Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
opinie

‘Pieter Duisenberg lijkt bang voor de mensen die hij vertegenwoordigt’

Josef Früchtl,
3 november 2017 - 15:18

Pieter Duisenberg nam als politicus harde standpunten in, maar weigert daar nu als voorzitter van de Vereniging van Universiteiten (VSNU) nog publiekelijk over te debatteren, beweert UvA-hoogleraar Josef Früchtl.

Na de volksopstand in Oost-Duitsland van 17 juni 1953 heeft Berthold Brecht in een gedichtje de ironische vraag gesteld of het niet passend zou zijn of de overheid als ‘het volk’ haar niet bevalt, dit volk niet kan opheffen en een ander volk kan kiezen. Deze soort van politieke houding – evenzo aanmatigend als angstig - is ook in parlementaire democratieën bekend. In Nederland kunnen we dit fenomeen momenteel in de figuur van Pieter Duisenberg studeren.

 

Marktdenken

Duisenberg werd drie maanden geleden tot voorzitter van de VSNU benoemd, de overkoepelende organisatie van de Nederlandse universiteiten als werkgevers en ‘kennisondernemingen’. Universiteiten die zichzelf als ondernemingen zien, hebben iemand nodig die dit soort van neoliberaal of beter marktradicaal beleid vertegenwoordigt. Dat is logisch.

Uiteraard wil Duisenberg zoals elke goede en goed getrainde Nederlandse politicus vooral ‘luisteren, luisteren, luisteren’

Aan de tegenovergestelde kant, waar niet competitiegerichte bestuurders en managers maar juist studenten en docenten zitten, was het protest groot. Ongeveer vijfduizend mensen hebben een petitie van Rethink UvA getekend met de boodschap: Duisenberg is niet onze voorzitter.

 

Duisenberg en de VSNU hebben op de gebruikelijke manier gereageerd, namelijk door eerst niet te reageren en het te negeren en tot slot te relativeren. Als je niet langer kunt zwijgen, ontken je verwijten (‘Ik wilde geen onderzoek doen naar de politieke voorkeur van wetenschappers’) of relativeer je ze (‘het is een misverstand’, ‘ik werd niet correct geciteerd’).

 

Kennismakingsronde

Verder kondig je aan dat je een kennismakingsronde langs de universiteiten gaat doen. Want uiteraard wil Duisenberg zoals elke goede en goed getrainde Nederlandse politicus vooral ‘luisteren, luisteren, luisteren’.

 

Hoe ziet die kennismakingsronde eruit? In het geval van de UvA gebeurde alles onder de ongewenste sluier. Niemand had informatie of wilde die doorgeven, niet het College van Bestuur, niet de Centrale Ondernemingsraad en niet de Centrale Studentenraad. Alleen de datum was bekend, en het feit dat Duisenberg geen publieke discussie wilde hebben. Een ‘echt gesprek’, zo laat de VSNU nu weten, kan niet bij een grote groep mensen. Dus liever in een achterkamertje een klein groepje van mensen ontmoeten, het liefst met geselecteerde vragenstellers.

Het is duidelijk wat de ware reden is om geen grote publieke discussie in te gaan: angst om de controle over zo’n discussie kwijt te raken

Imago

Het is duidelijk wat de ware reden is om geen grote publieke discussie in te gaan: angst om de controle over zo’n discussie kwijt te raken; angst voor een slecht, een nog slechter imago.

 

Dit werd helemaal duidelijk toen Duisenberg tijdens zijn bezoek dan toch nog even - spontaan - aan de deur van een studentenvereniging klopt om een aardig gesprek in te gaan. Hij weet hoe je de controle kunt houden over gebeurtenissen en hen een positieve draai kunt geven. Als het praatje met de studenten ‘gezellig’ en ‘leuk’ overkomt, en er dan ook nog een foto met lachende gezichten via de social media de wereld in wordt gestuurd, mag het bureau communicatie bij de VSNU zich in de handen wrijven.

 

(Tekst loopt door onder de tweet)

Bang voor de mensen die hij vertegenwoordigt

En toch draait Duisenberg maar om de hete brij heen. Als je van een ietwat ouderwets beeld van mannelijkheid houdt, zou je het zelfs over lafheid kunnen hebben. Duisenberg geeft in dit verband zeker geen voorbeeld van democratische courage en protestantse ruggengraat. Het was vijfhonderd jaar geleden dat Luther zijn 95 stellingen aan de deur van de slotkerk te Wittenberg spijkerde, althans volgens de legende. 95 keer hamerde Luther dus de boodschap van het individu aan de deur van de moderniteit: ‘Hier sta ik, en ik sta (getuig) voor mijn overtuigingen, te weten publiekelijk!’ En wat doet Duisenberg?

 

Hij geeft een blamabel voorbeeld van een democratische politicus. Hij politiseert het debat over hoger onderwijs op een polemische manier, maar ontloopt het debat als het om politiek gaat. Als publieke figuur verkoopt hij wel praatjes, maar achteraf krijgt hij het benauwd. Hij lijkt dus erg op een politicus die bang is voor de mensen die hij officieel vertegenwoordigt, iemand dus die, als ‘het volk’ hem niet bevalt, het liefst zijn eigen klein volkje wil kiezen.

 

Josef Früchtl is hoogleraar filosofie van kunst & cultuur aan de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA.