UvA moet schade door lekkages in REC-A en REC-B/C deels zelf betalen
De UvA moet een deel van de schade die is ontstaan door lekkages in de gebouw REC-A en REC-B/C zelf betalen. Dat heeft de rechter geoordeeld. Bouwbedrijf BAM werd veroordeeld tot betaling van het grootste deel van de schade en reparatiekosten.
Uit de rechtszaak, die eind vorige maand uitmondde in een uitspraak, blijkt dat er maar liefst 16 oorzaken zijn waardoor er lekkages zijn ontstaan in de gebouwdelen A en B/C van de Roeterseilandcampus.
Elf van die oorzaken zorgen ervoor dat er te veel water het pand binnenstroomt, en er zijn vijf oorzaken waardoor de afvoer van water onvoldoende is, zo bleek uit onderzoek van ingenieursadviesbureau DGMR. Zo zijn er onder meer kleine openingen in de buitengevels, openingen in rubbers en blijft er veel water op de profielen staan.
Gebrekkig onderhoud
Volgens de rechter is de universiteit verantwoordelijk voor gebrekkig onderhoud, waardoor lekkages zijn ontstaan. De ‘ogen van de gevelonderhoudsinstallatie zijn tijdens onderhoud onvoldoende aangedraaid,’ zo oordeelt de rechter. Daardoor kwam er te veel water het pand binnen. De schade die daardoor ontstond moet de universiteit uit eigen zak betalen.
Bouwbedrijf BAM is in ieder geval verantwoordelijk voor twee constructiefouten, oordeelt de rechter. Daarbij gaat het om ‘losse klemlijsten’ en het ‘niet inkitten van spuwers’. De schade die daardoor is ontstaan is voor rekening van BAM.
70/30-verhouding
Voor de overige dertien oorzaken van de schade is niet duidelijk of één partij volledig verantwoordelijk is, oordeelde de rechter. De rechtbank concludeerde dat BAM 70 procent van de reparatie van die oorzaken moet betalen, en de UvA 30 procent. Dat geldt eveneens voor de schade die is ontstaan door die lekkages.
De universiteit laat weten dat nog niet duidelijk is hoeveel de totale herstelkosten zijn, en hoeveel zij moet betalen. Vorig jaar ging de universiteit er nog van uit dat ze niets hoefde te betalen voor renovatie en reparatie.
