Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sara Kerklaan
opinie

Dan Afrifa | Vóór je dertigste moet je het gemaakt hebben

Dan Afrifa,
29 juni 2021 - 11:34
Deel op

Mijn grootste angst dat ben ik zelf. De ik die ik in de voorzienbare toekomst ben als ik geen bestseller schrijf, niet door de talkshows word uitgenodigd om erover te praten of bij boekhandels mag opdraven om exemplaren te signeren. Een literaire prijs misschien? Graag vóór mijn dertigste.

Prestatiedruk. Voor je dertigste moet je het gemaakt hebben en dat alleen omdat het voor je vijfentwintigste niet is gelukt. Niet in het minst opgehitst door elkaar en wat we van elkaar zien op onze beeldschermen. Wat je ook doet, er is altijd deze of gene van jouw leeftijd (of jonger!) die het ook doet en het duizendmalen beter lijkt te doen omdat hij er duizendmalen meer likes en volgers mee vergaart.

 

Op de sociale media stromen die succesvollere jongvolwassenen je voorbij als rivieren waar geen dijken tegen bestand zijn. Rivieren die buiten hun oevers treden en overstromingswater achterlaten dat nooit helemaal wegtrekt. Wat stel jij daartegenover? Jij, die maar een beekje bent waar iedereen zonder brug overheen stapt, niet te onderscheiden op deze waterige aardbol.

Voor je dertigste moet je het gemaakt hebben en dat alleen omdat het voor je vijfentwintigste niet is gelukt

Wakker lag ik ervan en dan wuifde ik het ’s ochtends weer weg. Gewoon wat depressieve gedachtes, horen bij het schrijverschap als een toetsenbord. Uiteindelijk resulteerde die prestatiedruk in niets meer willen presteren. Om in de watertermen te blijven: alsof ik was gekanaliseerd en maar voortkabbelde, terwijl ik de eerste rivier had willen zijn die van de zee naar de bergen stroomde. En daar ligt het probleem, volgens mij. Denken dat je precies weet waar je terecht moet komen en als dat niet lukt, heb je verloren.

 

Maar vallen zulke gedachtenpatronen iemand kwalijk te nemen? Er schuilt toch enige waarheid in het idee van de maakbare toekomst?

Tegenwoordig probeer ik mezelf te zien als een rivier die gaandeweg zijn loop graaft

Vooral als je in een land als Nederland opgroeide. Met – ondanks de kansenongelijkheid – al die kansen die voor het oprapen liggen. Kansen waarvoor kansarmere leeftijdsgenoten hun levens wagen op bootjes op de Middellandse Zee. Dan klinkt genoegen nemen met minder dan het uiterste uit jezelf en je mogelijkheden halen, terwijl anderen dat schijnbaar wel doen, haast als een misdaad.

 

Misschien de ambities bewaren maar de nadruk verschuiven? Schrijven omdat ik ooit bedacht: ‘Hé, dit vind ik leuk en hier kan ik wat mee’, in plaats van: ‘Hier kan ik wat mee dus hier móét ik het allersnelst het allerleukst in worden’.

 

Tegenwoordig probeer ik mezelf te zien als een rivier die gaandeweg zijn loop graaft. Die weet dat hij ergens heen stroomt maar zich niet fixeert op waar die uitmonding ligt. Mezelf de tijd gunnend om bochten te maken en leren waarderen dat ik zijarmen heb die af en toe maar een willekeurige kant op lijken te gaan. En is het ergens leuk, dan blijf ik er hangen en vorm ik een meertje.

 

Dan Afrifa is een Ghanese Amsterdammer en schrijver. Hij studeerde geschiedenis aan de UvA.

Dit is de laatste column van Dan Afrifa voor de zomer. Na de zomer keert hij terug, ook als UvA-student.