Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Teska Overbeeke (UvA)
opinie

‘Ook eerstejaars en deeltijders moeten een beurs krijgen voor nuttig werk’

Aïsha Daw,
5 maart 2019 - 15:50

Deeltijdstudenten en eerstejaars hebben op dit moment geen recht op een vergoeding als ze zich inzetten voor de medezeggenschap, een studievereniging of een andere studentenorganisatie. Soms hebben ze niet eens recht op een onkostenvergoeding. Dat moet veranderen, vindt filosofiestudent Aïsha Daw. ‘Eerstejaars- en deeltijdstudenten moeten betaald worden voor hun bestuursactiviteiten. ’

In principe hebben UvA-studenten die deelnemen aan bestuursactiviteiten recht op financiële compensatie in de vorm van een bestuursbeurs en een onkostenvergoeding. Hieronder vallen medezeggenschapsorganen en studentenorganisaties, zoals opleidingscommissies, facultaire studentenraden, de centrale studentenraad, studieverenigingen en studentenunies. Op dit moment worden eerstejaars- en deeltijdstudenten echter meestal niet betaald voor het werk dat zij verrichten, en lopen ze bij sommige faculteiten zelfs een onkostenvergoeding mis.

‘Maak de beurs voor eerstejaars desnoods voorwaardelijk en geef de compensatie alleen als ze hun bsa halen’

Bindend studieadvies

In het geval van eerstejaarsstudenten dient het gebrek aan financiële compensatie ter ontmoediging voor eerstejaarsstudenten om zich te betrekken bij de universiteit. De voornaamste reden van het College van Bestuur (CvB) is simpelweg dat het bestuurswerk niet in de weg moet staan van het behalen van een positief bindend studieadvies (BSA). Het is niet moeilijk om te zien dat het belang van eerstejaarsstudenten in bestuursactiviteiten hiermee ernstig ondermijnd wordt. Eerstejaarsstudenten mógen namelijk wel meedoen met bestuursactiviteiten, maar werken dan gratis.

 

Een van de studenten die de dupe van deze regeling was, is Roeland VoorbergenRoeland Voorbergen is tegenwoordig voorzitter van de Centrale Studentenraad van de UvA., vorig jaar eerstejaars filosofiestudent en tevens vicevoorzitter van de facultaire studentenraad geesteswetenschappen. Hoewel Roeland wist dat hij als eerstejaarsstudent minder vergoeding zou krijgen dan andere studenten, wist hij niet dat je zelfs geen recht hebt op een onkostenvergoeding. En hoewel hij als vicevoorzitter onbetaald tussen de 20 en 30 uur per week aan de studentenraad spendeerde, haalde hij al z’n vakken met prima cijfers. Een studie hoeft er dus niet per se onder te lijden.

‘Het gebrek aan steun weerhoudt sommige eerstejaars en deeltijdstudenten er niet van om zich alsnog onbetaald in te zetten voor het belang van de universiteit’

Eerstejaarsstudenten moeten überhaupt niet geweerd worden van bestuursactiviteiten, aangezien studenten uit alle jaren van een opleiding gerepresenteerd zouden moeten worden in de studentenpolitiek, bindend studieadvies of niet. Als het bestuur toch een negatief bindend studieadvies wil voorkomen, dan zou dit opgelost kunnen worden door financiële compensatie voor eerstejaarsstudenten voorwaardelijk te maken: heb je een positief BSA gehaald, dan word je met terugwerkende kracht uitbetaald. Dat zou een stap in de juiste richting zijn.

 

Enkel voor voltijders

Niet alleen eerstejaars vallen buiten de boot. In het profileringsfonds is bepaald dat enkel voltijd-studenten aanspraak maken op een bestuursbeurs. Een bestuursbeurs fungeert namelijks als maandelijkse compensatie voor de veronderstelde studievertraging door je bestuursactiviteiten. En omdat bij deze vertraging dus wordt uitgegaan van een voltijd-studerende student, zou de beurs bij deeltijdstudenten niet van toepassing zijn. Dit kan anders, en dat moet ook anders. Deeltijdstudenten moeten betaald worden, al is het maar door middel van een gedeeltelijke beurs, ter compensatie voor hun gedeeltelijke vertraging.

 

Het is zowel onwenselijk als ineffectief om eerstejaars- en deeltijdstudenten uit bestuursactiviteiten te weren. Het gebrek aan financiële steun weerhoudt sommige eerstejaarsstudenten en deeltijdstudenten er namelijk niet van om zich alsnog in te zetten voor het belang van de universiteit. Dat gold ook voor Roeland, die de medezeggenschap zo interessant en belangrijk vond dat hij doorzette, ook al was het financieel onverstandig.

Eerstejaarsstudenten en deeltijdstudenten zouden zoals andere studenten betaald moeten worden voor hun bestuurswerk. Het bestuur van de UvA moet het profileringsfonds wijzigen, zodat deeltijd- en eerstejaarsstudenten gelijk behandeld worden voor het verrichten van hetzelfde werk als alle anderen studenten. En een facultaire onkostenvergoeding kan er ook wel vanaf, op z’n minst.

 

Aïsha Daw is student bij de onderzoeksmaster filosofie en de onderzoeksmaster argumentatie, en lid van de opleidingscommissie filosofie.

Lees meer over