Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
opinie

Stella’s waslijst | ‘Het was wijs van mijn oma om zichzelf te censureren’

Stella Vrijmoed,
19 januari 2021 - 09:09

Scriptie succesvol ingeleverd, bul op zak: het ‘echte’ leven kan beginnen. Hoe doe je dat met een wankele arbeidsmarkt, een overspannen huizenmarkt én een ontwrichtende pandemie? Afgestudeerde Stella worstelt zich door haar waslijst met uitdagingen. Deze week: het dagboek van oma.

Mijn oma was een vrouw die van noteren en bewaren hield. Alles schreef ze op, haar uitgaven, haar gekke dromen en wie er op bezoek kwam. Toen ze overleed, zaten wij met een huis vol schriftjes, boekjes, knipsels en brieven.

 

Als kleindochter vond ik het best interessant om daar wat in te snuffelen. Een kijkje in het leven van mijn grootmoeder in een wereld van veertig, vijftig, zestig jaar geleden. Hunkerend naar sensatie heb ik de boel wel eens doorgespit, maar ik vond niets dan huishoudelijke informatie en zakelijkheid. Het gekkedromenboekje was nog het meest persoonlijk, maar ook daarin stonden tot mijn teleurstelling geen sappige details over haar gedachtewereld.

 

Het zou wat anders worden als míjn mogelijke kleinkinderen mijn geschriften ooit in handen zullen krijgen. Zij zullen een wel heel gedetailleerd beeld krijgen van hun oma in haar jonge jaren. Inmiddels is mijn arsenaal persoonlijke notities namelijk al behoorlijk uitgebreid en omvat het periodes uit mijn basisschooltijd, mijn studententijd en heb ik vrijwel de hele middelbare school gretig geschreven over alle jongens op wie ik verliefd was.

Elf boekjes staan vol met dingen die ik graag wilde – zoenen, uitgaan, achttien worden – en frustraties om het feit dat ik die nog niet had bereikt

Mijn eerste dagboek werd het schriftje met een mooie, stoffen kaft dat ik op mijn tiende verjaardag cadeau kreeg. Elke dag deed ik daarin gedurende een aantal maanden braaf verslag van wat ik op school had gedaan, met wie ik had gespeeld en wat we die avond gegeten hadden. Met de barbies spelen, Ketnet kijken en spelletjes doen met mijn broers en zus waren kernactiviteiten waar ik het meeste plezier uit haalde. Dat schreef ik dan ook op: ‘Mijn broer was vandaag heel gek. Dat vind ik altijd leuk.’

 

Vanaf mijn dertiende werd mijn dagboek écht mijn beste vriend. Toen kreeg ik namelijk een heus exemplaar met een slotje. Die vergrendeling was hard nodig, want ik was immers een puber aan het worden. Ik tel elf boekjes die tot aan het begin van mijn studietijd lopen. Ze staan vol met dingen die ik graag wilde – zoenen, uitgaan, achttien worden – en frustraties om het feit dat ik die nog niet had bereikt.

 

Naast deze dagboeken hield ik net als mijn oma ook praktische dingen bij: zo noteerde ik een tijdje waar de gesprekken aan tafel elke dag over gingen, hield ik vakantieschriftjes bij, bewaarde ik al mijn bioscoopkaartjes en programmaboekjes en schrijf ik sinds kort ook nog in een apart boekje wat ik van die voorstellingen vond. Het Alumniboekje dat ik bij de Onderwijsbalie afgelopen jaar kreeg bij het ophalen van mijn diploma, gebruik ik nu als een soort ‘werk’dagboek: ik schrijf hierin bijvoorbeeld op wat voor sollicitaties ik heb gedaan en voor wat voor keuzes ik sta op werkgebied. Er komen dus nog altijd nieuwe boekjes bij.

Zelfinzicht heeft blijkbaar ook een grens: niet alle details die ik tegenkwam had ik hoeven teruglezen, laat staan dat anderen het lezen

Waarom hechtte mijn oma zoveel waarde aan al die documentatie? Wilde ze graag een naslagwerk om dingen in op te zoeken, of keek ze er nooit meer naar om? Ik vraag me ook af waarom ik daar zelf eigenlijk zo ver in ga, en zelfs verder dan zij. Waarom voel ik de behoefte om alles op te schrijven? Misschien ben ik bang dat ik dingen vergeet. Of misschien schrijf ik ze alleen maar op om het op dat moment ‘van me af’ te schrijven.

 

Eén korte Google-actie geeft me de volgende mogelijke antwoorden op de vraag waarom een mens een dagboek zou willen bijhouden. Ten eerste zorgt schrijven voor overzicht in je hoofd en maakt het je daarom creatiever: kunnen we dan zeggen dat deze column het resultaat is van al die jaren dagboeken schrijven? Ten tweede creëert het een rustmomentje in je dag: misschien dat mijn oma daarom zo vreedzaam oud is geworden.

 

Maar schrijven in een dagboek zou je ook meer zelfinzicht geven.

 

In de hoop om misschien iets van mijn jongere ik te leren, dook ik deze week daarom weer in mijn oude dagboeken. Wat hield me bezig en vond ik de moeite waard om op te schrijven? Zie ik patronen? Vind ik antwoorden op vragen waar ik nu mee zit?

 

Maar op de opmerking na van mijn toen schijnbaar al faalangstige, tienjarige zelf over een middagje schaatsen (‘het was niet leuk, want ik kon het niet’) was mijn enige conclusie over het geheel dat mijn oma zeer wijs was geweest om zichzelf te censureren.

 

Het is best leuk om te lezen wat ik met mijn verjaarspartijtjes deed en ook behoorlijk interessant om te zien hoe verrassend vaak ik op mijn tweeëntwintigste wijn dronk met mijn vriendinnen of wegliep uit geneeskundecolleges. Maar zelfinzicht heeft blijkbaar ook een grens: niet alle details die ik tegenkwam had ik hoeven teruglezen, laat staan dat anderen het lezen.

 

Bepaalde boekjes kan ik voor mijn nageslacht dus inderdaad maar beter vergrendeld laten. Of zelfs helemaal laten verdwijnen. Wie weet heeft mijn oma dat ook wel gedaan met haar heimelijke schrijfsels.

Lees meer over