Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Publiek domein
opinie

‘Stel een academisch tuchtcollege in dat toeziet op machtsmisbruik’

Gijs van Donselaar ,
23 juni 2020 - 14:20

Er zijn als leidinggevende veel verleidingen om niet in te grijpen als er grensoverschrijdend gedrag plaatsvindt op je afdeling, schrijft universitair docent filosofie Gijs van Donselaar. ‘Verlos universitaire bestuurders van hun onmogelijke functie als rechters en beulen van collega’s met wier lot hun eigen lot verstrengeld is.’

De huidige integriteitscrisis aan de UvA heeft geleid tot een intensieve discussie met soms fel verontwaardigde en soms nuchter analyserende reacties op het falen van de interne procedures voor de omgang met slachtoffers van machtsmisbruik.

 

Die discussie spitst zich veelal toe op de vraag hoe zulke procedures veranderd, aangescherpt, en verbeterd kunnen worden. Ook Fred Weerman, decaan Geesteswetenschappen, zegt in Folia: ‘Onveiligheid in de procedure is iets waar iedereen zich de kop over buigt en waar we absoluut iets aan moeten doen.’

 

Verleiding om niet in te grijpen

De discussie is nuttig, maar hier wil ik betogen dat we radicaal van richting moeten veranderen als we machtsmisbruik werkelijk aan banden willen leggen. De procedures en protocollen kunnen nog zo volmaakt op papier staan, maar dat helpt allemaal niets zolang de uitvoerders, bestuurders, in de verleiding kunnen komen, een prikkel hebben, om met de uitvoering ervan niet nauwgezet om te gaan. En die prikkel hebben ze. Niet soms, en sporadisch, maar altijd, en alomtegenwoordig. Daar zijn verschillende, soms samenhangende, verklaringen voor.

‘Mensen die macht misbruiken hebben machtsposities en in die posities komen ze terecht omdat ze ambitieus en succesvol zijn, ze dragen bij aan het aanzien van hun afdeling of faculteit’

Mensen die macht misbruiken hebben machtsposities en in die posities komen ze terecht omdat ze ambitieus en succesvol zijn. Ze worden als onderzoekers gerespecteerd, hebben (internationale) netwerken, reizen van conferentie naar conferentie, en versterken hun onderzoeksgroep met promovendi via de tweede geldstroom. Ze dragen bij aan het wetenschappelijk aanzien van de afdeling of de faculteit. Omdat ze de status van onmisbaarheid benaderen kunnen juist zij het idee krijgen dat anderen hun grillen maar moeten verdragen, en uit die eigendunk kan grensoverschrijdend (gebraden-)haantjesgedrag voortkomen. #Metoestanden.

 

Daarmee zijn we bekend. Een schorsing, een degradatie, en al helemaal een ontslag als gevolg van een gegronde klacht daarover, zal dan ook door de verantwoordelijke bestuurders worden gezien als een gevoelig wetenschappelijk verlies. Het verlies van een boegbeeld. En dat geeft een prikkel aan bestuurders niet the full extend of the law te richten.

 

Harde sancties tegen wie dan ook blijven niet onopgemerkt. En dat kan leiden tot vreesachtigheid voor reputatieschade bij de buitenwacht. ‘Wat is dat voor een zooitje, daar bij jullie van de UvA; moeten mijn kinderen daar gaan studeren?’ Wie geen stof wil doen opwaaien kan maar beter niet de bezem hanteren. Ook het schrikbeeld van de hoofdschuddende krantenlezer moedigt bestuurders niet aan om hard in te grijpen wanneer dat zou moeten.

‘Er ontstaat bij bestuurders die een klacht moeten behandelen een bijna onvermijdelijk en ook een begrijpelijk loyaliteitsprobleem’

Collega’s moeten elkaar nu aanspreken

Tenslotte: de universiteit mag dan sterk hiërarchisch georganiseerd zijn, bestuurlijk zit men nogal dicht op elkaar. Hoogleraren voeren overleg met de afdelingsleider. Afdelingsleiders voeren overleg met de decaan, decanen met het CvB. Ze communiceren collegiaal met elkaar. Misschien drinken ze wel eens samen een borrel. Kortom, men leert elkaar persoonlijk kennen en misschien waarderen. Men socialiseert.

 

Sociale cohesie en collegialiteit zijn bijna altijd wenselijk, maar nu net niet wanneer men wordt geacht te oordelen met een blinddoek om. Er ontstaat bij bestuurders die een klacht moeten behandelen een bijna onvermijdelijk en ook een begrijpelijk loyaliteitsprobleem. Ook dat kan leiden tot zacht heelmeesterschap.

 

Maar is het juridisch gezien niet een buitenissig idee om bevriende collega’s recht te laten spreken over elkaar? Is het wel eerlijk om bestuurders maatregelen te laten nemen die het publieke aanzien van hun afdeling of faculteit kunnen schaden? Is het niet pervers om bestuurders te laten ingrijpen wanneer daardoor het wetenschappelijke prestige van hun afdeling of faculteit zal afnemen? Toch is dat wat de Nederlandse universiteiten van hun bestuurders verlangen. Het is een onmogelijk verlangen, en in zekere zin zelfs wreed.

‘Outsource de universitaire rechtspraak naar een college met het gezag om zelfstandig in te grijpen bij misstanden’

En we weten nu dat deze systematische prikkel-tegenstrijdigheid voor bestuurders in de praktijk voor ontsporingen van de rechtsgang zorgt. Niet incidenteel, maar regelmatig. Geen akkefietjes, maar medewerkers die hun recht niet kunnen halen en studenten die een burn-out thuis verwerken, of de opleiding verlaten.

 

Juridische thuisknoeierij

De oplossing is: we moeten onszelf dit niet aandoen en stoppen met deze juridische thuisknoeierij. We kunnen onze hoop blijven vestigen op goede procedures en de rol van interne vertrouwenspersonen of die van de ombudsfunctionaris. Maar in het beste geval zal zelfs deze laatste niet meer kunnen doen dan onderzoek, en misstanden rapporteren. Daar stopt de bevoegdheid. Rapporteren aan wie? Aan bestuurders. En daar begint het probleem zoals beschreven.

 

Verlos daarom universitaire bestuurders van hun onmogelijke functie als rechters en beulen van collega’s met wier lot hun eigen lot verstrengeld is. Besteed die functie uit. Outsource de universitaire rechtspraak naar een college met het gezag om zelfstandig in te grijpen bij misstanden, dat sancties kan opleggen, zelfs ontslag kan aanzeggen, met voorbijgaan aan het universitaire bestuursapparaat, zonder zich te bekommeren om het imago van deze of gene afdeling of faculteit, of de plaats daarvan in de rankings, en zonder door persoonlijke loyaliteiten te worden gecompromitteerd. Schep afstand.

 

Zou dat geen bevrijding zijn voor ons allemaal: een externe waakhond met maar een oogmerk: de integriteit van Academia? Dan kunnen onze bestuurders weer gaan doen waarvoor ze ingehuurd zijn: mooie plannen maken en uitvoeren – in goed overleg natuurlijk, zoals we gewend zijn.

‘Slachtoffers komen niet tegenover een rechter te staan, die belang heeft bij het bagatelliseren van hun klacht’

En doe het dan meteen radicaal en rigoureus: geef die verantwoordelijkheid in handen van professionele juristen, die weten hoe om te gaan met slachtoffers en daders, klagers en verweerders. Regel juridische bijstand voor de slachtoffers/klagers, want de universiteit zal verweerders van een advocaat voorzien.

 

Onafhankelijk oordeel

Natuurlijk zijn niet alle procedurele haken en ogen met de instelling van een Academisch Tuchtcollege van de baan. En nog steeds zullen kwetsbare slachtoffers bijzondere bescherming behoeven (geef ze een advocaat al voordat ze een klacht indienen). Maar een ding zouden slachtoffers in het vervolg wel weten: ze komen niet tegenover een rechter te staan, die – al is het maar in het achterhoofd – een belang heeft bij het bagatelliseren van hun klacht, of handschoenen aantrekt bij opleggen van een sanctie. Misschien helpt ze dat over de streep.

 

De voorzitter van het CvB, Geert ten Dam, verklaarde in Folia het falen van de procedures ‘ongelooflijk beschamend’ te vinden. Maar als we zo blijven voortmodderen als nu, dan staat het CvB volgend jaar weer beschaamd in Folia.

 

CvB, sla de handen ineen met de bestuurscolleges van de andere universiteiten en ga met de VSNU om de tafel zitten om een Academisch Tuchtcollege van de grond te krijgen. Medici kunnen het, advocaten kunnen het, zelfs makelaars kunnen het. Waarom academici niet? Zou de wet hiervoor veranderd moeten worden? Misschien. Maar let wel: wij zijn allemaal in dienst van de Nederlandse overheid en vallen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap. Wanneer onze falende instituties misstanden uitlokken en rechteloosheid bewerken, dan heeft de regering alle aanleiding om verandering te faciliteren.

 

Gijs van Donselaar is universitair docent filosofie aan de UvA.

Lees meer over