Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Arne Brentjes tijdens zijn afscheidssymposium
actueel

Adviseur Arne Brentjes met pensioen: ‘Het risicovermijdende denken vind ik soms echt lastig’

Dirk Wolthekker,
3 mei 2021 - 08:18

Jarenlang werkte wiskundige Arne Brentjes achter de schermen aan de strategie van de UvA. Hij blikt terug op een leven tussen de cijfers en het beleid. ‘Ik heb in alle openheid altijd graag op de achtergrond gewerkt. Ik ben niet iemand voor op de zeepkist.’

U hebt bijna twintig jaar bij de UvA gewerkt waarvan de laatste tien jaar als hoofd strategie en strategisch adviseur van het UvA-bestuur. Wat doet een strategisch adviseur precies?

‘Het woord zegt het al: het geven van strategisch advies. Niet dat ik die term heb willen claimen, anderen kunnen het bestuur ook van strategisch advies dienen, maar ik was er speciaal voor aangesteld, zou je kunnen zeggen. Het betekent dat het UvA-bestuur mij bij belangrijke strategische beleidsonderwerpen en veranderingen betrok: samenwerkingen met externe partijen, het instellingsplan, internationalisering, de koers van de UvA.’

 

Laten we even twee strategische samenwerkingen van de afgelopen twintig jaar doorlopen: de bestuurlijke samenwerking met de HvA en de controversiële samenwerking met de Chinese telecomgigant Huawei. Was het een goede strategie om met de HvA te gaan samenwerken?

‘Dat vind ik eigenlijk nog steeds, als je kijkt naar de kansen en mogelijkheden die het aan beide instellingen bood. Zeker de HvA had er veel profijt van. Die kregen een universitaire organisatiestructuur aangemeten, waar ze veel professioneler van zijn geworden. De UvA profiteerde er misschien minder van, maar laten we eerlijk zijn: de UvA wilde er ook minder profijt van trekken.

Aan de UvA werd door veel mensen neergekeken op het hbo. Maar in de regio Amsterdam vraagt 60 procent van de banen om hoger opgeleiden, dat willen zeggen voor mensen van UvA én HvA, en natuurlijk de VU. Dan zou ik toch zeggen dat je samen iets te doen hebt. Misschien kan iemand nog eens promoveren op het mislukken van die samenwerking.’

‘Bij de Maagdenhuisbezetting was het jammer dat er twee kampen tegenover elkaar kwamen te staan, maar het lijstje met eisen van De Nieuwe Universiteit bestond uit punten waar wel degelijk een verhaal achter zat’

En Huawei?

‘Het UvA-bestuur krijgt daar veel kritiek op, maar de vraag die hier steeds boven hangt is wie die discussie moet voeren en wanneer. Ik denk dat die discussie breed gevoerd moet worden aan het begin van zo’n samenwerking. Wetenschappers hebben een rol om de dialoog gaande te houden ook als men zich in de samenleving of politiek tegen zo’n samenwerking afzet en die vervolgens afkeurt. Het is juist goed dat gedragscodes en ethiek rond wetenschappelijke samenwerkingen volop in discussie zijn.’

 

Volgende UvA-strategie: meer democratie, overigens op voorspraak van de Maagdenhuisbezetters. Is de UvA democratischer dan in 2015?

‘Bij die hele bezetting was het jammer dat er twee kampen tegenover elkaar kwamen te staan, maar het lijstje met eisen van De Nieuwe Universiteit bestond uit punten waar wel degelijk een verhaal achter zat. Kwesties als de verhouding tussen vaste en tijdelijke aanstellingen, de toekomst van de kleine opleidingen, de hoge werkdruk, het gebrek aan democratie. Het waren allemaal reële problemen en zijn dat deels nog steeds. Ik denk dat de UvA inmiddels wat minder top-down is georganiseerd, maar het is nog steeds work in progress.’

 

Er kwam ook een referendum, waarbij werd toegezegd dat er een UvA-charter zou komen, een soort UvA-handvest. Dat is er nooit gekomen.

‘Maar er is wel veel over gepraat. Het praten en het proces om ergens te komen is minstens zo belangrijk en dat is wat we wél hebben gedaan, in het universiteitsforum bijvoorbeeld. De discussie over wat de UvA is, wil zijn en wil uitdragen is er en daar gaat de UvA ook zonder mij mee door hoop ik.’

‘Ik vind internationalisering echt een heel groot goed. Wij leiden mensen op voor een samenleving die steeds diverser en internationaler wordt’

Internationalisering is ook een UvA-strategie. Gaat die discussie de goede kant op?

‘Ik vind internationalisering echt een heel groot goed. Wij leiden mensen op voor een samenleving die steeds diverser en internationaler wordt. De international classroom kan studenten daar heel goed op voorbereiden. Als student heb ik een zomercursus gevolgd aan de Universiteit van Trento in Italië. Daar stak ik veel meer van op dan van alleen de lessen.

Omgaan met je eigen bubbel kan altijd nog, maar op de universiteit moet je open staan voor de ander. Overigens betekent internationalisering ook dat dat je niet alleen Chinezen of Duitsers aantrekt, maar een mix van studenten uit verschillende landen. Helaas verbiedt de wetgever selectie op basis van de gewenste mix in de international classroom.’

 

Is internationalisering niet gewoon een verdienmodel?

‘De verhouding Nederlandse en internationale studenten moet in balans zijn. Dan kan het soms ook een verdienmodel zijn, bijvoorbeeld bij krimpende opleidingen, waar men meer studenten wil aantrekken door een Engelstalig programma aan te bieden. Ik vind dat dit moet kunnen, ook omdat het goed is voor de diversiteit.’

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: Joost Dekkers

Wie is Arne Brentjes eigenlijk?

‘Ik kom gewoon uit Rotterdam en niet uit een buitengewoon elitair gezin of zo. Mijn vader werkte in de herverzekering, mijn moeder kwam uit een winkeliersgezin. Ik kon toch wiskunde gaan studeren, en zo moet het ook. Wat mensen kunnen moet doorslaggevend zijn, niet waar hun wieg heeft gestaan. Volgens de Grondwet is iedereen gelijk, maar in werkelijkheid is dat vaak niet het geval. Daar is echt nog een hoop te verbeteren.’

 

Heeft die houding doorgewerkt in uw werk aan de UvA?

‘Jazeker. Ook als leidinggevende heb ik altijd gekeken naar wat mensen kunnen en naar wat hun competenties zijn. Dan kun je ze ook veel vrijheid en autonomie geven. Ik hoor vaak van anderen dat ik ze de ruimte geef in hun werk. Ik denk dat dat zo is en zo moet je een team in mijn ogen ook laten werken.’

‘Het toenemende denken in protocollen en risicovermijding vind ik af en toe echt lastig’

Dan lijkt het me lastig om in een ambtelijke organisatie te werken waar protocollen en werkprocessen vaststaan.

‘Die ambtelijke reflexen heb ik geregeld meegemaakt, ook bij mijn werk bij de provincie Noord-Holland, waar ik werkte voor ik naar de UvA kwam. “Dit is mijn werk, zo doen we dat en daar moet een ander van af blijven”, die houding. Dan mis je de creativiteit en de kans dat die ander een betere oplossing heeft. Het toenemende denken in protocollen en risicovermijding vind ik af en toe echt lastig. Het maakt soms wel dat een voor de hand liggende oplossing niet wordt bereikt omdat hij niet bereikbaar is langs de gebaande paden. Dat is heel jammer.’

 

U bent altijd adviseur van bestuurders geweest. Hebt u nooit zelf op de bestuurdersstoel willen zitten?

‘Nee, daar heb ik nooit behoefte aan gehad. Ik heb wiskunde gestudeerd en ben daarin gepromoveerd. Dan leer je logisch en analytisch nadenken en argumenteren. Ik ben iemand die, overigens in alle openheid, achter de schermen werkt en niet zelf op de zeepkist staat. Bestuurders maken keuzes, maar mijn rol is die te helpen doordenken.’

 

Ter gelegenheid van uw afscheid vond een minisymposium plaats onder de titel ‘de vleugels van de universiteit’. Waarom die titel?

‘Die titel kun je natuurlijk op allerlei manieren interpreteren, maar wat ik zou willen zeggen is dat de UvA de afgelopen vijftien jaar best een hoogvlieger is geworden. Waar zij vroeger een tamelijk chaotische organisatie was, maakt zij nu van de decentrale autonomie haar kracht, met dank aan voormalig rector magnificus Dymph van den Boom. Die kende maar één woord: kwaliteit, kwaliteit en nog eens kwaliteit. Daarom speelt de UvA nu in de eredivisie. En dan wil je liefst veilig in het linker rijtje staan. Het is zaak om daar te blijven staan.

We hebben de afgelopen paar jaar ook wel wat passen op de plaats gemaakt, bijvoorbeeld als het gaat om studie-uitval en valorisatie. De studie-uitval is hoog gebleven. Voor valorisatie speelt dat wij anders dan bijvoorbeeld Rotterdam geen nabije partner in de engineering hebben. De UvA houdt zich veel bezig met de samenleving, maar kennen wij die zelf goed genoeg? Daar gaat valorisatie ook over.’

 

Hoe laat u de UvA achter?

‘De UvA is een brede universiteit die alle – behalve de technische – disciplines aanbiedt. In de meeste van die disciplines halen we niet de finale, die is weggelegd voor Oxford en Cambridge en dergelijke, maar we doen het wel heel goed in de tienkamp, waarvoor je alles in huis moet hebben op top of subtop niveau. Dat is een heel mooie basis voor een tijd die om meer interdisciplinaire benaderingen vraagt.’