Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Dirk Gillissen (UvA)
actueel

Integriteitsinstituut: UvA-hoogleraar Volberda handelde ‘verwijtbaar onzorgvuldig’

27 mei 2021 - 16:18

Het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (Lowi) oordeelt dat hoogleraar Henk Volberda in 2009 ‘verwijtbaar onzorgvuldig’ heeft gehandeld bij publicatie van een onderzoeksrapport over het Nederlandse vestigingsklimaat. Volberda werkte destijds aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en is nu hoogleraar aan de UvA. 

Het Lowi oordeelt dat de onderzoekers, die het onderzoek uitvoerden in opdracht van ondernemersvereniging VNO-NCW, de wetenschappelijke integriteit niet hebben geschonden, maar verwijtbaar onzorgvuldig hebben gehandeld door niet voldoende transparant te zijn over financiering van het rapport. Dat werd deels betaald door VNO-NCW-leden die een zelfstandig belang hadden in het onderzoek. Het gaat om Shell, AkzoNobel, DSM, Philips en Unilever.

 

Het onderzoeksrapport, getiteld Wederzijds profijt, ging over de strategische waarde van hoofdkantoren van multinationals in Nederland. Co-auteurs van Volberda, toen nog werkzaam aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waren hoogleraar Frans van den Bosch, universitair hoofddocent Marc Baaij en hoogleraar Tom Mom. 

 

In het advies aan de Erasmus Universiteit stelt het Lowi verder dat de onderzoekers ‘onzorgvuldig’ – maar niet ‘verwijtbaar onzorgvuldig’ – gehandeld hebben door in vervolgartikelen, waarin data uit het opdrachtonderzoek werden gebruikt, niet te vermelden dat het om onderzoek in opdracht ging. Het instituut laat dat minder zwaar wegen dan het nalaten van de vermelding van externe financiers.

Volberda ontkende dat er andere opdrachtgevers waren en stelde dat hij niets verkeerds had gedaan

Het Lowi stelt dat de kwestie niet zwaar genoeg weegt om te kwalificeren als schending van wetenschappelijke integriteit: het is niet aantoonbaar dat de onderzoekers de namen opzettelijk niet hebben vermeld. Het zou voor de onderzoekers niet vanaf het begin duidelijk zijn geweest dat de facturen door bovengenoemde grote bedrijven werden betaald. 

 

Klacht in 2017

Het integriteitsonderzoek naar Volberda, die sinds 1 januari 2020 aan de UvA verbonden is als hoogleraar Strategic Management & Innovation, loopt al tijden. In 2017 diende de Rotterdamse promovendus Vatan Hüzeir een klacht in bij de Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit van de Rotterdamse universiteit. Hüzeir, actief bij de activistische denktank Changerism, vond dat Volberda en collega’s de gedragscode voor wetenschappers hadden geschonden door de opdrachtgevers niet te vermelden.

 

Op het rapport stond alleen dat VNO-NCW de opdrachtgever was van het onderzoek, terwijl facturen werden betaald door onder andere Shell, schreef nieuwssite Follow the Money destijds. Op de opdrachtovereenkomst met de Rotterdam School of Management stonden de andere bedrijven ook genoemd. Volberda ontkende destijds dat er andere opdrachtgevers warenDaarin gaf het Lowi hem overigens gelijk. Volgens Lowi was enkel VNO-NCW opdrachtgever, maar moesten de auteurs van het rapport desalniettemin de andere financiers vermelden. en stelde dat hij niets verkeerds had gedaan.

Het rapport kwam in 2018 nog eens onder een vergrootglas te liggen toen bleek dat het de enige wetenschappelijke onderbouwing was die de regering gebruikte om de dividendbelasting af te schaffen, zo schreef Follow The Money destijds op basis van gewobde stukken. Eerder werd het rapport al gebruikt als onderbouwing voor een lastenverlichting van 500 miljoen euro voor het bedrijfslevenDat beschrijft onder meer Follow the Money in dit artikel en is te zien aan de verwijzing naar het rapport Wederzijds Profijt in dit onderzoek in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken dat werd gebruikt ter ondersteuning van die lastenverlichting.. Tweemaal, in 2018 en 2019, boog een commissie wetenschappelijke integriteit van de Rotterdamse universiteit zich erover, maar door procedurele fouten kwam de zaak toch weer bij het Lowi terecht, aldus Erasmus Magazine

 

Samenwerking met Shell 

Met de aanstelling van Volberda in 2020 ving de UvA een grote vis: de hoogleraar is een van de meest geciteerde economen en heeft een rijk cv met talloze nevenfuncties bij (wetenschappelijke) organisaties. Tegelijkertijd komt het niet vaak voor dat universiteiten hoogleraren aannemen naar wie een integriteitsonderzoek loopt. Daarnaast is het opvallend dat de leerstoel Strategic Management & Innovation speciaal voor hem is gecreëerd; er was dus geen openbare vacature.

Het komt niet vaak voor dat universiteiten hoogleraren aannemen naar wie een integriteitsonderzoek loopt

Volgens bronnen op de Rotterdam School of Management (RSM) heeft Volberda zelf besloten om over te stappen naar de UvA. Die Rotterdam School of Management kwam de laatste jaren regelmatig negatief in het nieuws. Zo stond in een contractDat contract is inmiddels door de universiteit opgezegd. – dat overigens prominent in het gebouw werd opgehangen – tussen de RSM en Shell dat die laatste invloed mocht uitoefenen op het curriculum van studies op de RSM. Bovendien stelde het College van Bestuur van de Rotterdamse universiteit dat er ‘integriteitsrisico’s’ waren op de faculteit, onder meer omdat werknemers nevenfuncties niet goed bijhielden. Ten slotte werd ze ook nog door de minister op de vingers getikt omdat ze zich niet hield aan de regels omtrent het maximale collegegeldEen rechtszaak over dit voorval, waarbij studenten meer dan 30.000 euro moesten betalen voor een deeltijdmaster, loopt nog steeds. Deze week nog verklaarde een rechter zich niet-ontvankelijk. Volgens hem moesten de klagers niet bij de burgerlijke rechter zijn, maar bij een gespecialiseerde hogeronderwijsrechter: het College voor Beroep Hoger Onderwijs..

 

‘Geen consequenties’

Een woordvoerder van de UvA liet eerder weten dat de integriteitszaak ‘bekend was bij de UvA’ toen de benoeming speelde. ‘De procedure bij het Lowi was voor het College van Bestuur geen aanleiding om de heer Volberda niet te benoemen, dan wel de benoeming uit te stellen.’ De UvA benadrukt nu dat het gaat om een rapport uit 2009 en dat het Lowi stelt dat geen sprake is van schending van wetenschappelijke integriteit. ‘Daarom heeft de uitspraak voor ons verder geen consequenties.’

 

Het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit laat weten het oordeel van het Lowi over te nemen. ‘We hebben alle direct betrokkenen over ons besluit geïnformeerd en trekken uit het advies lessen voor in de toekomst. Verder beschouwen we deze kwestie daarmee als afgerond.’ 

 

Hoogleraar Volberda laat weten dat het rapport ‘volledig onafhankelijk tot stand is gekomen, dat het wetenschappelijk verantwoord is en methodologisch correct’.