Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Bob Bronshoff (UvA)
opinie

‘Leidinggevenden bij geesteswetenschappen moeten verantwoording afleggen’

Josef Früchtl,
4 januari 2021 - 14:05

Op de geesteswetenschappenfaculteit neemt niemand verantwoordelijkheid voor het grensoverschrijdend gedrag van een docent Franse taal en cultuur, schrijft emeritus hoogleraar Josef Früchtl. ‘Als er geen accountability is, is er geen respect meer.’

Schandalen zijn reinigingsrituelen. Politiek gezien hebben ze de functie de democratie juist niet te ondermijnen maar om haar te stabiliseren. Dat is ingewikkeld en dat kun je weer eens zien als je na de nieuwste casus van grensoverschrijdend gedrag bij de UvA kijkt. Het is de derde binnen twee jaar, allemaal blootgelegd door NRC en niet door de UvA.

 

Het begon met ‘hoogleraar B.’ aan de rechtenfaculteit (‘een 8 voor een nacht’), kreeg vorig jaar een vervolg met een docent bij de Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw) en aan het eind van vorig jaar weer door een docent bij FGw. De ene casus is nauwelijks verteerd en er is al de volgende.

 

Statements met goede bedoelingen

De UvA heeft steeds gereageerd zoals een instelling die weet hoe je dat in moderne tijden moet doen: met geformaliseerde spijtbetuigingen, activisme en statements van goede, dat wil zeggen, nog betere bedoelingen.

 

Zo werd een nieuwe gedragscode uitgewerkt, een ombudsfunctionaris ingesteld, en er kwam een ‘taskforce’ (de Engelse term klinkt militair-krachtig) sociale veiligheid die met een ‘plan van aanpak’ zal komen. Ook werd er een tijdelijk extern meldpunt opgezet om klagers onafhankelijk van de universiteit te laten klagen. Ten slotte werd beloofd om de klachtenprocedure zo aan te passen dat ze de klagers beter beschermt.

Alle studenten en medewerkers die het niet eens zijn met het perspectief van de bestuurders krijgen het signaal dat ze tegen een falanx moeten vechten

Geen echte verantwoording

Als zwaar beproefd academisch burger weet je helaas hoe het met zulke aankondigingen en acties gaat: ze springen als een tijger, maar landen als een vloerkleed. De ombudsfunctionaris mag bijvoorbeeld structurele misstanden bespreekbaar maken en onafhankelijk onderzoek doen, maar benoeming en ontslag van de functionaris gebeurt alleen door het College van Bestuur (CvB), zonder inspraak van andere organen binnen de UvA. Ook bestaan de rapportage- en verantwoordingsverplichtingen alleen richting het CvB. Dat constateert ook een commissie over sociale veiligheid bij de UvA.

 

Als je naar de meest recente casus van grensoverschrijdend gedrag bij de FGw kijkt, kun je bovendien bemerken dat er weer eens niet wordt voldaan aan een grondprincipe van democratisch beleid: accountability. Het houdt in dat je als politicus of leidinggevende je acties moet verantwoorden. Hoe minder je dit doet, hoe minder respect je mag verwachten.

 

De verantwoordelijke persoon bij de FGw is de decaan, op dit moment Fred Weerman. Na het verschijnen van het NRC-artikel op 16 december verstuurt hij een bericht dat leest als legitimerend proza volgens de bekende patronen: ‘we vinden het uiterst belangrijk’, ‘we nemen signalen zeer serieus’, we moeten daarmee ‘zorgvuldig omgaan’. Later volgt dan een ‘verheldering’ van dit bericht waarin met spijt toegegeven wordt dat er ‘fouten zijn gemaakt’. En de oproep wordt toegevoegd dat we ‘hier duidelijk in de toekomst nog alerter op zijn moeten en sneller handelen’.

Hoe diepgaand dit is besproken, en welke uiteenlopende perspectieven er waren mag de academische gemeenschap niet weten

Gecoördineerde actie

Met ‘wij’ wordt niet de academische gemeenschap in het algemeen bedoeld, maar de gemeenschap van de bestuurders. Het bericht is namelijk niet alleen getekend door de decaan, maar ook door alle acht afdelingsvoorzitters van de FGw. Deze gecoördineerde actie heeft democratisch gezien een dubbel slecht effect.

 

Ten eerste wordt het nog moeilijker om de decaan verantwoordelijk te houden. Hij kan zich nu achter de brede rug van zijn afdelingsvoorzitters verstoppen. Voor alle studenten en medewerkers die het niet eens zijn met het perspectief van de bestuurders wordt kritiek erg lastig. Want ze krijgen het signaal dat ze tegen een falanx moeten vechten.

 

Autonomie

Ten tweede wordt opnieuw duidelijk dat de autonomie van de afdelingen heeft afgedankt. Vroeger had de voorzitter de functie van een transmissie tussen de medewerkers en de decaan. Hij of zij moest de beslissingen van de decaan aan de medewerkers toelichten en andersom het stemmingsbeeld in de afdeling doorgeven aan de decaan. De recente gezamenlijke berichtgeving door decaan en afdelingsvoorzitters laat echter nauwelijks nog ruimte voor verschillende meningen. Want er is maar nog één tekst die aan alle afdelingen wordt verstuurd, geen afwijking meer door de toelichtingen van een voorzitter. De tekst stelt dat men de dingen ‘diepgaand’ heeft besproken. Maar de academische gemeenschap mag van uiteenlopende perspectieven niets vernemen. Het is alsof een centraal comité heeft gesproken.

 

Als er geen accountability is, is er geen respect meer. Als je als leidinggevende respect wil verdienen, moet je verantwoording afleggen voor wat je doet en hebt gedaan. Als je serieuze fouten hebt gemaakt, stap je op.

 

Josef Früchtl is emeritus hoogleraar filosofie van kunst en cultuur.