Lucie Gooskens, voorzitter van de Centrale Studentenraad (CSR) van de UvA, plaatste afgelopen week in een optreden bij de Onderwijs Orakels nogal wat kanttekeningen bij de Nationale Studenten Enquête. Zij had het grootste gelijk van de wereld! Zij was dan ook vastberaden er een opinieartikel over te schrijven, wat bij de CSR wordt gezien als een grote daad van verzet. Ik pleit liever voor een oproep aan alle studenten om deze enquête in de toekomst niet meer in te vullen.
Bij de UvA zijn de opkomstcijfers voor de NSE al dramatisch laag: Vorig jaar was dat zo’n 25 procent. Dat is onder het landelijk gemiddelde van 33 procent, wat ook al niet overtuigend hoog is. Rector Dymph van den Boom probeerde dit jaar daarom dan ook studenten te verleiden de enquête in te vullen door iPhones, iPads en aan 12.000 euro boekenbonnen te verloten.
De NSE wordt voor universiteiten en hogescholen gezien als de heilige graal als het gaat om het meten van de onderwijskwaliteit. Zij denken dat als er iets mis gaat dit makkelijk terug te kunnen zien in de resultaten van deze enquête. Deze opvatting is vooral ingegeven door onwetendheid en bestuurlijke luiheid.
Gooskens betoogde terecht dat de vraagstelling van de NSE ervoor zorgt dat er een smakeloze eenheidsworst wordt gecreëerd, omdat instellingen zich door een mal van vragen moet persen. Uitgerekend dit aspect staat volgens mij op gespannen voet met de profileringsagenda van het ministerie. Dat wil namelijk dat iedere instelling zijn eigen profiel kiest en de daarbij passende opleidingen aanbiedt. Daarmee neemt de diversiteit in het landelijke aanbod aanzienlijk toe, waardoor vergelijken van instellingen steeds onzinniger gaat worden.
Daarom roep ik dan ook alle studenten op om volgend jaar niet meer de NSE in te vullen. En als straks in juni de resultaten bekend worden gemaakt moet er geen enkele waarde worden gehecht aan de uitkomsten. Bestuurders van de HvA en UvA moeten zorgen voor een kwaliteitscultuur waarin het open gesprek gevoerd wordt tussen student en instelling over onderwijskwaliteit. Al het andere is ‘scorebordbesturen’, dat met de werkelijkheid maar weinig van doen heeft.
Bij de UvA zijn de opkomstcijfers voor de NSE al dramatisch laag: Vorig jaar was dat zo’n 25 procent. Dat is onder het landelijk gemiddelde van 33 procent, wat ook al niet overtuigend hoog is. Rector Dymph van den Boom probeerde dit jaar daarom dan ook studenten te verleiden de enquête in te vullen door iPhones, iPads en aan 12.000 euro boekenbonnen te verloten.
De NSE wordt voor universiteiten en hogescholen gezien als de heilige graal als het gaat om het meten van de onderwijskwaliteit. Zij denken dat als er iets mis gaat dit makkelijk terug te kunnen zien in de resultaten van deze enquête. Deze opvatting is vooral ingegeven door onwetendheid en bestuurlijke luiheid.
Gooskens betoogde terecht dat de vraagstelling van de NSE ervoor zorgt dat er een smakeloze eenheidsworst wordt gecreëerd, omdat instellingen zich door een mal van vragen moet persen. Uitgerekend dit aspect staat volgens mij op gespannen voet met de profileringsagenda van het ministerie. Dat wil namelijk dat iedere instelling zijn eigen profiel kiest en de daarbij passende opleidingen aanbiedt. Daarmee neemt de diversiteit in het landelijke aanbod aanzienlijk toe, waardoor vergelijken van instellingen steeds onzinniger gaat worden.
Daarom roep ik dan ook alle studenten op om volgend jaar niet meer de NSE in te vullen. En als straks in juni de resultaten bekend worden gemaakt moet er geen enkele waarde worden gehecht aan de uitkomsten. Bestuurders van de HvA en UvA moeten zorgen voor een kwaliteitscultuur waarin het open gesprek gevoerd wordt tussen student en instelling over onderwijskwaliteit. Al het andere is ‘scorebordbesturen’, dat met de werkelijkheid maar weinig van doen heeft.
