Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
opinie

Eva’s waslijst | ‘Mijn studie was achtergrondmuziek terwijl ik leerde leven’

Eva Hofman,
30 juni 2020 - 12:28

Faalangst, prestatiedruk en keuzestress: hoe leuk is studeren nog? En dan heb je ook nog eens een waslijst aan praktische dingen te leren op weg naar die verdomde volwassenheid. Stella en Eva schrijven het om en om van zich af. Dit keer de laatste van Eva: een terugblik op haar studententijd.

Ik kreeg een melding van Facebook, van een foto die ik precies zes jaar geleden had gedeeld. Een foto van mezelf in een rood jurkje, op de diploma-uitreiking van de middelbare school. Ik werd toegesproken door mijn mentor – tevens kunstdocent – en kijk op de foto een beetje ongemakkelijk naar hem op. Achter ons staan foto’s geprojecteerd van mij tijdens kolderdag, en van mij tijdens de talentennacht, waar ik mijn eigen poëzie had voorgelezen. Ik kan me weinig meer van de speech van mijn mentor herinneren, behalve de eerste woorden, die sloegen op al mijn verschillende projecten en passies. “Eva. Waar zal ik beginnen?”

 

Waar zal ik nu eens beginnen? Precies zes jaar later is mijn masterscriptie ingeleverd, en daarmee is mijn studententijd zo goed als klaar. Ik zou willen zeggen dat de tijd voorbij is gevlogen, maar dat is niet zo. Er is te veel gebeurd om samen te vatten. Wat mij betreft is de tijd voortgekropen.

‘Elk moment van mijn studententijd heb ik gevoeld en geleefd zoals ik dat daarvoor nog nooit had gedaan’

Elk moment van die zes jaar heb ik gevoeld en geleefd zoals ik dat daarvoor nog nooit had gedaan. Het mondeling Russisch dat ik met mijn brakke kop op de ochtend na Koningsdag moest afleggen; de warme koffie op frisse septemberochtenden voor het P.C. Hoofthuis; het gevoel van complete vrijheid toen ik hoorde dat ik van mijn bachelor was afgestudeerd, gevolgd door blinde paniek. Er was liefdesverdriet, faalangst en levenslust, en meestal in die volgorde.

 

Ik kwam erachter dat je mentoren moet zoeken – op je studie of op je werk of in de kroeg – om je te helpen een pad te vinden. Zo was er dus die kunstdocent, tegen wie ik nog zo timide opkeek, die me trots leerde zijn op mijn eigen stijl. Er was de docent Engels die me na het lezen van een essay kwam vertellen dat ik schrijver moest worden. Er was vervolgens de redactiechef, die geduldig rode strepen trok door ongeveer elk woord van mijn eerste artikel. En er was de studiebegeleider die mij, terwijl ik snikkend tegenover haar zat, geruststelde dat ik niet elke kans hoefde te pakken. Dat ze zouden blijven komen.

Laatste tip

Dit is mijn laatste column voor Folia. Ik heb nog honderd adviezen, maar geef voor nu het woord aan columnist Mary Schmich, die voor de klas van ‘97 deze column schreef, met als belangrijkste tip zonnebrand te smeren.

Ze had gelijk. Voordat ik naar Amsterdam verhuisde, wist ik zeker dat ik binnen vier jaar mijn bachelor en mijn master zou behalen. Dat is niet gebeurd, en wat ben ik daar blij om. Ik ben op reis gegaan, deed stages en ben lang ziek geweest. Niet elk omweggetje was even leuk of vrijwillig, maar allemaal waren ze leerzaam. Hoe langer ik studeerde, des te zekerder ik wist dat mijn studententijd maar een heel klein beetje om die studie draaide. Het was achtergrondmuziek terwijl ik leerde leven.

 

Vorig weekend fietste ik met een vriendin door de motregen in Amsterdam West. We voelden ons wat verdwaald, gaven we aan elkaar toe. Voor het eerst in mijn leven heb ik geen duidelijk plan voor de komende paar jaar. Terwijl onze fietsen door de Haarlemmerstraat denderden, merkte ik dat ik dat helemaal niet beangstigend vond. “He,” zei ik. “Heb jij de laatste tijd ook niet het idee dat de stad van ons is?”

Lees meer over