Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Unsplash/Elena Dijour
opinie

‘Universiteiten slappe knieën bij WOB-verzoek rond banden met Israëlische universiteiten’

Joop Hartog,
9 maart 2022 - 15:14

De organisatie The Rights Forum heeft op basis van de Wet Openbaarheid van Bestuur alle Nederlandse universiteiten informatie gevraagd over ‘institutionele banden’ met Israëlische universiteiten en andere aan Israël gelieerde organisaties. De in de Universiteiten van Nederland samenwerkende universiteiten reageerde hierop met slappe knieën en amoreel, vindt econoom Joop Hartog. ‘Dit is een beschamende vertoning.’

Naast banden met Israëlische universiteiten worden genoemd banden met het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) en het Centraal Joods Overleg, maar ook de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding en Christenen voor Israël. Je zou denken dat er bij zo’n aanvraag meteen alarmbellen gaan rinkelen. Het is natuurlijk discriminatie en het roept meteen de beelden op van de Jodenvervolgingen in het verleden. De aanvraag leidde dan ook tot grote onrust, maar de universiteiten hebben zich weinig principieel gedragen.

‘Het was toch meteen duidelijk dat dit verzoek pure discriminatie uitstraalt?’

De samenwerkende universiteiten, verenigd in Universiteiten van Nederland (UvN), reageerden amoreel. Ze wezen er op dat bijna alle universiteiten verplicht zijn om mee te werken aan WOB - verzoeken en dat ze geen afwegingen mogen maken over welk WOB-verzoek zij moreel of anderszins niet wenselijk of ongepast vinden. Ze observeren wel dat daar uitzonderingen op zijn, maar maken er geen gebruik van. De universiteiten kondigden aan uitstel van behandeling van het verzoek bij het Rights Forum te vragen. 

 

Vier dagen na het eerste persbericht maakt UvN gewag van de gevoelens van onrust en onveiligheid binnen universiteiten ten gevolge van de behandeling en verspreiding van het WOB-verzoek. De universiteiten betreuren dit, ‘trekken zich de signalen aan’ en zullen het verzoek zorgvuldig beoordelen. Een week later, op 21 februari, leidde de ‘zorgvuldige beoordeling’ tot een besluit: op delen van het verzoek wordt niet ingegaan. Informatie over banden met organisaties in Israël zal worden verschaft, aan het verzoek om informatie over banden met joodse organisaties in Nederland zal niet worden meegewerkt.

 

Ik vind dit een beschamende vertoning. Het was toch meteen duidelijk dat dit verzoek pure discriminatie uitstraalt? Volgens het Nieuw Israëlietisch Weekblad zouden universiteiten het WOB-verzoek klakkeloos hebben doorgestuurd aan alle medewerkers, ‘inclusief de Joodse medewerkers die zich daardoor bedreigd en geïntimideerd voelen’. Hoe kun je nou verbaasd zijn dat dit onrust en verontwaardiging oplevert en herinnert aan afschuwelijke historische gebeurtenissen, zoals de ambtelijke gemoedsrust, waardoor in 1940 de Ariërverklaring kon worden ingevuld?

 

De universiteiten hadden het verzoek direct en resoluut moeten afwijzen en dan maar afwachten of de gang naar de rechter zou worden gemaakt. Beperking van de medewerking tot banden met Israël is een halfslachtig compromis. Uit het verzoek om informatie over contacten met joodse organisaties is immers duidelijk welke motieven achter de aanvraag schuilen. Waarom, in het bijzonder, reageerde de Universiteit Leiden niet in de geest van Cleveringa, de moedige hoogleraar waarop ze zo trots zijn? Bij alle verzet tegen etnisch profileren, afschaffing van registratie van geslacht en immigrantenstatus is registratie van contacten met joodse organisaties toch wel een heel opvallend verzoek.

 

Alleen de VU heeft principieel gereageerd. Als bijzondere universiteit is de VU niet WOB-plichtig. Maar het bestuur van de VU heeft aan The Rights Forum klip en klaar laten weten dit WOB-verzoek in zijn geheel niet in behandeling te nemen.

 

Joop Hartog is emeritus hoogleraar micro-economie aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de UvA.