Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Science Advances
wetenschap

Walvisachtigen duiken dieper in jacht op parende inktvissen

Dirk Wolthekker,
9 april 2021 - 12:50

Veel walvisachtigen jagen honderden meters diep op inktvissen die ze ook enkele tientallen meters onder het zeeoppervlak kunnen vinden. Onderzoekers stonden voor een raadsel: waarom al die moeite? Een internationaal team met UvA-biologen vond het antwoord.

Veel walvisachtigen jagen specifiek in de diepzee. Ze kiezen ervoor om enkele honderden meters tot kilometers diep te jagen op inktvissen. Maar na elke duik moeten ze ook weer naar de oppervlakte terugkeren. ‘De opbrengst van de prooi moet aanzienlijk zijn om deze heen- en terugreis rendabel te maken. We weten doorgaans nauwelijks iets over welke inktvissoorten op welke waterdiepte voorkomen,’ zegt Fleur Visser, onderzoeker bij het Ibed en het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). Dat weten de onderzoekers nu wel, nadat ze onderzoek deden op de Azoren.

‘Sensoren die beide walvissoorten tijdelijk bij zich droegen tijdens het duiken, registreerden gegevens over de diepte van de duik en de geluiden die ze maakten’

Echolocatie

De onderzoekers volgden grijze dolfijnen (Risso’s) en zogenoemde spitssnuitdolfijnen van Cuvier. ‘Sensoren die beide walvissoorten tijdelijk bij zich droegen tijdens het duiken, registreerden gegevens over de diepte van de duik en de geluiden die ze maken tijdens het duiken. De dieren jagen met behulp van geluid, door middel van echolocatie. De dieren maken een specifiek geluid als ze een prooi proberen te vangen,’ zegt Visser. ‘Zo weten we op welke diepten zij hun prooi pakken.’ De Cuvier-dolfijnen jaagden tot wel drie keer zo diep als de Risso’s en op de zeebodem, zo bleek.

 

Toch bleek dat de inktvisgemeenschappen niet sterk verschilden tussen de jachtzones van de twee walvissoorten, ook al jaagden de spitssnuitdolfijnen van Cuvier veel dieper. ‘Beide roofdieren hebben toegang tot een vergelijkbare selectie van inktvissoorten,’ zegt Visser, ‘en we weten ook dat deze deel uitmaken van hun dieet. Het is dus waarschijnlijk dat beide roofdieren op dezelfde prooidieren jagen, maar op heel verschillende diepten.’ Risso’s vingen prooien tussen 12 en 623 meter diepte. De spitssnuitdolfijnen van Cuvier vingen prooien op een diepte van tussen de 800 en 1.700 meter diepte.

 

Voortplanting

Dat de twee walvissoorten op verschillende zeediepten toch een vergelijkbare maaltijd kunnen verorberen wordt volgens de onderzoekers mogelijk veroorzaakt door de unieke voortplantingscyclus van inktvissen. Om de kans op een succesvolle voortplanting te vergroten, trekken veel inktvissoorten naar diepere wateren wanneer ze volwassen zijn, om te paren en te broeden, een strategie om roofdieren te vermijden.

 

De onderzoekers vermoeden dat de Cuvier-dolfijnen dat echter ook weten, en daarom opzettelijk zo diep duiken. Daar zouden zich namelijk enkel volwassen inktvissen bevinden, die voedzamer zijn dan jongere soortgenoten. Bovendien zouden voortplantende inktvissen een gemakkelijkere prooi zijn.

 

De onderzoekers hebben hun bevindingen inmiddels gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science Advances.