Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Marc Kolle
opinie

‘Schaf de student in het faculteitsbestuur af’

Tjibbe Valkenburg,
18 mei 2020 - 11:54

Er zit nu vijf jaar een student in het bestuur van de universiteit en van de faculteiten. Volgens student Tjibbe Valkenburg is het hoog tijd daarmee te stoppen. Hij ziet dat de student-lid bestuur wordt gebruikt als excuus om de studentenraad bij steeds minder te betrekken. ‘Het faculteitsbestuur van geesteswetenschappen verzwakt actief de democratisch verkozen medezeggenschap.’

Dit jaar viert er iemand, ergens, het lustrum van de instelling van het student-lid in de verschillende bestuurslagen van de universiteit. Afgezien van een digitale borrel vraagt het ook om een evaluatie of in elk geval een kritische reflectie. Die mist tot op heden.

 

De komende weken wordt bekend wie centraal de rol van student-assessor zal vervullen. Voor velen zal echter onbekend zijn dat er ook op faculteiten dergelijke student-leden bestuur worden aangesteld, als lid van het faculteitsbestuur of van de bachelor- of masterraad. Waar de student-assessor binnen het College van Bestuur in pragmatisch opzicht nog een zekere meerwaarde heeft, zijn deze functies facultair vooral een doorn in het oog.

 

Tegenstrijdig en niet transparant

De toevoeging van een student-lid aan het bestuur is in beginsel al tegenstrijdig. Het student-lid zou namelijk het studentperspectief moeten inbrengen. Maar waarom zijn er dan studentenraadsverkiezingen, toch juist om die perspectieven van studenten uit te zoeken? Een blik op de verkiezingsprogramma’s van deelnemende partijen laat zien dat de verschillen groot kunnen zijn.

‘De inspraak en betrokkenheid van studenten op de facultaire besluitvorming is niet vergroot maar juist verkleind’

Toen het College van Bestuur de functie van student-assessor in 2015 invoerde waren er weinig mensen enthousiast. ‘Ondoelmatig, minder transparant en minder democratisch’. Het zou volgens de gekozen leden van de Centrale Studentenraad 2015-2016 voornamelijk zorgen voor ‘een extra bureaucratische laag waarachter het CvB zich kan verschuilen. Medezeggenschap  wordt niet versterkt, maar ondermijnd.’ Na enkele jaren kan nu, naar mijn idee, inderdaad worden vastgesteld dat het de inspraak en betrokkenheid van studenten op in elk geval de facultaire besluitvorming niet heeft vergroot maar juist verkleind. En dat kan alles behalve de bedoeling zijn.

 

Medezeggenschap omzeild

De uitoefening van de functie van student-lid bestuur is wisselend en wordt sterk door de betreffende persoon bepaald. Als student-lid heb je veel contact met het bestuur en kun je daarom invloed uitoefenen. De opstelling van het bestuur tegenover deze precaire positie is daarom belangrijk. Het College van Bestuur is zich daar op centraal niveau bewust van. De inspraak en invloed van de medezeggenschap op besluiten op centraal niveau zijn veel transparanter dan op facultair niveau. Daarmee worden de sluimerende nadelen die met de invoering van de functie van student-assessor gepaard gaan bij voorbaat beperkt. De essentie is namelijk dat deze ene student nooit voor de gehele studentenpopulatie kan spreken, maar vooral niet zou mogen spreken. Daarvoor is nu juist het medezeggenschapsstelsel.

‘De enige student die nu invloed op het minorbeleid heeft gehad, is het student-lid bestuur’

Aan de Faculteit der Geesteswetenschappen verstoren de student-leden in het faculteitsbestuur en de master- en bachelorraad juist een eerlijke besluitvorming. Theoretisch heeft de studentenraad in tegenstelling tot de ondernemingsraad een belangrijke rol bij de vormgeving van het onderwijs. Maar de faculteit belet het om die ook werkelijk tot gelding te laten komen. Een stuitend voorbeeld is de poging om het minorenbeleid aan te passen. De studentenraad beantwoordde een instemmingsverzoek afwijzend en nu, na een jaar, is daar nog steeds niet door de faculteit op gereageerd. Ondertussen werd het plan wel geïmplementeerd, onder de noemer van een ‘vanuit de opleidingen aangedragen herprofilering van het minoraanbod’. Alle aandachtspunten die de studentenraad naar voren heeft gebracht zijn onbeantwoord gebleven. De enige student die nu invloed op het minorbeleid heeft gehad, is het student-lid bestuur dat in de voorbereidende commissie zat.

 

Het is een valkuil waar men ook in viel bij de invoering van de 7-7-4-jaarindeling, bedoeld onder meer om ‘rust’ te bieden aan de student. De enige inbreng van studenten die in de plannen werd meegewogen was die van het student-lid bestuur. Het faculteitsbestuur zorgt er op die manier voor dat deze in de praktijk degene is die het beleid namens de student bepaalt, en niet de studentenraad die daarvoor juist is uitverkoren. De beslissing stuitte op grote weerstand en de decaan heeft na mediationgesprekken tussen de studentenraad en het College van Bestuur moeten besluiten een pilot in te voeren. Dat werd overigens een pilot voor de gehele faculteit.

‘Het faculteitsbestuur van geesteswetenschappen verzwakt actief de democratisch verkozen medezeggenschap’

Gebrek aan democratie

In de praktijk is het gevoerde beleid dus niet getoetst door de belangenvertegenwoordigers van de studenten van de faculteit. Het bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen toont daarmee aan niet te beschikken over een Montesquieuaans besef en verzwakt daarmee actief de democratisch verkozen medezeggenschap. Als een kind niet verantwoord met zijn speelgoed kan omgaan, wordt het hem ontnomen. De functie van student-lid bestuur zou dan ook uit het faculteitsreglement moeten worden geschreven.

 

Hoewel er zonder deze functie geen student meer bij bestuursvergaderingen zit, is dat geen drama. De decaan en de onderwijsdirecteuren moeten in dat geval veel intensiever samenwerken met de studentenraad. Het resultaat ervan zal zijn dat de belangen van studenten beter bij het beslissingsproces worden betrokken. Uiteindelijk zal dat het placebo-effect van het student-lid bestuur snel doen vergeten.

 

Geen lustrum

De huidige halfslachtige constructie van studentbetrokkenheid zou dan ook zeker geen volgend lustrum mogen krijgen. Studenten in deze functies doen natuurlijk hun uiterste best, maar zij blijven studenten zonder ware legitimiteit en ruggespraak. De brug tussen bestuur en student zou moeten worden vervuld door de daarvoor verkozen studenten en niet door één student die wel de lusten maar niet de lasten hoeft te dragen in het vertegenwoordigen van de studentenbelangen. Want wanneer wordt een persoon, die geen verantwoording verplicht is, terechtgewezen en moet het de gevolgen van zijn acties dragen? Nooit.

 

Tjibbe Valkenburg doet de research master Arts of the Netherlands aan de UvA en zit namens Partij TOF in de studentenraad van de Faculteit der Geesteswetenschappen.