Scriptie succesvol ingeleverd, bul op zak: het ‘echte’ leven kan beginnen. Hoe doe je dat met een wankele arbeidsmarkt, een overspannen huizenmarkt én een ontwrichtende pandemie? Afgestudeerde Stella worstelt zich door haar waslijst met uitdagingen. Deze week: het Zwaard van Damocles.
De afgelopen maanden voelde ik me als na het zien van de afslachting bij de Red Wedding in Game of Thrones. Was ik vanaf toen elke aflevering doodsbang voor welke hoofdpersoon er nu weer sneuvelde in een veldslag of listig werd vergiftigd, tegenwoordig houd ik elke maand mijn hart vast voor wie van mijn theatercollega’s er dit keer aan de beurt zijn om ontslagen te worden.
Ik zeg ontslagen, want geen contractverlenging krijgen is ten slotte ook een vorm van ontslag. En het moet ook voelen als ontslag, dat koude mailtje van HR dat de beëindiging van je contract aankondigt. Bij de eersten van ons kwam dat bericht in april bovendien onaangekondigd, waardoor de klap nog harder aankwam. Elke maand ben ik nu weer bang voor het antwoord als ik in de groep vraag wiens contract er dit keer afloopt. Geen enkele naam is leuk om te horen. Het is de zoveelste ziel die slachtoffer wordt van deze crisis.
Het is ronduit ruk om je team zo te zien uitdunnen zonder dat je er iets aan kunt doen. Het voelt alsof we veldslag na veldslag verliezen in de culturele sector. Ik dankte het universum dat ik – toevallig – net lang genoeg gewerkt had dat ik al wel een contract voor onbepaalde tijd had. Ik kon me niet voorstellen hoe het moest voelen om zomaar je baan en je inkomen kwijt te zijn. Om zonder harnas overgeleverd te zijn aan het gevecht dat zich momenteel afspeelt op de culturele arbeidsmarkt.
Tot vorige week. Toen werd ik gebeld door mijn andere werk bij het museum. Gelukkig niet door een onbekende van HR, maar door de zakelijk leider zelf. Het moment hadden ze zo lang mogelijk willen uitstellen en het had niets met mijn competenties te maken, maar ze moesten toch bezuinigen op het personeel. Vier van de zeven (!) publieksmedewerkers kregen helaas geen contractverlenging.
Oei. Had ik zelf zojuist toch een flinke messteek gekregen. Geen dodelijke, want ik had gelukkig het theater nog. Maar ik werd toch dusdanig toegetakeld dat mijn financiële plaatje er beduidend slechter uit kwam te zien. En toen was de persconferentie van 13 oktober nog niet eens geweest. Want in diezelfde week kreeg ik nog een klap: toen sloot ook het theater weer haar deuren en zat ik geheel zonder werk.
Dus daar zit ik nu. Alle tijd van de wereld om naar hartenlust te solliciteren. Om te illustreren hoe hevig er gevochten wordt in die strijd om een baan: sommige cultuurgerelateerde vacatures waarnaar ik heb gesolliciteerd ontvingen vijfenzestig, negentig of zelfs honderdveertig brieven. Zelfs voor administratieve en deeltijdbanen. Ik ben er maar voor één uitgenodigd en dat was voornamelijk omdat ze me al kenden.
Ik weet niet waar ik triester over ben, mijn eigen hachelijke situatie of het feit dat de grote zalen leeg moeten blijven en de musea het zo zwaar hebben. Ik mis de gesprekken met bezoekers bij de uitgang, het drommen bij de garderobe, het geroezemoes van mensen die een avondje uit zijn. De mensen die naar het theater kwamen de afgelopen weken waren zo dankbaar dat ze weer mochten. Ik vind het zo verdrietig dat zij nu niet meer geraakt kunnen worden door mooie live muziek.
Ik voel me dan ook schuldig dat ik mijn geld heb moeten terugvragen bij twee theaters waar ik voorstellingstickets had gekocht voor deze maand. Ik had het liefst gedoneerd en mijn steun bijgedragen, maar ik moet ook mijn eigen boodschappen kunnen doen.
Deze week ben ik jarig. Op mijn verlanglijstje staan alleen maar praktische dingen. Wat kunnen sieraden me schelen? Ik heb een nieuw dekbedovertrek nodig, want in de mijne zitten allemaal scheuren. En ik vraag een Museumkaart. Die ga ik elke week gebruiken. De musea op deze manier steunen is zowat het enige wat ik kan doen om het bloeden van de wonden in de cultuursector nog enigszins te stelpen. Misschien hebben ze dan op een gegeven moment weer personeel nodig.