Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sara Kerklaan
actueel

‘Ik word verdrietig van het vooruitzicht dat ik misschien geen “normale” studietijd zal hebben’

Dan Afrifa,
17 december 2020 - 07:53

Eva Overpelt is eerstejaars student Engels en net zoals jij UvA’er van het Jaar. We spreken met haar over een studie starten in een pandemie, en het gemis van echt contact. ‘Soms denk ik dat dit het echt is, en dat het ook nog zo blijft.’

‘Ik begon dit jaar in Engeland. In 2019 was ik al geslaagd voor mijn vwo-examens en tijdens het tussenjaar dat ik nam, bracht ik vijf maanden door aan de andere kant van de Noordzee. Daar was ik ook nog toen corona voor het eerst de kop opstak in Europa, maar net als veel andere Nederlanders was ik nogal sceptisch. Ook ik dacht dat het wel over zou waaien.

 

Eenmaal terug in Nederland besefte ik al gauw dat het menens was. We werden geacht afstand van elkaar te houden, uitgaan kon niet meer en ook de reizen die ik nog op de agenda had staan, kon ik wegstrepen. Ik wilde onder andere met een vriendin door Europa trekken. In de zomer zou ik aan de slag gaan bij een strandtent, maar door alle onzekerheid ben ik blijven werken bij de bakker. Thuis in Castricum volgden mijn broertjes opeens online-onderwijs en dat zag er allemaal saai uit.

‘Ik ging studeren met stiekeme hoop dat het in het tweede semester beter zou zijn’

Opstartproblemen

Dat heeft me er niet van weerhouden te gaan studeren, want ik wist al heel lang dat ik Engels wilde doen. Mijn tussenjaar verlengen zag ik niet zitten, maar ik heb wel even nagedacht over een jaar langer werken in de hoop dat de situatie over een jaar rooskleuriger zou zijn. Ik kreeg echter snel door dat er op de lange termijn weinig zekerheid was. Daarom ben ik toch gaan studeren, met de stiekeme hoop dat het in het tweede semester al beter zou zijn. 

 

Vóór het eerste semester stuitte ik echter al op de nodige obstakels. In de aanloop naar september ontving ik alsmaar geen informatie vanuit de opleiding, terwijl ik wel de matching had doorlopen. Om me heen had ik al gehoord dat de UvA nogal chaotisch kan zijn, dus was ik er al enigszins op voorbereid. Ik nam contact op en vernam dat mijn inschrijving in orde was, maar ondertussen was het 1 september en wist ik nog steeds niet waar ik aan toe was.

 

Een vriend stuurde me toen een Folia-artikel door over een eerstejaarsstudent die ook net met Engels was begonnen. Ik ben haar toen, bijna als een stalker, online gaan opzoeken en stuurde via Instagram een bericht. Zij bleek wél alle mails van de UvA te ontvangen en door haar wist ik dat de introductiedag voor de deur stond. Ik ben maar met haar mee geweest en via haar bleef ik verder op de hoogte. Uiteindelijk kwam ik erachter dat een invulformulier niet bij mij was binnengekomen. Gelukkig is het goed gekomen, want op een gegeven moment dacht ik dat ik maar nog een tussenjaar moest nemen.

Foto: Sara Kerklaan

Op kamers
Na de introdagen ben ik nooit meer fysiek op de UvA geweest, al mijn lessen zijn online. Daardoor heb ik ook niet echt het gevoel dat ik op de universiteit zit. Meestal zit ik ver van Amsterdam op mijn kamer. De hoorcolleges zijn vooraf opgenomen en je bent eigenlijk maar filmpjes terug aan het kijken. Wel heb ik al fysiek afgesproken met andere studenten in mijn werkgroep, en soms plannen we Zoomsessies in. Dan kletsen we bij of maken we opdrachten in elkaars aanwezigheid. Zo voelt het toch alsof je er niet alleen voor staat.

 

Door deze situatie ben ik anders gaan kijken naar op kamers gaan. Eigenlijk was mijn plan om als eerstejaars nog lekker thuis te blijven, en het voorzichtig aan te kijken. De reis van Castricum naar Amsterdam bedraagt maar twintig minuten. Nu ben ik naarstig op zoek naar een kamer. Als ik in Amsterdam woon zal ik meer het gevoel hebben dat ik ook echt studeer in de stad.

 

Het meest mis ik dat je niet omringd bent door medestudenten en dat je veel minder nieuwe mensen ontmoet. Uitgaan en feestjes mis ik natuurlijk ook, maar het grootste gebrek is toch echt niet naar de universiteit kunnen en het dagelijkse ritme dat daardoor ontbreekt.

 

Eén groot nadeel
Toch denk ik dat ik een beetje ben geland op de UvA. Dat voel ik tijdens de werkgroepen. Je ontmoet andere soorten mensen dan op de middelbare school en er is veel meer eigen verantwoordelijkheid. Niemand zit meer achter je aan en je hebt vooral je zelf ermee als je achterblijft. Soms spreek ik af met studiegenoten en dan besef je echt dat je een nieuwe stap hebt gezet. Desalniettemin zie ik weinig voordelen aan deze situatie. Als ik er een moet verzinnen, is het de verminderde reistijd. In een drukke week heb ik zo meer tijd en minder stress. Verder is studeren tijdens corona één groot nadeel.

 

Voor de eerstejaars die dit jaar zijn geslaagd, komt daarbovenop dat zij altijd een stempel op hun hoofd zullen hebben. Zij zullen nog lang aanhoren dat slagen makkelijker was omdat de eindexamens niet doorgingen. Maar de omstandigheden zijn voor iedereen anders, dus zij zijn niet de enigen die zijn gekenmerkt door deze tijd.

‘De omstandigheden zijn voor iedereen anders, dus zij zijn niet de enigen die zijn gekenmerkt door deze tijd’

Hard hopen
Voor 2021 durf ik nog geen plannen maken. Natuurlijk wil ik reizen ondernemen maar die ga ik nog niet uitstippelen. Naar andere doelen zoals op kamers gaan en nieuwe mensen ontmoeten durf ik wel uit te kijken. De situatie verandert echter snel en het is moeilijk te voorspellen waar we over een bepaalde tijd staan. Ik bekijk het daarom per week. Tegelijkertijd word ik verdrietig van het vooruitzicht dat ik misschien geen “normale” studietijd zal hebben. Soms denk ik dat dit het echt is, en dat het ook nog zo blijft. Aan de andere kant wil ik niet veel klagen, we zitten met zijn allen in dit schuitje. Dus blijf ik vooral heel hard hopen.

‘Door alle eentonigheid raak ik het besef van tijd kwijt’

Mijn tip aan de komende generatie eerstejaars is: koop een goede internetkabel! De eerste paar weken of maanden, door alle eentonigheid raak ik het besef van tijd kwijt, had ik heel veel gedoe met mijn wifi. Dat begon al toen we bij de introdagen via Zoom het spel 30 Seconds speelden. Door de vertraging in mijn verbinding was de tijd al voorbij wanneer mijn teamgenoten eindelijk zagen wat ik aan het uitbeelden was. Tijdens het onderwijs stapelden de wifi-problemen zich verder op, soms miste ik hele werkgroepen.

 

Andere keren gaf ik enthousiast antwoord op een vraag, maar dan kon niemand het verstaan en moest ik het antwoord maar uittypen. En medestudenten kregen vaak heel bruikbare feedback wanneer ze hun opdracht via het scherm deelden met de rest, maar mijn verbinding had niet het beste met mijn studiesucces voor. Met een goede wifi-versterker loste ik het uiteindelijk op. Verder zou ik de volgende eerstejaars adviseren om zoveel mogelijk mensen te blijven zien, op een veilige manier en binnen de regels. Anders zit je maar eentonig binnen en raak je nog eenzaam.’