De ontslagen hoogleraar sociale psychologie Diederik Stapel zou in zijn periode aan de Universiteit van Amsterdam al hebben gesjoemeld met publicaties. Dat vermoedt de commissie die de Amsterdamse periode van Stapel onderzoekt.
De nieuwe resultaten zijn bekendgemaakt op een speciale
onderzoekswebsite. Bij zes van de dertig Amsterdamse publicaties zou er iets niet kloppen. De Amsterdam commissie, die onder leiding staat van hoogleraar psychologie Pieter Drenth, benadrukt dat fraude niet bewezen is, maar wel aannemelijk. Stapel zelf heeft de commissie laten weten het oneens te zijn met de vermoedens.
In de onderzochte stukken zouden bepaalde berekeningen niet kloppen. Hard kan de commissie die vermoedens alleen niet maken. De gegevens waar de onderzoeken zich op baseren, zijn allemaal al vernietigd. Het gaat om artikelen die tussen 1994 en 1999 zijn gepubliceerd. Stapel promoveerde in 1997 in de sociale psychologie aan de UvA. In november vorig jaar gaf hij zijn titel al vrijwillig terug aan de Universiteit van Amsterdam.
De omvangrijke
zwendel kwam in september 2011 aan het licht toen er bij vooral jonge onderzoekers twijfels ontstonden over zijn werkwijze. De
affaire ging als een schok door de academische wereld. De handel en wandel van de voormalige hoogleraar wordt sindsdien onder de loep genomen door een
commissie onder leiding staat van Pim Levelt, oud-voorzitter van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen. In totaal worden meer dan honderd publicaties onderzocht. De resultaten van het onderzoek worden in delen naar buiten gebracht.