Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Marc Kolle (Folia-archief)
opinie

‘In de studentenraad zitten is vechten tegen de bierkaai’

Tjibbe Valkenburg,
9 maart 2020 - 11:47

Studentenraden hebben inderdaad weinig slagkracht, schrijft masterstudent Tjibbe Valkenburg. Dat ligt deels aan de studenten, maar ook aan het bestuur, vindt hij. ‘Voor een bestuurder lijkt een medezeggenschapsjaar geslaagd als de raad met een kluitje het riet in is gestuurd en de reputatieschade voor het bestuur beperkt is gebleven.’

Woensdag verscheen op Folia.nl een artikel over de worsteling waarin de Centrale Studentenraad verkeert. Het schetst een beeld van gebrek aan slagkracht door de opstelling van een deel van de verkozen raadsleden en ook een schrikwekkend beeld over het gebrek aan tijd en animo voor de studentenraad. Daardoor kan een studentenraad vooral passief reageren in plaats van actief de grote lijnen aan te kaarten. Deze problemen komen partij TOF aan de Faculteit der Geesteswetenschappen meer dan bekend voor. Maar in plaats van deze slechte omstandigheden als een fait accompli te beschouwen, opteren wij voor een strijdlustigere houding. Medezeggenschap is te belangrijk om nu op te geven.

‘Het is een strijd van David tegen Goliath, waarbij de steen in veel gevallen is vervangen door een nutteloze waterballon’

Nauwelijks slagkracht

De belangen van de studenten zijn namelijk groot. De winst die te behalen valt, is te belangrijk om het op te geven. Maar het is een strijd van David tegen Goliath, waarbij de steen in veel gevallen is vervangen door een nutteloze waterballon. De tijden van werkelijke macht voor de studentenraad, waarin bestuurders zwetend uit al hun poriën het beleid moesten verdedigen tegenover de academische gemeenschap, liggen ver achter ons. De medezeggenschap is tegenwoordig voor het grootste deel ontdaan van haar slagkracht. Desondanks heeft onze facultaire medezeggenschap altijd een vooruitstrevende rol gespeeld, met een track record in het opzoeken van de grenzen van de medezeggenschap om trots op te zijn. Maar de positie van de medezeggenschap wordt ook bij ons van alle kanten bedreigd.

‘Studieverenigingen en studentenpartijen vissen allemaal uit dezelfde vijver van studenten die tijd en motivatie hebben voor een bestuursjaar’

Een slagvaardige studentenraad bestaat uit het volle aantal leden, bij voorkeur vertegenwoordigd vanuit meerdere partijen. Beide lijken de laatste jaren vrijwel onmogelijk, en ook de toekomst stemt somber. Allereerst is daar het schuldenstelsel. Was er vroeger voldoende animo van studenten om lid te worden van een studentenpartij en te strijden voor een plaats in de raad, tegenwoordig is er totale schaarste. Studenten moeten bijverdienen en hebben daardoor geen tijd meer voor bestuurswerk waar verhoudingsgewijs weinig mee verdiend wordt. Studieverenigingen en studentenpartijen, allemaal vissen ze uit dezelfde vijver van studenten die tijd en motivatie hebben voor een bestuursjaar. En die vijver van talent dreigt daadwerkelijk langzaam op te drogen. Vaak wordt een studentenpartij daarbij afgetroefd door de studievereniging. Niet zo verwonderlijk, de ervaren waardering is daar vaak groter, de hoognodige shots dopamine volgen elkaar snel op.

 

Gebrek aan actieve raadsleden

Ten tweede kent de studentenraad aan onze faculteit een structurele onderbezetting mede door deelname van partijen waarvan de kandidaten de verwachtingen niet waar kunnen maken. Zo besloot Red UvA haar twee plaatsen in te nemen met niet actieve raadsleden in haar strijd tegen het gebrek aan werkelijke medezeggenschap. En De Vrije Student leverde een kandidaat die in een zittingsperiode van anderhalf jaar bij geen enkele overlegvergadering met het faculteitsbestuur aanwezig is geweest. Een studentenraad is daarmee bij voorbaat al een groot deel van de slagkracht kwijt. Er is een scala aan onderwerpen en alleen al de behandeling van de standaard adviesverzoeken, zoals het beoordelen van de facultaire begroting van 100 miljoen, vergen een grote inspanning. Deze ‘interne’ problematiek wordt helaas aangegrepen door het bestuursapparaat om het belang van medezeggenschap te degraderen.

‘Voor een bestuurder lijkt een medezeggenschapsjaar geslaagd als de raad met een kluitje het riet in is gestuurd en de reputatieschade voor het bestuur beperkt is gebleven’

Ten derde valt het bestuur van de UvA en in het bijzonder de decaan van de Faculteit Geesteswetenschappen het een en ander aan te rekenen. Na alle roep om meer medezeggenschap lijkt vooral geïnvesteerd te worden in het vermogen om te communiceren en zaken dood te polderen. De opheffing van de ene na de andere kritische studentenpartij voltrekt zich geruisloos, zonder dat het bestuur daadwerkelijk ingaat op de verwijten van een gebrek aan medezeggenschap. En die machteloosheid is enorm voelbaar.

 

Elk jaar opnieuw botsen raadsleden met hun hoofd tegen een onwrikbare muur. De gesprekken die gevoerd worden op het gebied van diversiteit zijn soms van een niveau waarbij het schaamrood je op de kaken staat. De stelselmatige tegenwerking in de acceptatie van Engelstalige raadsleden en raadsassistenten is schrikbarend. En dat op een faculteit waar inmiddels een derde van de studenten afkomstig is van buiten Nederland. Een daadwerkelijke interesse in wat de vertegenwoordiging van de studenten bezig houdt ontbreekt. Niet verkozen student-assessoren worden gulzig ingezet bij de besluitvorming onder het mom van het meenemen van het studentperspectief. Het informatierecht is vrijwel afwezig. Spontaan informatie ontvangen is schaars en het opvragen van documenten is een bureaucratische rompslomp.

‘Een dieptepunt waren de 23 (!) instemmings- en adviesverzoeken die de decaan in juni 2019 aan de studentenraad toestuurde’

Vechten tegen de bierkaai

Bovendien is de waardering van het bestuur nihil. Het is vechten tegen de bierkaai. Voor een bestuurder lijkt een medezeggenschapsjaar geslaagd als de raad met een kluitje het riet in is gestuurd en de reputatieschade voor het bestuur beperkt is gebleven. Een serieuze strijd op academisch niveau is niet mogelijk. Als een studentenraad op basis van argumenten op serieuze wijze uiteenzet waarom hij negatief adviseert of instemming onthoudt, stuit dat vooral op irritatie. En met het gebrek aan slagkracht wordt een nieuwe tactiek uitgeprobeerd. Onwelgevallige adviezen worden gewoon niet beantwoord of bedolven onder een grote hoeveelheid bestuurlijk schrijven. Het tijdsintensieve proces van het aanvragen van mediation door het College van Bestuur of het aanspannen van een geschil worden daarmee steeds vaker noodzakelijke middelen. Een dieptepunt waren de 23 (!) advies- en instemmingsverzoeken die de decaan in juni 2019 aan de studentenraad toestuurde. Een reeds uitgedunde raad werd in de vakantieperiode regelrecht een burn-out ingewerkt, want het niet behandelen van een groot aantal van dit soort complexe verzoeken is uit den boze.

 

Uiteindelijk zijn studenten en studieprogramma’s er de dupe van als adviezen niet door de studentenraad kunnen worden behandeld. De reactie van het bestuur op dergelijke problemen is apathisch. Het bestuur gelooft dat het gebrek aan werkelijke tegenwerking de bestuurlijke taak vergemakkelijkt, en dat een niet optimaal functionerende medezeggenschap voordelig uitpakt. Deze opstelling ligt echter onder vuur.

‘Na de aanpassing van de nakijktermijnen of de jaarindeling, waarbij de medezeggenschap niet werd gehoord, was er veel verontwaardiging’

Na de aanpassing van de nakijktermijnen of de jaarindeling, waarbij de medezeggenschap niet werd gehoord, was er veel verontwaardiging vanuit de academische populatie. Studenten en docenten zijn niet voldoende betrokken bij de genomen beslissingen. De roep van de medezeggenschap om inspraak verdwijnt in de bestuurlijke woestijn.

 

Omslag

Ondanks bovenstaande is het kunnen vertegenwoordigen van de 6.500 studenten van de faculteit een prachtige strijd. Zodra je deel uitmaakt van de studentenraad, voel je het belang van de taak. Met zoveel studenten afkomstig van over de hele wereld, met elk een ander gebaand pad en verschillende perspectieven is dat een uitdagende, maar ook zware taak. Hoe kun je de stem van al deze studenten zo goed mogelijk vertolken tegenover een bestuur? Er komen als medezeggenschapper uiterst schrijnende praktijkvoorbeelden op je pad, van studenten die dringen een luisterend oor nodig hebben.

Wat het werk de moeite waard maakt zijn de behaalde overwinningen, die vaak pas van kracht gaan als je eigen raadsjaar al is voltooid. Daar doen wij het voor. Maar het gevoel gewaardeerd te worden, de werkelijke interesse in de mening van de student en de invloed van de medezeggenschap zijn laag. Een omslag is nodig. En daarom strijden wij door. Omdat het buigen voor het bestuurlijke pluche een academicus in opleiding onwaardig is. En hopelijk zijn er voldoende studenten die diezelfde innerlijke drang voelen.

 

Tjibbe Valkenburg doet de research master Arts of the Netherlands aan de UvA en zit namens Partij TOF in de studentenraad van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Hij schrijft het artikel namens zijn partij.