Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
opinie

Vaarwel, schijfjes!

Dan Hassler-Forest,
7 mei 2014 - 11:50
Deel op
Sinds de uitvinding van de grammofoonplaat in 1887 zijn we gewend om media te consumeren via mediadragers in de vorm van een platte draaischijven. Van 78-toerenplaten waar net een enkel liedje op paste tot LP's van bijna een uur en van floppy drives tot dvd's vol allerlei digitale inhoud: al ruim 120 jaar voeren schijfjes van allerlei formaten de boventoon als het gaat om mediadragers als consumentenartikel. Maar dit tijdperk lijkt nu op sterven na dood: vorige week berichtte Sony dat de winst van afgelopen jaar erg tegenviel, wat vooral te wijten zou zijn aan de tegenvallende verkoop van blu-ray, de meest recente mediadrager. Betekent de onstuitbare opmars van het downloaden nu dan voorgoed het einde van het schijfjestijdperk?

De allereerste grammofoonspelers, uitgevonden in 1877 door Thomas Alva Edison, waren bedoeld om telegraafberichten op te nemen en af te luisteren, en maakten nog helemaal geen gebruik van de zo herkenbare grammofoonplaten. Het systeem van Edison was opgebouwd rondom een cilindervormige koker waarin groeven werden aangebracht die geluidsgolven konden opnemen en afspelen. Platte schijven werden pas tien jaar later voor het eerst uitgeprobeerd en werden alleen de dominante vorm omdat deze gemakkelijker (en voor minder geld) in grote hoeveelheden gereproduceerd konden worden.

Pas vanaf de jaren '30 werd de grammofoonplaat in de meeste westerse landen een massaproduct. Platenspelers werden daarbij steeds vaker gecombineerd  met een radio-ontvanger, die tot op dat moment de grootste concurrent van de prille platenindustrie was geweest. Naarmate de geluidskwaliteit van grammofoonplaten beter werd, groeide deze markt steeds verder, en de opkomst van 'hi-fi-apparatuur' en stereo na de Tweede Wereldoorlog kreeg een enorme boost door de geboorte van rock 'n roll en een commerciële jeugdcultuur.



Floppy_disk_2009_G1Toen de pc in de jaren '80 in steeds meer huishoudens opdook, was ook hier het schijfje als mediadrager de standaard. De digitale generatie kent het waarschijnlijk alleen nog als het 'bewaar-icoon' in Word, Excel en andere standaarprogramma's, maar de floppydisc was jarenlang de enige manier om software op een computer te installeren, of met elkaar uit te wisselen. Het grote voordeel van de floppy was immers dat je er ook zelf iets op kon bewaren.

Intussen stapte ook de muziekindustrie over op een digitale drager: lp's en platenspelers maakten plaats voor veel compactere zilverkleurige schijfjes. De belofte aan de consument was opnieuw een betere kwaliteit, lagere schadegevoeligheid, en natuurlijk minder noodzakelijke kastruimte. De eerste twee beloftes werden door echte audiofielen nogal in twijfel getrokken, maar het grote publiek ging massaal overstag voor de cd. Het enorme voordeel voor de platenindustrie was dat cd's veel goedkoper waren om te produceren en verschepen dan de veel grotere en zwaardere vinylplaten, terwijl de consument er meer geld voor wilde betalen. Gouden tijden dus voor de producenten!



Met de introductie van de dvd (digital versatile disc) in 1995 maakte ook de video-industrie de overstap naar een volledig digitale drager. Voorheen waren er verschillende formaten videoband geweest (VHS, Betamax, V2000) voor de consumentenmarkt, maar deze waren kostbaar om te produceren en de beeldkwaliteit was matig. Door de lage productiekosten van dvd's konden films en series nu producten worden die een massapubliek bereikten, en in korte tijd werd de dvd agressief in de markt gezet. Steeds meer mensen werden dan ook amateurverzamelaar en hadden na verloop van tijd ergens in huis wel een rijtje dvd's staan, terwijl de ware cinefiel zich ziek kocht aan alle mogelijke 'special editions' vol documentaires, verwijderde scènes en andere extra's.

De volgende stap moest een schijfje worden met nóg betere beeld- en geluidskwaliteit, en daarom proberen grote mediabedrijven als Sony ons de laatste paar jaar blu-ray aan te smeren als de volgende fase in onze gezamenlijke schijfjesgeschiedenis. Maar de grote mediabedrijven lijken zich hieraan toch een beetje te hebben vertild: voor de gemiddelde consument is dvd-kwaliteit al ruimschoots voldoende, terwijl het (legaal en/of illegaal) downloaden van films en muziek niet alleen de muziekwinkels uit ons straatbeeld doet verdwijnen, maar ook het hele idee van vaste mediadragers achterhaald doet lijken. Leven we nu dan echt al bijna in een nieuw tijdperk waarin schijfjes van alle formaten voorgoed hebben afgedaan? Nog niet helemaal.

De grammofoonplaat bijvoorbeeld is al jaren bezig aan een flinke wederopstanding: elke zichzelf respecterende hipster heeft in de huiskamer allang een mooie pick-up staan, met daarbij vanzelfsprekend een indrukwekkende kast vol vintage lp's. In het digitale tijdperk, waarin media vooral via de ether en usb-stickjes gedeeld worden, ontstaat immers als vanzelf een nostalgie naar fysieke objecten die een geschiedenis met zich meedragen. Onze beleving van muziek, films, of andere media gaat eigenlijk ook niet alleen om de inhoud, maar daarnaast vooral om de context waarin we die inhoud een plek geven: herinneringen over waar, met wie en wanneer we iets voor het eerst hebben gekocht, hebben minder relevantie als er geen vaste fysieke mediadragers meer bestaan. Onze verzamelingen schijfjes zijn niet alleen dragers: ze vormen een persoonlijk archief dat ons eigen verleden mede in stand houdt.