Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Still uit promovideo Stationslab
wetenschap

Studenten onderzoeken hoe je de weg vindt: ‘Mensen gebruiken steeds dezelfde strategie’

Marleen Hoebe,
10 oktober 2018 - 06:00

Achttien studenten psychobiologie stonden vorige week in hun witte jassen op Utrecht CS met hun stationslab. Daar deden ze onderzoek naar hoe reizigers hun weg vinden op het station. ‘De meeste mensen hebben niet door dat ze één strategie hebben die ze meerdere keren gebruiken.’

Het is niet de eerste keer dat UvA-studenten onderzoek doen in een stationslab. In 2017 werd er op Amsterdam CS onderzoek gedaan naar de wachtbeleving van reizigers. Nu stonden derdejaarsstudenten vier dagen lang op Utrecht CS om te onderzoeken hoe mensen hun weg vinden op het station. Hierbij werd ook gekeken naar welke rol het brein speelt. Folia ging langs in het lab.

‘Het is belangrijk dat mensen soepel hun weg kunnen vinden op het station,’ vertelt psychobiologiestudent Merel Schouten (20). ‘Op Utrecht Centraal is daar al goed over nagedacht. Eigenlijk bekijken wij nu of het zo goed is uitgepakt als bedacht, of dat er nog dingen anders kunnen. Het is niet zo dat we het station per se willen veranderen, maar misschien heeft de NS iets aan onze resultaten.’

 

Living lab

Tussen de perrons 18/19 en 20/21 is het stationslab te vinden, met aan de ene kant de stationstoiletten en aan de andere kant kledingwinkel America Today. Binnen en buiten het stationslab kunnen reizigers verschillende experimenten uitvoeren, zoals Stress-express, Bord voor je kop, De bovenkamer. Schouten: ‘Er zijn ook taakjes die je zo hebt afgerond, voor als je weer snel door moet. Het maakt verder niet uit of je Utrecht CS goed kent of juist helemaal niet. Dat nemen we gewoon mee in het onderzoek.’

Foto: UvA
Tonny Mulder

‘Alle toeters en bellen hebben de studenten zelf verzonnen,’ laat docent psychobiologie Tonny Mulder weten. ‘We hebben hier een living lab in samenwerking met het Weekend van de Wetenschap, prachtig mooi. De NS doet graag mee en heeft een bedrijf ingehuurd dat onze lab-ideeën heeft uitgewerkt. We konden zelf invulling geven aan bepaalde onderzoeksvragen die de NS voorstelde.’

 

Mysterieuze blauwe box

In het stationslab zijn verschillende tafels met computers aanwezig waarop proefpersonen taakjes kunnen uitvoeren. Op twee andere tafels staan twee mysterieuze blauwe boxen. ‘Deze boxen van een halve meter bij een halve meter moeten mini-kamers voorstellen,’ zegt Schouten. ‘De boxen bevatten vier wandjes, de muren van de kamers. Die wandjes worden er steeds één voor één uitgehaald, zodat de proefpersoon de binnenkant van de kamer steeds vanaf een andere kant ziet. In de kamer staat een mini-tafeltje met een paar rummikub-stenen. Proefpersonen moeten steeds op zoek gaan naar een bepaalde steen, bijvoorbeeld de blauwe 1. Die moeten ze steeds vanaf een andere hoek zoeken, omdat er telkens weer een andere muur van de kamer wordt weggehaald waardoor je een ander perspectief krijgt. Zo willen we onderzoeken welke strategie iemand gebruikt om de weg te vinden.’

 

Lees verder onder de afbeelding.

Foto: NS
Het stationslab op Utrecht CS met links de blauwe box
‘Mensen kunnen echt verbaasd zijn over dat ze tijdens het rondlopen steeds naar gezichten kijken’

Bij een ander experiment wordt bekeken wat de invloed van stress is op het onthouden van een bepaalde volgorde. ‘De stressfactor van dit experiment is dat je heel snel moet reageren,’ vertelt een UvA-student. ‘Je kunt het dan haast niet goed hebben.’ Op het computerscherm lichten steeds treintjes op, daarna moet je doorgeven in welke volgorde die treintjes oplichtten. Ook zonder stress blijkt dit taakje nog best lastig. Je wordt snel afgeleid. De bedrijvigheid op het station houdt namelijk nooit op; allerlei mededelingen worden op het station omgeroepen en steeds komen er mensen het lab binnenvallen omdat ze nieuwsgierig zijn.

 

Eyetracking

Buiten het lab krijgen proefpersonen verschillende opdrachten, zoals: ‘Ga naar perron 5’. Schouten: ‘Hierbij worden de oogbewegingen van de proefpersonen via een eyetrackingbril gemeten. Er wordt een video gemaakt van hun looproute waarin staat aangegeven welke objecten bekeken worden. Op deze manier kunnen we onderzoeken waar mensen op focussen om de goede weg te vinden. Sommigen kijken vooral naar de blauwe borden of juist meer naar de grond. Na hun opdracht kunnen de proefpersonen op de laptop zien waar ze steeds naar keken. Dat is soms best wel verrassend. Mensen kunnen echt verbaasd zijn over dat ze tijdens het rondlopen steeds naar gezichten kijken. Daarnaast hebben ze vaak niet door dat ze bijvoorbeeld één strategie hebben die ze meerdere keren gebruiken.’

 

‘Het is verder nog helemaal niet duidelijk wat er uit deze experimenten komt,’ vertelt Schouten. ‘Voor ons, als studenten, is het vooral een leuk experiment. En de meeste proefpersonen vinden het brein erg interessant.’