Dat velen last hebben van prestatiedruk is inmiddels zelfs tot het kabinet doorgedrongen. Werkgevers, scholen en maatschappelijke organisaties worden opgeroepen om te helpen met het verminderen van stressfactoren. Maar waar te beginnen? Filosoof Toske Andreoli, die afstudeerde op het onderwerp studiestress, geeft alvast vijf aanbevelingen voor op de universiteit.
‘Studenten die in het bestuur van een studievereniging gingen, die vonden wij uitslovers toen ik in 2008 begon met studeren,’ zegt filosoof Toske Andreoli, schrijver van het boek De mooiste tijd van je leven? Een nieuwe kijk op studiestress. ‘Het was ambitieus, dat je dat óók nog deed. Het feit dat je studeerde, was genoeg. Maar nu is het de norm dat je minstens drie van zulke extra dingen naast je studie hebt gedaan.’
Excelleren als norm
Het is Andreoli’s korte illustratie van de omslag in de mentaliteit van studenten in de afgelopen jaren. In de tijd van de economische crisis werden banen schaars en de noodzaak om je te onderscheiden als sollicitant werd groter. Dat is volgens Andreoli een van de redenen voor deze verandering. Excelleren werd belangrijk, en deze gedachte is nu verankerd in het onderwijs op de universiteiten en in de hoofden van studenten.
In de regeringsaanpak staat geschreven dat de samenleving ingewikkelder is vormgegeven, hoge eisen stelt aan mensen en een grote nadruk legt op prestaties en zelfredzaamheid. Scholieren ervaren steeds meer druk op school, ongeveer 840.000 jongeren ervaren mentale uitdagingen en/of klachten en 1 op de 16 jongeren in Nederland is depressief.
Staatssecretaris Maarten van Ooijen: ‘De druk dat alles beter, sneller en cum laude moet, leggen we vooral onszelf en elkaar op. Je hoeft echt niet elke dag de beste versie van jezelf te zijn.’ Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf maakte bovendien deze maand 15 miljoen euro vrij om onderwijsinstellingen te stimuleren om de mentale gezondheid van studenten tot hun prioriteit te maken, specifiek gericht op preventie en vroeg-signalering.
‘Het is goed nieuws dat de mentale gezondheid van studenten eindelijk op de agenda staat,’ laat Emma Buining van studentenvakbond Asva weten. ‘Het is wel ontzettend jammer om te zien dat het bindend studieadvies niet wordt benoemd in de plannen. Het is ingesteld om te kijken of studenten matchen bij hun studie, maar wordt gebruikt om studenten weg te sturen. Het meet enkel of een student het reguliere studeertempo heeft en houdt geen rekening met een eventuele ondersteuningsvraag. Het is tijd om de b uit het bsa te halen! Hopelijk worden de broodnodige veranderingen om de druk voor studenten te verlagen ook echt doorgevoerd en blijft het niet bij enkel woorden en aanbevelingen.’
Geen probleem van het individu
Andreoli vindt de toon van de kabinetsplannen veelbelovend, omdat het lijkt dat er nu minder gefocust wordt op het verbeteren van de weerbaarheid en mentale veerkracht van het individu, om ziekteverzuim te voorkomen. ‘Er zit een omkering in die ik zelf ook probeerde te maken met mijn boek: dit zijn geen individuele problemen, maar maatschappelijke. We moeten het dus ook groter oplossen.’
Het kabinet wil dus nu samen met onderwijsinstellingen gaan kijken wat er gedaan kan worden om de mentale gezondheid van jongeren te verbeteren. Andreoli doet alvast vijf aanbevelingen die veranderd kunnen worden op de universiteit om de prestatiecultuur te veranderen.
Andreoli noemt ook het afschaffen van het BSA, een goede basisbeurs en betaalbare huisvesting als belangrijke randvoorwaarden die een hoop gaan schelen en waar ook de regering deels zelf een verschil in kan maken. ‘Het haalt tijdsdruk tijdens je studie weg, doordat er geen noodzaak is om veel te moeten werken, wat studenten nu wel moeten doen.’
Geen rat race op de uni
Ze sluit zich aan bij het idee dat er een grote rol weg is gelegd voor de onderwijsinstellingen. ‘Ik denk dat universiteiten vanuit hun wettelijke taak het recht en de plicht hebben om hun studenten meer te beschermen tegen de prestatiecultuur. Zij hoeven die rat race van de buitenwereld niet per se ook onverkort op hun studenten los te laten.’
Toch denkt ze dat er eerder iets verandert in die wereld buiten de universiteit dan intern, als ze kijkt naar hoe de onderzoekswereld werkt en de manier waarop universiteiten omgaan met personeel. ‘Ik zie dat de maatschappelijke wind al anders gaat waaien.’