Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Jan de Beijer
wetenschap

UvA-archeologen presenteren uniek rapport over ontstaan van dorpen

Dirk Wolthekker,
15 maart 2018 - 10:52
Betreft
Deel op

Archeologisch onderzoek vindt vooral plaats als er nieuwe wijken worden gebouwd. Daarom is er in Nederland nog weinig onderzoek gedaan naar oude dorpskernen. UvA-archeologen hebben in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed de resultaten van ruim tien jaar archeologisch onderzoek over het ontstaan van dorpen in de Middeleeuwen gebundeld. Archeoloog Johan Verspay vertelt.

Tien jaar lang hebben de archeologen gewroet en gespit in de dorpsaarde van het Noord-Hollandse Limmen, van het Brabantse Someren en van de Gelderse dorpen Kerk- en Kapel-Avezaath en Warnsveld. De belangrijkste vraag daarbij was: hoe zijn deze dorpen in de Middeleeuwen ontstaan? Afgelopen maandag werd het onderzoeksresultaat gepresenteerd aan de Zutphense wethouder voor cultuur René Sueters (Burgerbelangen) die aan de digitale buurtkrant Lokaal Gelderland liet weten trots te zijn op de aanwezigheid van de UvA in het tot Zutphen behorende dorp Warnsveld.

Verspay met zijn onderzoeksrapport voor de Sint-Martinuskerk in Warnsveld

Archeologen Menno Dijkstra, Antoinette Huijbers, Heleen van Londen, Hans Renes, James Symonds en Johan Verspay werkten zich de afgelopen jaren door grote stapels opgravingsverslagen voor het project ‘Oogst voor Malta’, vernoemd naar het Verdrag van MaltaDat is een verdrag van de Raad van Europa waarin werd bepaald dat het Europees archeologisch erfgoed beter beschermd en geconserveerd moest worden. (1992). Johan Verspay: ‘Dit project was erop gericht om informatie die we verkregen hebben uit de talloze opgravingen die zijn verricht in Nederland samen te brengen tot nieuwe kennis over de ontstaansgeschiedenis van onze dorpen, een van de voornaamste thema’s binnen de Nationale Onderzoeksagenda Archeologie.’

 

Bij de presentatie maandag vertelde je dat oude dorpskernen veel minder goed zijn onderzocht dan (binnen)steden en het gebied rond steden. Waarom?

‘Dat heeft te maken met de manier waarop archeologisch onderzoek is georganiseerd. Archeologisch onderzoek is namelijk verknoopt met ruimtelijke ontwikkelingen, zeg maar nieuwbouw. Zodra ergens wordt gebouwd vindt er daaraan voorafgaand archeologisch onderzoek plaats. Maar in heel oude dorpskernen wordt niet gebouwd en dan blijft archeologisch onderzoek dus liggen.’

‘De ontstaansgeschiedenis van onze dorpen is voor een groot deel bepaald door lokale factoren en personen’

Waarom kozen jullie juist deze vier dorpen?

‘Om goed onderzoek te kunnen doen moesten de dorpen aan een aantal voorwaarden voldoen. Wil je iets over de archeologie van zulke dorpen zeggen, dan moet er al veel historisch-archeologische kennis over bestaan en daar moet ook een zekere continuïteit in zijn. Bovendien moet er een historisch-geografisch kader zijn waarbinnen je onderzoek kunt doen. Er moet al een gebiedsstudie van bestaan. Als je dat bij elkaar optelt, plus het feit dat de dorpen verspreid over Nederland moesten liggen, dan kom je bij deze dorpen uit.’

 

Van de vier dorpen bleek Warnsveld de beste casestudy voor jullie onderzoek. Waarom?

‘In de voorwaarden die ik net noemde loopt Warnsveld eigenlijk voorop in Nederland. De archeologische dienst van de gemeente Zutphen heeft het thema “dorpsvorming” al lang hoog op de agenda staan en in de gemeente is daarover ook veel kennis. Elke kleine waarneming die er wordt of is gedaan hoopt zodoende op tot een flinke hoeveelheid kennis. Ook onder de burgers is veel belangstelling voor de geschiedenis van de dorpen.’

 

Hebben jullie nog bijzondere dingen gevonden?

‘Enerzijds zijn we een beetje teleurgesteld over wat we kunnen doen met de resultaten van de tot dusver verrichtte opgravingen voor dit thema. Wel hebben we kunnen concluderen dat de ontstaansgeschiedenis van onze dorpen voor een groot deel is bepaald door lokale factoren en personen. Om die reden moeten we ons eerst verdiepen in de ontwikkeling van afzonderlijke dorpen voordat we tot meer algemene modellen kunnen komen. In indirecte zin hebben we echter juist veel geleerd, namelijk over de weg die we moeten afleggen om dit soort onderzoek te doen. We weten nu heel goed waar we staan en hoe we verder moeten.’

 

Zijn er nog meer Nederlandse dorpen die een bezoekje van jullie kunnen verwachten?

‘Jazeker. In het kader van het JPICH-programma hebben we zelfs een Europese aanvraag ingediend samen met Engelse, Poolse en Tsjechische wetenschappers. Met hen gaan we het thema van de dorpsvorming oppakken. We gaan dat doen op basis van community-archeologie, dus samen met de bewoners van de dorpen. In Nederland gaat het dan om dorpen in het Groene Woud tussen Den Bosch en Eindhoven: denk aan dorpen als Best, Boxtel en Liempde.’

 

Zie hier voor de berinchtgeving van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Lees meer over