Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Marc Kolle
opinie

‘Waar is de transparantie bij stemmingen in de centrale studentenraad?’

Ruben Peetam,
14 november 2022 - 14:33

De centrale studentenraad (CSR) zou in zijn raadsnotulen meer transparantie moeten betrachten door bij stemmingen van elk lid te vermelden wat deze heeft gestemd. Dat gebeurt nu niet. Ruben Peetam pleit voor meer transparantie in de CSR-notulen.

Onlangs besprak de CSR een voorstel van het lid Tuncay Yazar om in de notulen de namen van de leden te vermelden bij stemmingsuitslagen. Dat wil zeggen, dat van ieder lid wordt vermeld of deze voor of tegen een bepaald voorstel heeft gestemd (dan wel zich onthoudt van stemming). Dat voorstel heeft het niet gehaald. De CSR houdt daarmee vast aan de praktijk dat enkel wordt vermeld hoeveel leden voor of tegen hebben gestemd. Dat is onwenselijk.

 

Publicatieplicht

De studentenraden hebben de plicht om de verslagen van haar vergaderingen openbaar te maken. Die publicatieplicht kent twee kanten; met het uploaden van de notulen is slechts voldaan aan de formele eis. Evenwel geldt er een inhoudelijk criterium: het verslag moet voldoende nauwkeurig en concreet zijn, zodat de vertegenwoordigde studenten kunnen teruglezen wat er tijdens vergaderingen is besproken en beslist, cruciaal om als studentgeleding te kunnen begrijpen hoe onze vertegenwoordiging functioneert – én de leden daarvan. Vooral dat laatste.

‘Studentenraads-leden stemmen zonder last, en geen enkele ‘partij’ kan dwang uitoefenen, gekozen leden ontslaan of bestuursbeurzen intrekken’

Ook al doen de studentenpartijen soms anders vermoeden, kennen we aan de UvA een individueel kiesstelsel. De kieslijsten zijn een middel om samen te werken bij de verkiezingen, maar bindt kandidaten na die verkiezing op geen enkele manier. Er bestaan geen fracties in studentenraden, noch is er sprake van ‘partijdiscipline’. Studentenraadsleden stemmen zonder last, en geen enkele ‘partij’ kan dwang uitoefenen, gekozen leden ontslaan of bestuursbeurzen intrekken.

 

Maar de ‘poppetjes’ doen er wel degelijk toe. Uiteraard kunnen kandidaten zich binden aan een gezamenlijk programma of andere verkiezingsbeloftes, maar zij zijn zélf verantwoordelijk voor het naleven daarvan. Gedurende hun termijn zit ieder lid er op eigen titel, en uiteindelijk beslissen wij als kiezers of een kandidaat/lid zich aan diens mandaat heeft gehouden, en dat al dan niet consequenties moet hebben. Dit is ook terug te zien in de grote verschillen tussen kandidaten bij de jaarlijkse verkiezingen. Bij de laatste editie werd door de studentgeleding bovendien op twaalf kandidaten een bijzondere voorkeur uitgesproken.

 

Geïnformeerde keuze

Onze keuze moet een geïnformeerde keuze zijn: wat brengt deze kandidaat in aan ervaring en kennis? Hoe heeft deze kandidaat in het verleden geacteerd op dossiers als onderwijskwaliteit, duurzaamheidsinvesteringen of internationalisering? Is mijn stem ‘goed terecht’ gekomen? Heeft iemand werkelijk die beloofde vragen gesteld? Allemaal vragen die door studenten worden gesteld voordat zij een nieuwe vertegenwoordiging selecteren. Bij zittende leden die voor herverkiezing opgaan, zijn stemmingsuitslagen daarvoor cruciaal; studentenraden handelen voornamelijk door adviezen en verzoeken aan het bestuur, acties die een meerderheid van stemmen vereisen.

 

Electorale controle

Het enkel weergeven van de collectieve beslissing maakt dit proces van electorale controle veel lastiger. Als leden niet uitdrukkelijk het woord voeren, maar wel beslissen (vaak worden onderwerpen namelijk onder leden verdeeld), kan men uit de beslissing niet halen hoe een lid gehandeld heeft. Wellicht dat een lid wel terzijde instemming of afkeuring heeft betuigd, maar dergelijke geluiden vallen dan vaak buiten het zakelijk verslag. In deze gevallen (wel meebeslissen, niet uitspreken) zijn de leden en hun opinies onzichtbaar. Waarom dan geen openheid van zaken? Een korte blik op de genoemde notulen: vier leden voerden het woord, waarvan drie zich tegen het voorstel verklaarden. De opinie van de andere tien (!) leden is ons dus onbekend.

 

Als belangrijkste tegenargument werd de vrees uitgesproken dat leden bij transparantie op individueel niveau niet meer naar eigen geweten zullen stemmen, maar in lijn met wat de ‘partijen’ van hen verwachten. Openbaring van stemmingsuitslagen zou een persoonlijke keuze moeten zijn. Terecht is in die vergadering door een ander lid tegengeworpen dat het sowieso een vreemde gang van zaken zou zijn als men ‘privé’ anders stemt dan in het openbaar: deugt die beslissing dan wel? Verder geldt hier opnieuw dat die buitendruk van partijen wordt overschat, ook in het licht van de bescherming die studentenraadsleden hebben. En zelfs, mocht die buitendruk er wel zijn, dan is dát juist iets wat zou moeten worden aangepakt, in plaats van het standaard onthouden van deze informatie.

‘Het aantal mensen dat in een jaar bij een studentenraadsvergadering aanwezig is, is vaak maar op enkele handen te tellen’

Persoonlijke observatie

De gebruikte tegenargumentatie is wat mij betreft dan ook niet een sterke. Daar voeg ik tenslotte nog aan toe dat het handhaven van deze praktijk nogal omslachtig is: de vergaderingen van de CSR zijn immers voor publiek toegankelijk. Niks weerhoudt ons ervan in de zaal te gaan zitten en zelf te observeren wie wat stemt. Maar het aantal mensen dat in een jaar bij een studentenraadsvergadering aanwezig is, is vaak maar op enkele handen te tellen. Het verschaffen van meer inzicht via de notulen maakt het makkelijker om het werk van de CSR en haar leden te doorgronden. Mij lijkt een roep om een hogere opkomst die niet gepaard gaat met het verschaffen van een duidelijk inzicht en een breed verspreid besef over het inhoudelijke werk weinig effectief.

 

Overigens, hoe zit het – op moment van schrijven – bij de facultaire studentenraden? Een snelle rondgang op de website geeft het volgende. Rechtsgeleerdheid is momenteel de enige faculteit waar in de notulen stemuitslagen op individueel niveau worden vermeld. Geneeskunde vermeldt enkel de stemverhoudingen, net zoals Natuurwetenschappen, Wiskunde & Informatica. Maatschappij- en Gedragswetenschappen vermeldt enkel de eindbeslissing, zonder stemverhoudingen. Economie & Bedrijfskunde heeft al sinds 2018 geen notulen meer op studentenraad.nl gepubliceerd en Tandheelkunde doet dat – gezien haar banden met de VU – op haar eigen platform. Geesteswetenschappen komt wat mij betreft op de tweede plaats door stemuitslagen op ‘partijniveau’ weer te geven (hoeveel leden van een bepaalde lijst hebben wat gestemd), maar wekt daarmee juist weer de onterechte suggestie dat er in studentenraden fracties bestaan. Er is dus nog veel werk aan de winkel.

 

‘Het bevorderen naar vermogen van openheid, transparantie en onderling overleg binnen de universiteit en faculteiten’, is een van de kerntaken van de studentenmedezeggenschap en heeft ook voor zichzelf te gelden. Laat ons dan ook de daad bij het woord voegen. Hier is namelijk geen sprake van onvermogen, maar onwil. Het is de hoogste tijd dat de studentenraden – te beginnen met de CSR – het voorbeeld van Rechtsgeleerdheid volgen.

 

Ruben Peetam is studentenrechtsgeleerdheid en voormalig lid van de facultaire studentenraad (21|22) van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid.