Door de hoge temperaturen van de maand juni kleurt de Grote Plas in Delft weer groen van de blauwalg. UvA-ecoloog Dedmer van de Waal, werkzaam aan het Instituut van Biodiversiteit en Ecosysteem-dynamica (IBED), onderzoekt met behulp van meetboeien wat er allemaal nog meer meespeelt in de groei van blauwalgen. ‘We verwachten dat door klimaatverandering de blauwalgenoverlast de komende jaren alleen maar zal toenemen.’
‘Kijk, daar zie je blauwalgen drijven,’ zegt Dedmer van de Waal. De UvA-hoogleraar aquatische functionele ecologie, tevens senior onderzoeker bij het Nederlands Instituut voor Ecologie, wijst naar de zijkant van de Grote Plas in de Delftse Hout, een stadsdeel van Delft dat hoofdzakelijk bestaat uit een plas, bos en ander groen. ‘Je herkent blauwalg aan het groenblauwe, olieachtige laagje dat boven op het water drijft. Ook op de vloedlijn spoelt het aan. De wind blaast de algen naar de luwe plekken, daar hoopt het op.’
Blauwalgen zijn, anders dan de naam doet vermoeden, geen algen of wieren: het zijn bacteriën. Blauwalgen zetten koolstofdioxide met behulp van zonlicht en voedingstoffen zoals stikstof en fosfaat om in nieuwe cellen en zuurstof. De combinatie van voedingsstoffen en warme temperaturen kan een groeispurt (bloei) van blauwalg veroorzaken. Niet alle blauwalgen zijn giftig, maar dat kun je met het blote oog niet zien. Je herkent blauwalg aan een groen of blauwgroen, olieachtig laagje dat op het water drijft.
Dit jaar verscheen blauwalg al vroeg in de Delftse recreatieplassen, net als in recente warme jaren, terwijl historisch de blauwalg pas in juli of augustus sterk opkomt. In het zwemseizoen van 1 mei tot 1 oktober komt het waterschap iedere twee weken of hooguit wekelijks de concentratie blauwalgen in de plas meten.
Aan de hand daarvan brengen de waterschappen een zwemadvies uit. Ieder jaar krijgt ongeveer een derde – soms zelfs de helft – van de zwemwaterlocaties in Nederland een waarschuwingsbord voor blauwalg of een negatief zwemadvies. Ook neemt het aantal meldingen van blauwalg de afgelopen tien jaar fors toe.
Code geel
Op het bord bij de Grote Plas staat een waarschuwing voor blauwalg: ‘Code geel. Kans op huidirritatie en maag-/darmklachten.’ Zwemmen is niet verboden in deze plas en ook Van de Waal zou er nog wel het water ingaan. ‘Maar dikke drijflagen blauwalg moet je vermijden. En was je handen na het zwemmen en neem een douche zodra het kan.’
Van de Waal onderzoekt niet alleen of er blauwalg in de plas is, maar wil ook begrijpen wat de groei veroorzaakt en of de soort giftig is. Hij onderzoekt het hele ecosysteem van recreatieplassen om de concurrentiestrijd in het water, waarvan blauwalg een onderdeel is, beter te begrijpen. Dat doet hij niet alleen bij de Grote Plas in de Delftse Hout, maar ook bij de Veerplas in Haarlem, en het Braassemermeer bij Roelofarendsveen. ‘Mijn filosofie is dat als we het echt begrijpen, we dat begrip ook kunnen omzetten naar een voorspelling en een betere bestrijding.’
Meetboei
Omdat een wekelijkse meting niet heel vaak is in het leven van een microbe, ligt er sinds het begin van het zwemseizoen dan ook een meetboei in de Grote Plas, die om de tien minuten een meting uitvoert.
De meetboei meet niet alleen hoeveel blauwalg aanwezig is, maar ook andere factoren zoals zuurstof, de zuurtegraad en de watertemperatuur. Daarnaast komt een UvA-promovendus elke week een monster nemen. Aan de hand van die monsters zal aan het eind van het zwemseizoen in het lab bepaald worden of de blauwalgen in de Grote Plas ook giftig zijn.
Giftige soorten kunnen samenkomen in een drijflaag, die kan aanspoelen op het strand. Deze groene, verfachtige drab kan een risico zijn, vooral voor kinderen en honden die ermee spelen of het opeten. Dat kan vooral misselijkheid en diaree veroorzaken, maar er zijn ook gevaarlijkere blauwalgensoorten die gifstoffen aanmaken die het zenuwstelsel beïnvloeden.
(Lees verder onder de afbeelding.)
Klimaatverandering
Door klimaatverandering zal de kans op blauwalgenoverlast de komende jaren alleen maar toenemen. Blauwalgen vermenigvuldigen zich snel in warm water met veel voedingsstoffen zoals stikstof en fosfaat. De landbouw is de grootste bron van stikstof en fosfaat in het oppervlaktewater. ‘Hoe wij het land inrichten, heeft dus ook gevolgen voor blauwalgen in de recreatieplassen.’
Het stabiele weer van afgelopen juni – droge, windstille dagen met hoge temperaturen – vormde de ideale omstandigheden voor blauwalgen, juist wanneer dat af en toe wordt afgewisseld met een heftige zomerstorm, zoals storm Poly begin juli. Voedingsstoffen uit omliggende landbouwgronden spoelen dan uit en komen in het oppervlaktewater.
Bestrijding
De beste bestrijding van blauwalg is volgens Van de Waal om te voorkomen dat stikstof en fosfaat uit de landbouw uitvloeit naar het oppervlaktewater. Daarnaast kunnen voedingsstoffen worden weggevangen. ‘Dan is de vraag: hoeveel voedingsstoffen moeten we wegvangen en in welke verhoudingen.’
Ook hoopt Van de Waal te ontdekken waarom blauwalgen in de ene plas floreert, terwijl het niet groeit in een vergelijkbare plas. ‘Als je alleen metingen uitvoert in plassen mét blauwalg, kun je allerlei trends ontdekken, maar uiteindelijk ben ik geïnteresseerd in de omstandigheden die ervoor zorgen dat blauwalgen überhaupt hoge concentraties bereiken. Daarvoor gaan we volgend jaar het veldwerk uitbreiden en ook plassen bemonsteren die minder of geen overlast hebben van blauwalgen.’
Als stip op de horizon wil Van de Waal het onderzoeksgebied uitbreiden naar Europa. ‘Op die manier kunnen we over klimaatzones heen kijken naar de invloed van stikstof, fosfaat en temperatuur op blauwalg in meren in Europa. Maar dat staat nog in de kinderschoenen.’
Wat de inwoners van Delft aan zijn onderzoek zullen hebben? ‘Door een slimmere monitoring van blauwalgen, waarbij we frequentere metingen met meetboeien combineren met metingen van gifstoffen, kunnen we een beter zwemadvies uitbrengen. De verwachting is dat je met slimmere monitoring vaker zal kunnen zwemmen. Of dit het geval is voor de Grote Plas weten we aan het eind van dit jaar.’