Peter Rijpkema, hoogleraar algemene rechtsleer aan de UvA, heeft in een leerboek op onzorgvuldige wijze grote delen van een ander boek overgenomen. Dat oordeelt het College van Bestuur op advies van een integriteitscommissie, zo meldt
NRC Handelsblad. In Rijpkema’s boek
Inleiding in de rechtswetenschap komen grote delen voor die letterlijk zijn overgenomen uit een eerder verschenen handboek. Van plagiaat is volgens het CvB echter geen sprake. Wel maakt zij melding van een ‘onzorgvuldige auteursvermelding’.
Handboek
Bij zijn aantreden als hoogleraar in 2010 besloot Rijpkema in overleg met zijn leerstoelgroep geen gebruik te maken van het reeds bestaande handboek
Recht, een introductie, maar nieuwe literatuur samen te stellen
. Aanvankelijk was het plan een reader te maken met nieuwe stof. Toen de materie echter dermate omvangrijk bleek te zijn, werd ervoor gekozen een heel nieuw handboek uit te geven. Dat handboek, met daarin grote delen uit het reeds bestaande boek, werd in samenwerking met collega’s samengesteld. Rijpkema heeft voor het gebruik van de teksten toestemming gevraagd aan de uitgever en verkregen.
Die toestemming van de uitgever is echter onvoldoende, oordeelt de integriteitscommissie van de VSNU nu. Hun geanonimiseerde uitspraak is
terug te lezen op de website van de Vereniging van Nederlandse Universiteiten. Volgens de commissie had Rijpkema moeten beseffen dat de uitgever niet de bevoegdheid heeft toestemming voor het gebruik van de teksten te verlenen. Overleg met de auteurs om hun toestemming te verkrijgen was noodzakelijk geweest.
Bovendien oordeelt de commissie dat Rijpkema onvoldoende heeft vermeld dat hij in het handboek slechts bijdragen van anderen redactioneel heeft ingekort. In het boek staat onder de kop ‘Verantwoording’ vermeld dat voortgebouwd werd ‘op het werk van velen’. Dat is volgens de commissie onvoldoende duidelijk. Op het titelblad staat bovendien slechts Rijpkema’s naam vermeld, met daaronder het woord ‘redactie’. Ook hier had de hoogleraar volgens de commissie duidelijker moeten zijn in wie er aan het boek hebben bijgedragen.
Reacties
Rijpkema laat in een reactie weten dat hij niets heeft verzwegen en slechts geprobeerd heeft ‘zorgvuldig te handelen’. Hij geeft wel toe dat hij altijd ‘nog netter en vollediger’ had kunnen zijn. Zo meldt hij dat ‘de verantwoording in de eerste druk beknopter dan wenselijk was.'
Voormalig president van de KNAW en expert in wetenschappelijke integriteit Pieter Drenth zegt in een reactie dat Rijpkema ‘pronkt met andermans veren’. Volgens Drenth is er sprake van ‘intellectuele zelfverrijking’ en neigt Rijpkema’s handelswijze naar ‘onaanvaardbaar gedrag.’
Rechtendecaan Edgar du Perron zegt in een reactie: ‘Er is volgens de commissie geen sprake van plagiaat, maar uitsluitend van onzorgvuldig handelen. Dat is zowel voor de faculteit als voor Rijpkema beschadigend. Het boek in kwestie wordt al niet meer gebruikt en Rijpkema functioneert als docent heel goed. Dat heb ik ook van studenten altijd vernomen. Blijft staan dat dit een ongelukkige kwestie is. Wat mij betreft blijft hij docent en als hoogleraar is hij niet zo beschadigd dat hij hier niet meer overheen kan komen. Maar hij zal wel moeten bewijzen dat dit eenmalig was.’