Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Monique Kooijmans (UvA)
opinie

Op z'n Duits | Afstudeerangst

Linda Duits,
24 mei 2019 - 08:01
Betreft
Deel op

‘Hoe ver ben je?’ is een van de gemeenste vragen die je kunt stellen. Niet aan zwangere vrouwen, want die vinden dat volgens mij alleen maar leuk. Het is gemeen om die vraag te stellen aan iemand die aan zijn scriptie werkt. Scriptie schrijven staat soms gelijk aan lijden.

Folia-redacteur Andrea Huntjens werkt momenteel aan haar thesis en maakt een vlogreeks over ‘het leed dat scriptie schrijven heet’. Aflevering 3 ging over de vergelijkbare vraag ‘hoe gaat het eigenlijk met je scriptie?’ Het probleem is: op deze vragen kun je als student geen antwoord geven. Pas als het bijna klaar is, weet je het. En zelfs dan vaak nog niet.

‘Een scriptie schrijven is een berg beklimmen. Je hebt alleen geen idee hoe hoog de berg is en hoe het pad eruit ziet’

Een scriptie schrijven is een berg beklimmen. Je hebt alleen geen idee hoe hoog de berg is en hoe het pad eruit ziet. Vroeger kon je daar op je dooie gemakkie aan beginnen en was het prima als je er een tijdje over deed (tussen mijn eerste gesprek met mijn begeleider en het moment van becijfering zat zo’n anderhalf jaar). Tegenwoordig moet het in recordtempo af. Bij sommige bacheloropleidingen krijg je nog maar tien weken.

 

Het probleem van de scriptie ligt zelden bij het onderzoek zelf. Natuurlijk, er kan van alles misgaan met dataverzameling of het schrijfproces. Maar meestal zit het knelpunt intern. De student wil van te voren weten hoe de andere kant van de berg eruit ziet en wordt onnodig onzeker omdat hij dat niet weet. Maar dat kán je in de beginfase helemaal niet weten: je ziet het dal pas als je bovenop de berg staat. Plus, als je al weet wat uit je onderzoek gaat komen, hoef je dat onderzoek niet meer te doen.

 

Regelmatig ontstaan de problemen bovenop de berg. Dan moet je namelijk nog naar beneden. Zelfs als alles soepeltjes gaat en je ziet het dal aan je voeten liggen, kunnen er beren op de weg komen. Dat komt omdat dan soms de existentiële angst inkickt. Want is afstuderen eigenlijk wel zo begerenswaardig? Hoe gaat het met me verder als ik straks geen student meer ben?

‘Met een diploma op zak blijf je dezelfde persoon: je houdt nog steeds van blauwe kaas en StarWars (of niet)’

Als ik vast zat met mijn proefschrift, stelde mijn promotor zich therapeutisch op. Waar zou het aan kunnen liggen? Is de blokkade onderdeel van de moeilijkheidsgraad van je intellectuele puzzel, of speelt er iets anders? Vast komen te zitten gaat vaak niet over de inhoud, maar over het proces. Existentiële angst of een variatie daarop is in mijn ervaring de grootste oorzaak van scriptievertraging.

 

Ik probeer mensen dan gerust te stellen. Ook als je afgestudeerd bent, mag je nog in de bieb van het P.C. Hoofthuis zitten. En met een diploma op zak blijf je dezelfde persoon: je houdt nog steeds van blauwe kaas en StarWars (of niet), je hebt alleen geen collegekaart meer. Het werkende leven is echt niet zo heel veel anders dan studeren. Je mag nog steeds doordeweeks uit, want je trekt je werk ook heus wel met een kater. Net zoals dat met college ook ging (of niet).

 

Waar studenten zich op verkijken is dat ze een scriptie zien als een paper extra-large. Maar een scriptie is zoveel meer. Aan het einde van een vak schrijf je met gemak een paar duizend woorden in een paar dagen, omdat je daar al een aantal weken over hebt nagedacht en omdat je een paar dagen kunt pieken. Dat is een sprint, een scriptie is een marathon. Bovendien bestaat bij papers geen afstudeerangst. Vragen hoe ver iemand is, is niet alleen een antwoord zoeken op een onkenbare vraag. Het is ook wrijven in de vlek die volwassen worden heet.

 

Linda Duits is een weggelopen wetenschapper, gespecialiseerd in populaire cultuur; in het bijzonder op het gebied van gender en seksualiteit.

Lees meer over