Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Kirsten van Santen (UvA)
actueel

FGw-decaan Marieke de Goede: ‘Ik hoop op jaren met meer lucht en waardering’

Dirk Wolthekker,
17 mei 2022 - 13:19

Marieke de Goede is de nieuwe decaan van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Een kennismakingsgesprek in haar nieuwe onderkomen. ‘Ik vind het hebben van deze functie een hele eer, maar ook een opdracht.’

We spreken Marieke de Goede op een mooie dinsdagmiddag in haar nieuwe onderkomen als decaan van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Of liever gezegd: haar tweede nieuwe onderkomen als decaan, want na drie dagen in het Bushuis moest ze al weer verkassen. Nu zit ze op de eerste verdieping van BG-3, het iconische ovalen gebouwtje op het Binnengasthuisterrein waar de UvA zo graag van af wil, maar waarvan architectuurkenners en omwonenden zeggen: ‘Dat nooit.’

 

Of het pand ten prooi valt aan de sloophamer is vooralsnog onbekend. Tot die tijd doet het pand onder meer dienst als onderkomen van faculteitsbureau van de FGw, onder wie de kersverse decaan Marieke de Goede (Nijmegen, 1971). Ze is politicoloog van huis uit, maar wel een politicoloog met een open oog voor de humaniora: eerder was ze werkzaam bij de afdeling Europese studies van de FGw. Ze ging vervolgens terug naar de politicologen en was tot voor kort wetenschappelijk directeur van het Amsterdam Institute of Social Science Research (AISSR). Vorige week werd bovendien bekend dat ze is gekozen als nieuw lid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen.

 

Marieke, gefeliciteerd met dit eervolle KNAW-lidmaatschap. Wat betekent het voor je?

‘Dat is natuurlijk een hele eer en ik ben verguld dat mijn wetenschappelijke prestaties door collega’s op deze manier worden erkend. Ik weet dat het veel werk is om een nominatie te schrijven, dus veel dank aan degenen die dat hebben gedaan. De jury noemde ook mijn intellectuele openheid, de inspiratie van collega’s en studenten en de vertaling van mijn onderzoek naar het maatschappelijke debat. Daar ben ik trots op en ik zal ook als decaan streven naar openheid en aandacht voor maatschappelijke vraagstukken.’

‘Als wetenschapper doe ik voor een poos een stapje terug om andere wetenschappers te faciliteren’

Je hebt een bijzondere hobby, vertelde je eerder. Je houdt van koudwaterzwemmen. Vertel.

‘Daar hou ik inderdaad van. Ik doe dat twee à drie keer in de week, samen met mijn man. Het is eigenlijk een Geheimtipp, maar ik zwem, ook in de winter, in een klein meertje in de duinen. Koud is dan ook wel echt koud. In de winter is het water soms niet warmer dan vier graden, ik draag dan wel een wetsuit. Maar koudwaterzwemmen is heerlijk en het helpt heel goed tegen de stress van de werkdruk. Ik gun het iedereen om het hoofd op die manier leeg te kunnen maken. Juist de mensen die zeggen dat ze daarvoor geen tijd hebben, hebben het vaak het hardst nodig.’

 

Mogen we hieruit concluderen dat je ook in overdrachtelijke zin geen koudwatervrees hebt voor de uitdagingen van je nieuwe functie?

‘Geen koudwatervrees, maar ik vind het natuurlijk wel spannend. Ik vat mijn nieuwe taak niet lichtzinnig op en vind het een hele eer, maar ook een opdracht. Ik ben nieuwsgierig, vind heel veel dingen leuk en de academische wereld boeiend en belangrijk.. Daar wil ik graag een bijdrage aan leveren. Als wetenschapper doe ik voor een poos een stapje terug om andere wetenschappers te faciliteren.’

 

In een eerder gesprek benadrukte je dat je een eerstegeneratiestudent bent. Waarom wil je dat benadrukken?

‘Ik kom uit een gezin waarvan beide ouders niet hebben gestudeerd. Als je dan op een universiteit terechtkomt is dat in het begin echt niet gemakkelijk, dan is het lastig om er je weg te vinden. Zelf had ik altijd een boek bij de hand om mezelf een houding te geven. Het is met mij natuurlijk helemaal goed gekomen, maar ik ben blij om te zien dat er nu meer aandacht is voor de vraag hoe iedereen zich thuis kan voelen op de universiteit.’

‘Ik wil niet 80 uur per week werken, en ik wil ook niet dat mijn medewerkers zulke lange weken maken’

Je bent sinds 1 maart decaan van de faculteit. Hoe kijk je terug op de eerste maanden van het decanaat?

‘Ik voel me warm onthaald door de faculteit. Eerst de feestelijke start van mijn decanaat in de Rode Hoed. Heel feestelijk met een kleine balletvoorstelling, mooie spoken word en muziek. Sindsdien ben ik vooral druk bezig geweest met kennismaken. Ik vraag aan een afdeling of ik een half uurtje aan kan schuiven bij hun vergadering of lunch, leg daar mijn oor te luister, informeer wat ze van mij verwachten en vraag naar de kwesties die op de facultaire agenda staan of zouden moeten staan. Zo probeer ik zo veel mogelijk mensen te leren kennen en direct te horen wat er speelt.’

 

Hoe heb je de faculteit aangetroffen op 1 maart? Wat zijn de grote kwesties die je aandacht vragen de komende jaren?

‘Ik heb een positieve indruk gekregen in de eerste paar maanden, hoewel er ook een paar grote uitdagingen liggen. Ik had hier natuurlijk al eerder gewerkt, en ook vanuit mijn positie bij de sociale wetenschappen heb ik geregeld samengewerkt met FGw-collega’s in Europese studies en mediastudies, bijvoorbeeld via de UvA-zwaartepunten. Bij elkaar genomen denk ik dat ik met een frisse, interdisciplinaire blik kan beginnen.

Deze faculteit heeft wel een aantal lastige bezuinigingsjaren achter de rug, waar ook nog eens de coronapandemie bij kwam. Ik hoop nu dat er voor studenten en medewerkers betere jaren aanbreken met meer lucht en waardering. Daarnaast denk ik dat we het verhaal van de geesteswetenschappen nog beter kunnen vertellen en uitdragen. We zijn heel goed in onderzoek rond thema’s als ethiek en digitalisering. Het belang van het geesteswetenschappelijk perspectief hierop kunnen we nog beter benadrukken.’

 

Er zijn een paar nare kwesties geweest op de FGw rond grensoverschrijdend gedrag. Die werden volgens studenten niet goed opgelost. Hoe ga je zorgen dat die kwesties niet weer voorkomen?

‘Sociale veiligheid is een van de uitdagingen en blijft een heel belangrijk punt van zorg dat hoog op mijn agenda staat. Inmiddels is er een UvA-gedragscode rond sociale veiligheid, maar waar het vooral om gaat is dat sociale veiligheid meer is dan een papieren maatregel. Het moet gaan leven, op de werkvloer en in de collegezaal. We moeten met elkaar een bespreekcultuur maken, niet alleen voor de mensen die iets overkomt, maar ook voor de mensen die iets observeren. Ik weet niet of je grensoverschrijdend gedrag volledig kunt voorkomen, maar ik wil écht de boodschap uitdragen dat slachtoffers én bijstanders misstanden moeten melden. Als dat betekent dat er meer zaken aan het licht komen, dan laat ze maar aan het licht komen.’

Foto: Kirsten van Santen

Er vindt momenteel een nakijkstaking door ondergewaardeerde docenten plaats bij twee zusterfaculteiten. Hoe staat de zaak er voor bij geesteswetenschappen?

‘Binnen de FGw zijn we al langer bezig met deze vragen en daar kwam het rapport Perspectief & zekerheid uit voort. Daarmee willen we meer zekerheid bieden en meer waardering en perspectief voor docenten ontwikkelen. De werkdruk voor docenten is hoog, en dat zie je ook in andere delen van de organisatie. We moeten toe naar langere contracten, goede begeleiding en goed loopbaanperspectief voor docenten. Een goede work-/life balans vind ik zelf ook belangrijk. Ik ben hoogleraar en bestuurder en heb een beloning die daar bij hoort, maar toch wil ook ik deze functie kunnen combineren met een gezinsleven. Mijn taak past niet in een 38-urige werkweek, maar 80 uur werken per week wil ik niet, en ik wil ook niet dat mijn medewerkers zulke lange weken maken.’

 

Je studenten staan bekend als lastig. Nog onlangs hieven studenten van TOF de partij op omdat het hele medezeggenschapscircus in hun ogen niets uithaalt. Kun je daar inkomen?

‘Volgens mij is “lastig” niet het juiste woord. “Kritisch” is beter en ik ben blij en trots kritische studenten om mij heen te hebben. Kritisch betekent namelijk ook “geëngageerd”. Je kunt thuis op de bank zitten netflixen, maar kunt ook in de pen klimmen en een kritisch stuk schrijven. De medezeggenschap is binnen de universiteit deels zeer formalistisch geregeld, waardoor het een open gesprek soms in de weg staat. Samen met de facultaire studentenraad en de faculteitsvereniging Alpha wil ik daarom een Meet the dean-event organiseren in juni om gezamenlijk het gesprek te voeren over waar we heen willen met onze faculteit en hoe studenten daarin kunnen participeren.’

 

Je voorganger zei kort voor zijn afscheid dat FGw-decanen altijd maar één termijn blijven. Blijf jij ook maar één termijn?

‘Ik heb een aanstelling voor vijf jaar en dat is best lang. Wat ik daarna ga doen weet ik niet. Dat ligt ook aan de ambities die ik tegen die tijd heb. Ik denk niet voor de rest van mijn carrière bestuurder zal zijn, want ik heb een sterke binding met onderwijs en onderzoek. Nu doe ik dit en over een aantal jaren zullen we zien wat dat betekent voor daarna.’