Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Alexas_Fotos (cc, via Pixabay)
wetenschap

Rekenmethode van UvA’ers mogelijk snel in gebruik op plaats delict

Marleen Hoebe,
22 juni 2020 - 14:22

Het tijdstip van overlijden vaststellen op een plaats delict is belangrijk, maar tot dusver was daar nog geen accurate methode voor. Hoogleraar Maurice Aalders heeft met collega’s een methode ontwikkeld die wel nauwkeurig is. Hij hoopt dat die ook snel in het forensisch onderzoek kan worden toegepast. ‘We willen de methode straks in politieregio’s in de praktijk gaan testen. Daarna kan het worden uitgerold.’

Tot nu toe gebruiken forensische onderzoekers de methode van Henssge om het tijdstip van overlijden van een slachtoffer vast te stellen. Hierbij kijken ze naar de afkoeling van het stoffelijk overschot. ‘Daarvoor moeten ze een rectale meting doen,’ legt Maurice Aalders, hoogleraar forensische biofysica, uit. ‘Dat is invasief; het kan sporen van het onderzoek verpesten.’

 

De onderzoekers vergelijken de temperatuur van die meting met een tabel met vaste temperatuurwaardes op verschillende tijdstippen na overlijden. ‘De waardes in de tabel zijn gebaseerd op lichamen met een standaard postuur die in een standaard houding liggen. Het is mogelijk, middels correctiefactoren, het effect van veel, weinig of geen kleding in de berekeningen mee te nemen. Maar dan nog heeft het uiteindelijk vastgestelde tijdstip een speling van drie tot zeven uur. Met de methode van Henssge maak je dus een grove berekening.’

Foto: Jeroen Oerlemans (UvA)
Maurice Aalders

3D-lichaam

Aalders heeft in samenwerking met het Nederlands Forensisch Instituut en de Nederlandse politie een model gemaakt waarmee je wél nauwkeurig het tijdstip van overlijden kunt bepalen. Dit computermodel maakt een 3D-lichaam van het slachtoffer na. Aan de hand van natuurkundewetten berekent het model hoe lang het lichaam is afgekoeld.

 

Voordat je met het model aan de slag kunt gaan, moet je wel een aantal gegevens van het slachtoffer weten. ‘Zoals de maten van het lichaam, het postuur, de houding waarin diegene is gevonden en de lichaamstemperatuur,’ vertelt Aalders.

 

‘De maten kun je meten met een liniaal, maar het kan ook met fotogrammetrie. Daarmee maak je veel foto’s van alle kanten van het lichaam waardoor je de maten kunt bepalen. Voor het meten van de lichaamstemperatuur kun je sensoren gebruiken die je op vijf locaties aanbrengt: op de buik, de borst, het been, de arm en het voorhoofd. Of je gebruikt een thermische camera. Van een afstand kun je dan de temperatuur aflezen.’ Deze metingen zijn dus niet invasief. ‘Dat geeft een voordeel in de forensische praktijk, omdat je hiermee niet de sporen beïnvloedt,’ aldus Aalders.

 

Berekeningen aan de hand van natuurkundewetten

Met behulp van de maten kan het computermodel een 3D-lichaam maken. ‘Het is te ingewikkeld om aan de hand van natuurkundevergelijkingen direct te berekenen hoe een lichaam afkoelt.’ Bij kleinere stukjes lichaam kun je makkelijker berekeningen uitvoeren. Daarom verdeelt het model het lichaam en een deel van de omgeving in kleinere blokjes. ‘Je geeft steeds aan waaruit die blokjes bestaan,’ vertelt Aalders. Een blokje kan lichaamsweefsel zijn, maar ook steen, hout of beton – het materiaal van de grond waar een slachtoffer op kan liggen.

‘Bij alle testen die we tot nu toe hebben gedaan is onze methode nauwkeuriger dan de huidige methode’

Warmte verspreidt zich; het gaat van een warmere plek naar een koudere plek. Warmte kan dus van lichaamsweefsel naar de omgeving, zoals de grond of de lucht, gaan. En het kan zich ook verspreiden van het ene stukje lichaamsweefsel naar het andere stukje lichaamsweefsel.

 

‘Het model berekent, aan de hand van wetten van de thermodynamica, de hoeveelheid energie (warmte) die in een seconde van bijvoorbeeld een blokje weefsel naar een naastgelegen blokje grond of lucht gaat.’ Het model kan zo berekenen hoe het lichaam per tijdstip zou afkoelen.

 

‘Zo weet je voor ieder moment hoe hoog de temperatuur van elk element van het lichaam is. Je kunt zien wat er gebeurt qua straling, geleiding en convectieConvectie is de warmteoverdracht tussen een oppervlak en een gas of vloeistof.. Dat wordt dan vergeleken met de temperatuur van het lichaam op de plaats delict.’ Vervolgens kan het tijdstip van overlijden worden ingeschat.

 

Implementatie

Aalders en zijn collega’s hebben hun model getest op lichamen uit het mortuarium van het AMC, lichamen die gedoneerd zijn aan de wetenschap. ‘We hebben nu vijftien tot twintig lichamen getest en onze methode gevalideerd. Bij alle testen die we tot nu toe hebben gedaan is onze methode nauwkeuriger dan de huidige methode.’

 

Uiteindelijk willen Aalders en het Nederlands Forensisch Instituut de methode naar de plaats delict brengen. ‘Als de thuiszit-coronatijd klaar is, dan willen we het echt in politieregio’s in de praktijk gaan testen. Daarna kan het forensisch onderzoek de methode gaan gebruiken. Maar eerst bekijken we nu nog hoe de methode het beste past in het gehele onderzoek dat op een plaats delict gebeurt. We zijn in samenwerking met experts van plaatsen delict. Dat maakt de implementatie van de methode ook veel waarschijnlijker. Input uit de praktijk is heel belangrijk.’