Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
actueel

UvA-hoogleraar: ‘Kiesgerechtigde leeftijd kan naar zestien jaar’

Dirk Wolthekker,
11 maart 2021 - 15:32

Volgende week kan er worden gestemd voor een nieuwe Tweede Kamer. Althans, wie de stemgerechtigde leeftijd van achttien jaar of ouder heeft. Politicoloog en bijzonder hoogleraar op de Joop den Uyl-leerstoel Sarah de Lange vindt dat die leeftijd verlaagd kan worden naar zestien jaar.

Dit draagt bij aan de kwaliteit van de democratie?

‘Jazeker. En dat blijkt ook uit onderzoek in andere landen waar ze de stemgerechtigde leeftijd al naar zestien jaar hebben gebracht: Oostenrijk, Malta en verschillende Zuid-Amerikaanse landen. In die landen heeft verlaging van de stemgerechtigde leeftijd een positief effect gehad op de opkomst van jongeren. Achttien is om verschillende reden een ongunstig moment: je gaat rond die leeftijd vaak het huis uit, je stroomt door naar een nieuwe opleiding, je doet nieuwe vriendschappen op. Als je zestien bent is er meer momentum. Het is eigenlijk het beste moment om politieke socialisatie te voltooien. Jongeren zitten dan nog op school, wonen thuis, je kunt ze beter begeleiden. Dat vergroot de betrokkenheid bij de politiek. Je kunt op die leeftijd het stemmen ook inbedden in het burgerschapsonderwijs dat jongeren dan nog krijgen. De eerste keer dat mensen gaan stemmen creëer je een stemgewoonte. Het is goed om dat bijvoorbeeld ingekaderd binnen een opleiding te laten verlopen.’

Foto: Daniël Rommens
Sarah de Lange

Jonge mensen hebben de toekomst.

‘Dat is inderdaad nog een extra reden om de kiesgerechtigde leeftijd te verlagen. Daardoor hoop je dat de politiek meer rekening gaat houden met de belangen van jongeren. Het is voor hen getalsmatig heel erg moeilijk om op te boksen tegen oudere kiezers, die nu eenmaal met veel meer zijn, terwijl onderwerpen als migratie, Europa, klimaat, onderwerpen zijn die in het bijzonder toekomstige generaties raken en hen daarom ook bezighoudt. Dan is het fair om hen daar ook zelf over te laten meebeslissen.’

 

Uit onderzoek van de Raad voor het Openbaar Bestuur, waar u in zat, blijkt dat hogeropgeleide jongeren meer gebruik maken van hun stemrecht dan lageropgeleide jongeren. Hoe komt dat?

‘Tussen die twee groepen bestaat inderdaad een grote kloof. Het verschil daartussen wordt vooral veroorzaakt door gebrek aan politiek zelfvertrouwen bij lageropgeleide jongeren. Daarmee bedoel ik dat je als kiezer het gevoel moet hebben dat je mee kunt, dat je echt invloed kunt uitoefenen, dat je snapt waar een verkiezing om draait en over gaat. Dat gevoel is bij lageropgeleide jongeren minder aanwezig en dat is extra tragisch omdat bijvoorbeeld op vmbo-scholen minder uren beschikbaar zijn voor lessen burgerschapskunde dan op het vwo.’

Hoe kun je dat verbeteren?

‘Voor deze jongeren is het belangrijk om politiek te verbinden met vraagstukken uit hun directe leefomgeving. Het is niet zo dat zij niet betrokken zouden zijn bij kwesties als het klimaat of immigratie, maar door concrete problemen in bijvoorbeeld hun wijk te verbinden met een groter politiek verhaal, vergroot bij hen de betrokkenheid bij de politiek.’

 

Ik hoor van hogeropgeleide jongeren wel eens dat mensen pas stemrecht zouden moeten krijgen nadat ze een bepaald examen hebben gehaald.

‘Dat hoor ik mijn studenten ook wel eens zeggen, maar zo werkt de democratie natuurlijk helemaal niet. Iedereen heeft het recht om zonder voorwaarden vooraf zijn of haar eigen stem uit te brengen en maakt daarbij zijn of haar eigen afwegingen op basis van partijpolitieke inhoud, leiderschap, campagne et cetera. In een gezonde democratie is het belangrijk dat de politieke opvattingen van iedereen worden gehoord, ook die van ondervertegenwoordigde groepen, zoals bijvoorbeeld jongeren.’

‘De verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd is gewoon een internationale ontwikkeling. Als we het debat hierover niet voeren lopen we straks hopeloos achter’

De gemeente Amsterdam kondigde deze week aan een proef te gaan doen met kiesrecht voor zestien- en zeventienjarigen, al is dat alleen voor de stadsdeelraden en niet voor de Gemeenteraad. Goed plan?

‘Ik denk dat dit een heel goed plan is, maar het feit blijft dat de kiesgerechtigde leeftijd in de Grondwet is vastgelegd op achttien jaar. Die kan alleen worden gewijzigd als daarover twee keer wordt gestemd in het parlement, de tweede keer na een nieuwe verkiezing van de Tweede Kamer en met twee derde meerderheid van stemmen. De Gemeenteraad wordt grondwettelijk gekozen door kiezers vanaf achttien jaar, maar dat geldt voor de deelraden niet, die zijn juridisch anders verankerd en daarom kunnen de deelraadverkiezingen worden opengesteld voor zestien- en zeventienjarigen. Je zou kunnen zeggen dat het begin er is.’

 

Uw plan is dus meer dan een denkoefening?

‘De verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd is gewoon een internationale ontwikkeling. Als we het debat hierover niet voeren lopen we straks hopeloos achter.’

‘Hele progressieve denkers opperen wel eens het idee om ouders een extra stem te geven voor hun niet-kiesgerechtigde kind’

We hebben het steeds gehad over actief kiesrecht, maar hoe staat het met het passief kiesrecht, het recht om gekozen te worden?

‘Als je het actief kiesrecht naar zestien brengt, zou je dat met het passief kiesrecht eigenlijk ook moeten doen. Overigens is dat kiesrecht eigenlijk al progressiever, want je mag je op je zeventiende al kandidaat stellen als je achttien wordt in het eerste jaar nadat je bent verkozen, maar dat komt niet veel voor. Wat mij meer zorgen baart is de algemene afwezigheid van jonge mensen in de Tweede Kamer, hoewel er op de kieslijst nu meer twintigers en dertigers staan dan vier jaar geleden.’

 

Gaan we na zestien verder zakken naar veertien jaar als kiesgerechtigde leeftijd?

‘Dat gaat denk ik echt te ver. Dat komt ook nergens op de wereld voor. Hele progressieve denkers opperen wel eens het idee om ouders een extra stem te geven voor hun niet-kiesgerechtigde kind, zodat ze op die manier alvast kunnen stemmen voor hun toekomst. Maar ik denk dat een verdere verlaging niet realistisch is.’