Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sara Kerklaan
opinie

Dan Afrifa | Door onze Afrikaanse studentenvereniging voelde de UvA ook als onze plek

Dan Afrifa,
21 december 2021 - 09:03
Deel op

Ondanks mijn open sollicitatie heeft de UvA iemand anders benoemd tot de nieuwe Centrale Diversity Officer. Mij rest nu weinig anders dan mijn inclusiviteitsideeën de wereld in te roepen tot ze als muziek in de oren van het UvA-bestuur klinken. Idee nummer één: na alle lockdowns een groot Afro-dansfeest organiseren.

Begin deze maand verscheen Far Too Close, een podcastserie over het koloniale verleden van de UvA. Als gast sprak ik in de eerste aflevering met de decaan van de Geesteswetenschappen over diversiteit en je thuis voelen op onze universiteit. Terugluisterend naar dit gesprek begrijp ik waarom de UvA mij oversloeg voor de Diversity Office-vacature.

 

De podcastmakers vroegen me onder andere wat ik zou doen als ik voor één dag de diversiteitsbaas van de UvA mocht zijn. Mijn antwoord: ‘Een groot dansfeest geven met veel Afro muziek. Dansen op kosten van de universiteit zoals je thuis danst. Ik denk dat een leuk feestje veel kan losmaken dat nu vastzit. Letterlijk en figuurlijk’.

Voor een deel van de studentenpopulatie zijn de thuis- en de studietijdomgeving totaal verschillende werelden

Hier ging het mis. Dit fragment is precies de reden waarom ik liever schrijf dan spreek. Een boodschap moet je beeldend overbrengen zodat de luisteraars je bedoelingen zien en niet alleen de woorden die je hen toewerpt. Maar ‘show don’t tell’ gaat makkelijker wanneer je de zinnen kan herschrijven.

 

Wat ik bedoelde te zeggen, is dat het voor veel studenten vast vanzelfsprekend is dat de pophits die op hun verenigingsfeestjes gedraaid worden ongeveer hetzelfde klinken als de muziek waarmee zij opgroeiden. Voor een ander deel van de studentenpopulatie zijn de thuis- en de studietijdomgeving totaal verschillende werelden. Soms zo ver uit elkaar, dat je dat gat moet zien te dichten om jezelf er niet in te verliezen.

 

Met een groep gelijkgestemden probeerde ik dat vanaf oktober 2015, door ASU op te richten: African Students United. Een gezelligheids- en verdiepingsvereniging voor en door studenten met een Afrikaanse achtergrond en iedereen die zich verbonden voelde met het continent. Verbonden waren we op onze feesten, waar zang, spoken word en andere podiumkunsten voorafgingen aan ritmes en gevoel voor ritme. Al dansend riepen we ons Afrika aan de Amstel op.

We maakten grapjes over onze ouders in plaats van hun conservatieve denkbeelden weer eens in context te moeten plaatsen

In de dagen na al die danspasjes voelde het lopen door de universiteitsgangen lichter. Vooral wanneer je in de UB iemand tegenkwam waarmee je de Afrikaanse meezingers had meegezongen. ‘Het is dus mogelijk’, kon je van elkaars lippen lezen, ‘We kunnen meedoen aan de Nederlandse studentencultuur zonder ons cultureel om te vormen tot “Nederlanders”.’

 

We organiseerden een filmavond in een collegezaal en lachten achteraf om de nogal stereotypische Afrikaanse oorlogsfilm. We maakten grapjes over onze ouders in plaats van hun conservatieve denkbeelden weer eens in context te moeten plaatsen. De samenkomst en viering van de verschillen en overeenkomsten goot onze studententijd in een vorm die ons beter deed passen in het geheel van de universiteit. Door ASU voelde de UvA als ook onze plek.

 

Dan Afrifa is een Ghanese Amsterdammer, schrijver en masterstudent geschiedenis aan de UvA.