Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sara Kerklaan
opinie

Keet Winter | Bij het volwassen leven hoort een koelkast

Keet Winter,
2 december 2022 - 08:28

Hoera! Hoezee! Joepie! Woehoe! En alle andere uitroepen van blijdschap, want ik heb het onmogelijke gedaan. Na een maandenlange zoektocht vol paniek en wanhoop heb ik een kamer gevonden. Eindelijk kan ik rustig ademhalen. 

Nu ik mijn eigen stekkie heb gevonden hoef ik me nergens meer zorgen over te maken, dacht ik. Maar ik heb amper al mijn verhuisdozen uitgepakt of ik stuit op het volgende probleem: mijn koelkast doet het niet. 

 

Een hele dag lang doe ik onderzoek naar de oorzaak van het probleem. Ik probeer alle tips. Ik schuif de koelkast naar het midden van mijn kamer, want de koelkast te dicht bij de muur zetten kan ervoor zorgen dat hij niet goed koelt. Ik stofzuig zorgvuldig het zwarte raster aan de achterkant en ik draai de temperatuurregelaar naar de hoogste stand.

‘Wat kan er in deze koelkast gezeten hebben dat zó stinkt?’

Het mocht niet baten, de volgende dag is mijn yoghurt nog steeds warm. Voor een nieuwe koelkast heb ik geen geld, en mijn ouders wil ik niet om hulp vragen. Nu ik een eigen huis heb wil ik een strong independent woman zijn, en bij het volwassen leven hoort een koelkast. Dus ik struin Marktplaats af opzoek naar een gratis af te halen exemplaar. Ik vind er eentje op twee kilometer afstand die ik nog dezelfde avond kan komen ophalen.

 

Yes, I did it! Dacht ik. De man van wie ik ‘m over kan nemen heeft een glazen oog en twee chihuahua’s. In zijn huis ruik het naar wiet. ‘Je moet er nog wel even een doekje doorheen halen,’ zegt de man. Ik vind ‘t prima, en neem de koelkast mee.

 

Als ik thuis met een emmertje sop in mijn hand de koelkast voor het eerst open maak om ‘m eens goed schoon te maken komt een verschrikkelijke stankwalm uit het ding. Het ruikt naar hondenpis, mottenballen en bedorven spruitjes. Ik moet ervan kokhalzen. Met ingehouden adem begin ik te boenen, maar mijn hart begint steeds heviger te bonzen. Wat kan er in deze koelkast gezeten hebben dat zó stinkt? Niet te diep over nadenken, zeg ik mezelf, en steek de stekker in het stopcontact. Voor ik ga slapen zeep ik me onder de douche drie keer in zodat de geur uit mijn neusholtes verdwijnt.

 

Het is dag drie zonder werkende koelkast. In mijn kamer staan inmiddels twee van die bakbeesten, één stukke en één stinkende. Aarzelend doe ik het deurtje van de gratis af te halen koelkast open, om te kijken of de stank weg is, maar het deurtje is nauwelijks open of ik ruik het al. 

 

Plotseling slaat de angst me om het hart en ben ik ervan overtuigd dat er een lijk in die koelkast heeft gezeten. In paniek bel ik mijn vader, die moet verschrikkelijk lachen om mijn waanidee, maar biedt toch aan een nieuwe koelkast voor me te betalen. Dan realiseer ik me hoe belachelijk mijn koelkastpaniek was. ’s Avonds bestel ik de goedkoopste koelkast die ik kan vinden. Ik ben dan wel een stukje minder onafhankelijk, maar mijn yoghurt was vanochtend wel koud.

 

Keet Winter is student filosofie aan de UvA.

Lees meer over