Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
opinie

Godzilla: koning van alle monsters

Dan Hassler-Forest,
14 mei 2014 - 11:13
Deel op
In 1945 eindigde de Tweede Wereldoorlog voor Japan met de twee kernbommen die de VS op Hiroshima en Nagasaki liet vallen. De oorlog had al aan meer mensen het leven gekost dan alle eerdere conflicten uit de menselijke geschiedenis, maar dit wapen veranderde in één allesvernietigende klap werkelijk alles. Na dit staaltje technologisch machtsvertoon capituleerde Japan dan ook meteen onvoorwaardelijk en kwam er een abrupt einde aan het Japanse imperialisme. Negen jaar later verscheen de film Gojira, waarin deze recente gebeurtenissen op metaforische manier werden benaderd. Deze week gaat wereldwijd een nieuwe Amerikaanse versie van deze 'koning van alle monsters' in première.

Gojira was al vanaf het begin een wereldwijd succes. Een Amerikaanse versie van de film verscheen kort na de Japanse première onder de titel Godzilla: King of the Monsters! Hierin waren nieuwe scènes met blanke tv-acteur Raymond Burr toegevoegd om de rest van de film meer toegankelijk te maken voor een westers publiek. Deze versie was in Amerika en veel Europese landen een groot succes. Zowel de 28 (!) Japanse vervolgfilms als allerhande speelgoed, spin-offs, tekenfilms enz. begonnen er te circuleren. Veel kinderen groeiden in de jaren '60 en '70 dan ook op met Godzilla als hun eerste herkenbare filmmonster.



Het monster in de film is een torenhoge hagedis waarvan de originele naam een samensmelting is voor de Japanse woorden voor gorilla (gorira) en walvis (kujira). In de eerste film ontwaakt dit gigantische monster ten gevolge van atoomproeven die in de Stille Oceaan worden uitgevoerd, waarna hij korte metten maakt met verschillende Japanse steden. Als symbool voor de vernietigende kracht van kernwapens gaf Godzilla een fantastische vorm aan een recent historisch trauma, terwijl velen in het monster ook een belichaming zagen van een andere recent ontwaakte reus: de nieuwe wereldmacht Amerika.

Maar net als de vele monsterfilms die erop zouden volgen, is Godzilla meer dan alleen maar een verschrikking. Mede doordat hij traditioneel gespeeld werd door een man in een enorm kostuum dat door een miniatuurlandschap heenstapte, deed hij ook altijd sympathiek en menselijk aan. Bovendien verwoestte hij niet uit kwade wil, maar juist omdat hij door de menselijke hoogmoed uit zijn lange slaap was ontwaakt en vervolgens door hun wapenarsenaal werd bedreigd. De kijker kon zich daarom niet alleen identificeren met de slachtoffers, maar ook met het monster zelf.

In de Amerikaanse versie uit 1998 was deze identificatie echter ver te zoeken: het monster was daarin een technisch indrukwekkend maar volledig karakterloos spektakel. Maar in de wereld van 2014, waarin economische, ecologische en politieke crises elkaar in hoog tempo opvolgen, lijkt de tijd weer rijp voor een monsterfilm die uiting geeft aan onze gevoelens van onmacht en frustratie. In Godzilla van regisseur Gareth Edwards is het monster dan ook niet alleen de belichaming van de verschillende onvermijdelijke catastrofes die ons toekomstbeeld lijken te bepalen, maar ook een uiting van onze heimelijke wens om in reactie daarop eens flink tekeer te gaan. Zoals regisseur Edwards in zijn eerdere low-budgetfilm Monsters liet zien, kan hij op basis van documentairebeelden en minimale visuele effecten een volledig herkenbare en realistische wereld neerzetten. De kracht van deze nieuwe Godzillafilm zit dan ook vooral in het oog voor kleine details die de wereld van dit koninklijke monster toch griezelig geloofwaardig maken.