was de jongste op mijn afdeling.’ Ze ontmoet er bijzondere mensen, met bijzondere aandoeningen. Zoals een vrouw van 48 met een vleesetende bacterie. Ze krijgen een hechte vriendschap. Het voordeel van Noëlles geplande reis is dat ze nu geen school mist. ‘Een half jaar reizen werd een half jaar revalideren.’

Tijgermug
Maar Noëlles verhaal stopt niet in het revalidatiecentrum. Als ze na een half jaar voldoende is hersteld, besluit ze alsnog een deel van haar geplande wereldreis te maken. Samen met haar vriend vertrekt ze voor zes weken naar Thailand. Maar alsof het noodlot haar nog niet genoeg getroffen heeft, wordt ze daar gebeten door een besmette tijgermug. ‘Ik kreeg opeens hoge koorts, dus we dachten aan een voedselvergiftiging. Dat zou wel overgaan met antibiotica. Maar na vijf dagen voelde ik me alleen maar slechter en kreeg ik allemaal rode vlekken.’

 

Als in een déjà vu wordt Noëlle de volgende dag door haar vriend in een rolstoel het ziekenhuis in gerold. Ze is te zwak om zelf te lopen. Daar blijkt dat ze knokkelkoorts heeft. ‘Ik liep iets op waarvan de kans dat je het krijgt vijf procent is. We waren echt radeloos. Hoe bizar is het dat mij dit overkomt na alles wat ik al heb meegemaakt? Mijn vriend wist ook écht niet hoe hij dit mijn ouders moest vertellen.’ Ze besluiten het te verzwijgen. Vanuit het ziekenhuisraam maken ze een foto: ‘Kijk pap en mam, wat een mooi uitzicht we hebben vanuit ons hostel!’

Foto: Martijn Gijsbertsen

Dan is er ook nog eens een tolk die Noëlle in gebrekkig Engels vertelt dat ze door knokkelkoorts inwendige bloedingen kan krijgen. Ze schrikt zich kapot. ‘Dit kan niet waar zijn, dacht ik. Ik heb er net een gehad!’ Gelukkig gebeurt dat niet en na acht dagen ziekenhuis mag ze weer verder reizen. Pas als ze weer thuis zijn, vertellen ze het Noëlles ouders. ‘Ze waren heel boos, vonden het sowieso al een slecht idee dat ik naar Thailand ging nadat ik net weer een beetje aangesterkt was. “Maar goed dat je dit niet hebt verteld,” zeiden ze. M’n vader had me sowieso opgehaald.’

Roman
Door de gebeurtenissen in Thailand beseft Noëlle dat haar boek steeds meer een echte roman of thriller wordt. Ze besluit haar verhaal te gebruiken als basis voor een fictief boek en dit ook daadwerkelijk uit te geven. Maar zo ver is ze nog niet. Eerst begint ze aan de opleiding media, informatie en communicatie aan de HvA. ‘Ik vond het best heftig weer te beginnen aan een opleiding, dus het schrijven kwam op een laag pitje. Toch bleef ik doorschrijven, vooral in de trein naar huis.’

Ze noemt het boek Engel in de mist. ‘Het is voor negentig procent waargebeurd. Alleen de ontknoping heb ik verzonnen. Ook de dialogen hebben bijna allemaal letterlijk plaatsgevonden. In het halve jaar na het ongeluk heb ik mijn ouders er constant vragen over gesteld. Ze vervloekten me echt, want daardoor moesten ze het steeds herbeleven. Wat een heks ben ik eigenlijk dat ik ze dat heb aangedaan. Maar m’n ambities een boek te schrijven waren zó groot.’

Zelf vindt ze het niet zo zwaar om te schrijven over het ongeluk en de tijd erna. Het ongeluk zelf kan ze zich immers niet meer voor de geest halen. ‘Het is uit mijn geheugen gewist. Wat ook wel fijn is, want daardoor heb ik nu geen trauma in het verkeer.’ Eigenlijk kan ze door het boek juist afstand nemen van de gebeurtenissen. ‘Het voelt bijna alsof een meisje in een dorp verderop dit bizarre verhaal is overkomen. Soms kan ik nog steeds niet geloven dat ik dit allemaal heb meegemaakt.’

‘Ik was na het ongeluk jaloers op het leven dat ik ervoor had’

Zielig meisje
Het is nog niet zo simpel om een boek uit te geven, merkt Noëlle als ze zich gaat verdiepen in de uitgeverswereld. ‘Samen met een professional heb ik twintig uitgevers aangeschreven. Van de meesten kreeg ik een standaard afwijzingsmail. Tja, ik ben geen BN’er, dus dan is het niet zo interessant.’ Twee uitgevers tonen wel interesse, maar na een gesprek blijken ook zij niet bij haar te passen. ‘De ene kon niet de juiste doelgroep bereiken, de andere wilde mij het liefst huilend bij RTL Late Night aan tafel hebben.’ Dat wil ze niet; ze wil niet bekendstaan als een zielig meisje. ‘Mijn boodschap is juist dat ik kracht heb gehaald uit het revalideren. Ik wil mensen in vergelijkbare situaties inspireren om door te gaan.’

Daarom besluit Noëlle het boek in eigen beheer uit te geven. Dat moment is nu aangebroken, precies drie jaar nadat haar leven zo op zijn kop werd gezet. Lange tijd voelde ze zich onzeker na het ongeluk. ‘Ik voelde me alleen nog maar een patiënt. Ik ging net zo lekker: ik acteerde in een Carry Slee-film en een Honig-reclame, ik was ambitieus, en ineens was dat voorbij. Ik was na het ongeluk jaloers op het leven dat ik ervoor had. Ik vroeg me af of ik ooit weer helemaal mezelf zou worden.’

Nu haar boek er is, kan ze de laatste drie jaren van haar leven afsluiten en breekt er een nieuwe periode aan. Natuurlijk zijn er nog de littekens, de pennen van haar enkel tot haar heup – ‘ik ben een soort wolverine’ – de zwakke spieren en haar hersenen die soms niet te veel prikkels aankunnen, maar ze voelt zich eindelijk weer de oude. ‘Ik besef nu dat er eigenlijk niet zoveel veranderd is: het studeren lukt me nog, ik heb nog steeds dezelfde vriend en vrienden, ik pak het acteren weer op en ik zit weer lekker in m’n vel.’

Die positieve boodschap wil ze haar lezers ook meegeven. ‘Soms lijkt het alsof je zoveel overkomt dat je het niet aankunt. Maar ik wil laten zien dat je dan ook de kracht kunt vinden er sterker uit te komen.’

Kijk voor meer informatie over Noëlle en haar boek op haar website of bestel Engel in de mist hier.