Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
opinie

Stella’s waslijst | ‘Nog nooit had ik zoveel last van mijn huisgenoten als nu’

Stella Vrijmoed,
2 februari 2021 - 09:46

Scriptie succesvol ingeleverd, bul op zak: het ‘echte’ leven kan beginnen. Hoe doe je dat met een wankele arbeidsmarkt, een overspannen huizenmarkt én een ontwrichtende pandemie? Afgestudeerde Stella worstelt zich door haar waslijst met uitdagingen. Deze week: verhuizen of niet?

Mijn laatste Google-zoekopdrachten: ‘hoe maak ik een wand geluidsdicht’, ‘isolatieplaten monteren’, ‘contactgeluid verminderen’. In mijn kamer die met een dun gipswandje van de keuken is gescheiden, word ik tegenwoordig al wakker van het prullenbakdeksel dat met een zacht plofje dichtvalt. En dus zoek ik naar alle mogelijke manieren om deze prikkels te ontwijken.

 

Een wandje isoleren, dus. Is dat de moeite waard? Of misschien kan ik verhuizen naar een andere kamer de volgende keer als er een huisgenoot vertrekt. Ik kan ook weer eens een hotelnachtje boeken. Wat vaker bij mijn vriendje slapen. Of moet ik gewoon op mezelf gaan wonen?

 

Al deze gedachten zijn inmiddels de revue gepasseerd. Het idee van verhuizen wordt bovendien aangewakkerd door alle berichten van mensen om me heen die huizen kopen, samen gaan wonen of bereid zijn om minimaal duizend euro per maand te betalen voor een plekje voor zichzelf. Is het niet ook tijd voor mij om iets nieuws te gaan zoeken?

De keuken is nu ongeveer altijd bezet: als de een klaar is met ontbijten, komt de ander al voor zijn pauzekoffietje

Ik woon al een derde van mijn leven op deze vijftien vierkante meter. Maar in al die tijd heb ik nog nooit zoveel last gehad van de aanwezigheid van mijn huisgenoten als nu. Zo onderhand moeten zij denken dat ik een getikte neuroot ben. En dat ben ik misschien momenteel ook wel. Bestek dat uit de la wordt gepakt, de koelkast die wordt opengetrokken, om nog maar niet te spreken van gesprekken die worden gevoerd in de keuken: ik heb weinig nodig om ogenblikkelijk uit mijn concentratie gehaald te worden.

 

Maar ik realiseer me ook dat het in al die jaren nog nooit is voorgekomen dat wij allemaal zoveel thuis zijn geweest.

 

In plaats van snel een cracker pakken en voor de rest van de dag weg zijn voor college of werk, is de keuken nu ongeveer altijd bezet: als de een klaar is met ontbijten, komt de ander al voor zijn pauzekoffietje, waar niet lang daarna de volgende alweer moet lunchen. Lukte het ons voorheen nauwelijks om eens een gezamenlijk huisdiner te plannen – we waren bijna nooit allemaal tegelijk thuis – nu komen we elkaar vaker thuis tegen dan ons lief is. En ik ben echt niet de enige in huis die dat zo voelt.

Lukte het ons voorheen nauwelijks om een huisdiner te plannen, nu komen we elkaar vaker thuis tegen dan ons lief is

Ja, als je met vier volwassenen het oppervlak moet delen dat wij tot onze beschikking hebben, dan wordt deze ruimte met het thuiswerken, een dichte horeca en een avondklok inderdaad ‘intensief bewoond’. De regels voor het woningdelen die de gemeente een tijd geleden zo streng handhaafde beginnen dan wel hout te snijden.

 

Maar zo opgehokt zitten met elkaar is gewoonweg niet de normale gang van zaken. Zodra wij weer meer buitenshuis kunnen doen, zal iedere huisgenoot veel meer lucht krijgen en het huis veel vaker voor zich alleen hebben. Zo was het al die jaren al, en dat zal straks ook weer zo zijn.

 

Dus als ik al kón verhuizen om geluidsoverlast te ontvluchten – laat ik de perspectieven voor het vinden van een woning voor één persoon in Amsterdam hier even niet bespreken – zou ik het dan echt willen? Als de maatregelen veranderen is er hopelijk geen dringende noodzaak meer voor. En in de lente kan ik straks bovendien tien vierkante meter bij mijn beschikbare oppervlak optellen als ik weer op mijn balkon kan zitten.

 

En om eerlijk te zijn, moet ik er nog niet aan denken om helemaal alleen te wonen. Zeker niet in deze tijd. Het samenwonen met drie lieve, vertrouwde huisgenootjes is wat dat betreft toch eigenlijk helemaal geen straf. Hopelijk denken zij ook zo over het wonen met zo’n overprikkelde zenuwpees als ik.

 

Trouwens, de makkelijkste oplossing voor de geluidsoverlast heb ik nog niet eens genoemd. Vannacht slaap ik gewoon met oordopjes.

Lees meer over