Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: 1388843 (cc, via Pixabay)
wetenschap

Gedeelde smart is niet altijd halve smart, zegt deze promovendus

Laura ter Steege,
14 januari 2020 - 07:13

Wie zich slecht voelt kan daar maar beter over praten, want gedeelde smart is halve smart. Tenminste, dat wordt vaak gedacht. Volgens UvA-promovendus Lisanne Pauw vinden mensen het fijn om emoties te delen, maar of het ook daadwerkelijk helpt hangt af van de manier waarop de luisteraar reageert.

Heeft het nu zin om negatieve emoties met anderen te delen, of niet?

‘Het delen van emoties kan zeker zin hebben, maar wat je precies hebt aan het delen van jouw emoties hangt af van hoe de ander erop reageert. Luisteraars kunnen namelijk twee vormen van steun bieden: emotionele steun of cognitieve steun. Als een vriendin er bijvoorbeeld achter komt dat haar partner vreemdgaat dan kun je emotionele steun bieden door te zeggen: “Oh wat erg voor je, ik begrijp dat je heel verdrietig bent.” Dat schept tijdelijke verlichting en versterkt jullie vriendschap.

Daarnaast kan een luisteraar cognitieve steun bieden door proberen er op een andere manier naar te kijken en het in een groter perspectief te plaatsen. Dit kan bijvoorbeeld door te zeggen: “Misschien gaat hij nu vreemd omdat jullie relatie toch al niet zo goed ging.” Als dit lukt, dan voelen mensen zich niet alleen op de korte termijn, maar ook op de lange termijn veel beter.’

Foto: Privéarchief Lisanne Pauw

Is het geven van cognitieve steun dan dus de beste manier om een vriend te helpen?

‘Dat is niet altijd het geval, want mensen moeten open staan voor het ontvangen van cognitieve steun, anders heeft het geen zin. Om een vriend te kunnen helpen is het belangrijk om eerst echt te luisteren en bijvoorbeeld niet meteen een eigen ervaring te delen. Dan zou ik toch eerst emotionele steun aanbieden, zodat je duidelijk maakt dat iemands emoties er mogen zijn. Pas dan zou ik proberen om cognitieve steun te geven.’

 

Is er een verschil tussen mensen die boos zijn, verdriet hebben of bezorgd zijn?

‘Over het algemeen zie je dat emotionele steun eigenlijk altijd wordt gewaardeerd. Maar mensen die bezorgd zijn of ergens spijt van hebben, staan er eerder voor open om ook cognitieve steun te ontvangen. Als ze bijvoorbeeld bang zijn dat hun partner hen wil verlaten, dan is er nog veel onzeker en is cognitieve steun veel meer op zijn plaats. Mensen die boos zijn, zijn vaak heel zeker van hun eigen gelijk en staan er niet voor open om ergens op een andere manier naar te kijken.’

 

Hoe onderzoek je dit?

‘We hebben dit op verschillende manieren onderzocht. Zo hebben wij bijvoorbeeld aan mensen gevraagd om terug te denken aan een moment dat ze hun emoties deelden en wat voor steun zijzelf op dat moment prettig vonden. Daarnaast hebben wij deelnemers gevraagd om een emotionele ervaring te delen met een ander die daar op een natuurlijke manier op moest reageren. Het gemak waarmee veel mensen hun emoties deelden met vreemden verbaasde mij. Hiernaast hebben wij bijvoorbeeld aan mensen gevraagd om zich bepaalde scenario’s in te beelden of hun emoties voor een camera te delen.’

‘Om een vriend te kunnen helpen is het belangrijk om eerst echt te luisteren en bijvoorbeeld niet meteen een eigen ervaring te delen’

Heb je ook verschillen gevonden tussen mannen en vrouwen?

‘In mijn eigen studie heb ik niet echt grote verschillen gevonden tussen mannen en vrouwen. Wel zag ik dat vrouwen zeggen dat ze zelf meer emotionele steun geven, als je dat vergelijkt met wat mannen zeggen. Maar als je kijkt naar hun gedrag dan geven mannen en vrouwen net zo vaak emotionele steun.’

 

Je hebt ook gekeken naar steun van virtuele personen, helpt dat?

‘Sommige mensen vinden het heel lastig om emoties te delen met een ander en dan kan een virtueel persoon een uitkomst bieden. Onderzoek in Los Angeles heeft bijvoorbeeld aangetoond dat militairen met een posttraumatische-stressstoornis het lastig vinden om hun emoties te delen als hen gevraagd wordt om een formulier in te vullen, omdat ze weten dat een persoon dat zal lezen. Dat is waarschijnlijk omdat zij zich dan schamen voor hun klachten. Als de militairen met een virtueel persoon konden praten, dan voelden ze zich veel minder geremd en waren ze meer open over hun emoties.

Uit mijn eigen onderzoek blijkt dat mensen meer open staan om cognitieve steun te ontvangen van een virtueel persoon dan van een echte persoon, waarschijnlijk omdat ze verwachten dat virtuele personen zich toch niet kunnen inleven in hun gevoelens.’

 

Biedt dit een mogelijkheid voor toekomstige therapie?

‘Jazeker, al moet het niet als enige optie worden aangeboden. Maar de wachttijd voor psychologische hulp is in Nederland momenteel extreem lang – sommige mensen moeten maanden of zelfs jaren wachten. Voor deze mensen zou therapie met een virtueel persoon tijdelijk een uitkomst kunnen bieden, als aanvullend hulpmiddel. Het zal nog wel even duren voordat de technologie hier klaar voor is, maar ik heb er vertrouwen in dat dit in de toekomst mogelijk moet worden.’

 

Lisanne Pauw hoopt op vrijdag 17 januari om 12 uur te promoveren op haar proefschrift A Problem Shared is a Problem Halved? On the Dyadic Nature of Emotion Regulation. De plechtigheid vindt plaats in de Agnietenkapel en is vrij toegankelijk.