Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Publiek domein
actueel

UvA-hoogleraar: ‘Duidelijkere plagiaatregels voor wetenschappers’

Dirk Wolthekker,
26 januari 2021 - 09:17

Terwijl ieder paper van studenten door een plagiaatdetectieprogramma wordt gehaald, worden wetenschappers niet systematisch gecontroleerd op plagiaat. Bijzonder hoogleraar bestuurs- en staatsrecht Adrienne de Moor-van Vugt pleit vandaag op een symposium voor duidelijkere regels. ‘Na je proefschrift word je als wetenschapper eigenlijk niet meer systematisch gecontroleerd op plagiaat.’

Anderhalf jaar geleden ontstond veel publieke commotie over de plagiaatbeschuldiging van oud-rector Dymph van den Boom van de UvA, die in haar proefschrift zou hebben geplagieerd en het ook in toespraken niet zo nauw zou hebben genomen met de plagiaatregels.

 

Er kwam een externe onderzoekscommissie die de rector vrijpleitte van plagiaat, al werd wel geconstateerd dat er sprake was van ‘een patroon van tekortkomingen bij bronvermeldingen en slordigheden in de verwijzingen naar het gedachtengoed van anderen’.

 

Het zijn precies van die ‘subjectieve vaagheden’ die bijzonder hoogleraar bestuurs- en staatsrecht Adrienne de Moor-van Vugt graag veranderd zou zien in de regels rond plagiaat van wetenschappers. Ze neemt vandaag deel aan een online symposium over plagiaat in onderwijs en onderzoek en zal pleiten voor ‘gedetailleerde plagiaatregels voor wetenschappers’.

Adrienne de Moor-van Vugt

Hebben we nog geen gedetailleerde plagiaatregels voor wetenschappers?

‘Nee. Dat is het eigenaardige: voor studenten is duidelijk geregeld wat plagiaat is, maar voor wetenschappers eigenlijk niet. Er is een wetenschappelijke gedragscode waar onderzoekers zich aan moeten houden. Daarin staan algemene aanwijzingen over plagiaat, dat je recht moet doen aan andermans werk, dat je zorgvuldig moet verwijzen naar de bronnen en er staan wat best practices in. Samengevat: je mag niet met andermans veren pronken. Dat is eigenlijk niet voldoende om duidelijk te maken wat plagiaat is.’

 

Er zijn toch plagiaatdetectieprogramma’s?

‘Jazeker en die worden ook gebruikt, maar vooral bij studenten. Een promotieonderzoek gaat meestal door zo’n detectieprogramma, maar na de promotie is het afgelopen. Daarna wordt er eigenlijk niet meer systematisch gecontroleerd op plagiaat.’

 

Bij studenten is het beter geregeld?

‘Veel beter! Of liever gezegd: veel duidelijker. Studenten en docenten weten precies waar ze aan toe zijn omdat in de Onderwijs- en Examenregelingen (OER-en) van elke universiteit is geregeld wat plagiaat is en wat je moet doen om te voorkomen dat je daarvan wordt beschuldigd. Zo staat in de Fraude- en Plagiaatregeling voor UvA-studenten heel gedetailleerd en precies hoe en wanneer je aanhalingstekens of een andere vormgeving moet gebruiken om aan te geven dat je citeert, ook al verwijs je goed naar de bron. Zo zijn er nog meer regels. Zulke gedetailleerde aanwijzingen ontbreken in de gedragscode en in de regels voor wetenschappelijke integriteit.’

‘Studenten weten precies wat mag en wat niet. Die duidelijkheid zouden wetenschappers ook moeten hebben’

Maakt u vaak plagiaat door studenten mee?

‘Veel minder vaak dan voorheen. Dat komt ten eerste omdat er veel meer aandacht voor is, waardoor studenten zich er veel beter van bewust zijn. Ten tweede werken plagiaatdetectieprogramma’s preventief. Vroeger moest je als docent heel veel gelezen hebben om er achter te komen. Soms verraadden studenten zich zelf ook wel door een plotselinge stijlbreuk in de tekst van werkstuk of scriptie. Die studenten vallen met het detectieprogramma direct door de mand.’

 

Waarom worden wetenschappers zo weinig gecontroleerd op plagiaat?

‘We gaan altijd uit van de intrinsieke integriteit van de wetenschapper en dat is ook goed, maar door het niet uitvoeren van plagiaatcontroles en door de procedure erom heen kan plagiaat onopgemerkt blijven. Voor wetenschappers geldt bovendien dat het soms pas uit komt als er een officiële klacht wordt ingediend. Aan zo’n klacht zit vaak een element van subjectiviteit.’

 

Het lijkt me helder: er moet een gedetailleerde plagiaatregeling komen voor wetenschappers, vergelijkbaar met de regeling voor studenten.

‘Daar zou ik inderdaad voor pleiten. Studenten weten precies wat mag en wat niet. Die duidelijkheid zouden wetenschappers ook moeten hebben.’