Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sara Kerklaan
opinie

Keet Winter | Weg met gortdroge academische teksten

Keet Winter,
3 februari 2023 - 10:29
Betreft
Deel op

Voor het eerste academische essay dat ik schreef kreeg ik van mijn docent een punt aftrek omdat ik in de titel een woordgrap had gemaakt. Dit voldeed volgens hem niet aan de eisen van de academische schrijfstijl. Sinds die punt aftrek doe ik braaf wat er van me verwacht wordt. Maar plezier in het schrijven voor de universiteit heb ik niet meer.

Een academische tekst moet, volgens de UvA-site, helder geschreven zijn, een duidelijke onderzoeksvraag bevatten en een passende structuur hebben. Woordspelingen en andere creatieve uitingen passen daar niet bij. De creativiteit van een academische tekst, zo lijkt het in de academische wereld, zit in de originaliteit van het onderwerp. 

 

Een wetenschappelijke tekst moet ondubbelzinnig zijn. Maar door de strakke academische vorm voelt het schrijven als een invuloefening: benoem je hoofdvraag, verwijs naar bronnen, kondig aan wat je gaat doen, doe het, vertel wat je hebt gedaan. Dit zorgt ervoor dat alles naadloos op elkaar aansluit, en dat academische teksten vaak gortdroog en langdradig zijn. 

Laten we woordgrappen maken in onze titels, en ‘show, don’t tell’ toepassen op onze scripties

Academisch en creatief lijken wel tegenstrijdige termen, maar dat zijn het natuurlijk niet. Het uitwerken van een gedachte op papier is per definitie creatief. Bovendien zijn er zat voorbeelden van teksten die met het strakke stramien van de academische schrijfstijl breken, maar toch door velen als volwaardige, soms zelfs geniale academische werken worden beschouwd. Het werk van de Franse filosoof Jean-Luc Nancy is daar een goed voorbeeld van – zijn werk leest bijna als een roman. Teksten die breken met de strakke academische schrijfstijl zijn vaak de teksten die ik het meest inspirerend vind. Daarom vind ik het jammer om te merken dat mijn studiegenoten en ik enigszins in een inspiratieloze sleur terecht zijn gekomen als het gaat om de schrijfstijl van onze opdrachten. 

 

In september ben ik, naast mijn studie filosofie, begonnen aan de opleiding Creative Writing. Daar en op schrijfcurssusen leer je ongeveer het tegenovergestelde als op de universiteit. De gouden regel: show, don’t tell. Vooral niks aankondigen of uitleggen dus, de lezer is slim genoeg om zelf de essentie uit de tekst te halen. Als je als schrijver niet alles voorkauwt, wordt je tekst spannend voor de lezer.

 

Ik ben filosofie gaan studeren omdat ik graag schrijver wil worden, en veel van mijn favoriete auteurs hebben filosofie gestudeerd. Waaronder Lieke Marsman – zij schreef onlangs voor de NRC een artikel over het ‘imitatiesyndroom’: door de hoge werkdruk die in onze maatschappij alomtegenwoordig is, krijgen we de neiging elkaar steeds meer na te doen, stelt zij. We doen datgeen wat van ons verwacht wordt terwijl we in werkelijkheid uitgeblust en inspiratieloos zijn.

 

Dit gevoel herken ik van het schrijven van papers voor mijn studie. Daarom pleit ik voor een kunstzinnigere academische schrijfstijl, omdat ik ervan overtuigd ben dat dit tot passievollere academici zal leiden. Laten we woordgrappen maken in onze titels, en show, don’t tell toepassen op onze scripties. Zo worden academische teksten prikkelender om te lezen. Natuurlijk moet de helderheid van het stuk niet lijden onder de schrijfstijl, maar meer creativiteit in de wetenschap zal het lees- en schrijfplezier van studenten en academici alleen maar vergroten. 

 

Keet Winter is filosofiestudent aan de UvA. Dit was haar laatste column voor Folia. 

 

Folia is altijd op zoek naar goede columnisten. Heb jij een scherpe pen en een mening over studentenzaken en de universiteit? Stuur een mailtje naar redactie@folia.nl

Lees meer over