Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Mina Etemad
actueel

‘Bij twee op de drie studies is te weinig personeel om het onderwijs in de beschikbare tijd te geven’

Henk Strikkers,
4 september 2020 - 10:00

Als je het boek 40 stellingen over de wetenschap van UvA-hoogleraar Rens Bod, Remco Breuker (Universiteit Leiden) en Ingrid Robeyns (Universiteit Utrecht) leest, besluipt je het gevoel dat het een wonder is dat er nog een universiteit is. Het boek schetst een weinig rooskleurig beeld van de wetenschap. Een interview met Rens Bod aan de hand van vijf citaten.

‘De overheid is willens en wetens medeverantwoordelijk voor de menselijke schade zoals het verlies aan levensjaren en levenskwaliteit.’

‘Dat klinkt inderdaad als een redelijk extreem citaat, maar het is waar. Op de universiteit wordt op heel veel plekken structureel overgewerkt, jaar in jaar uit. Uit onderzoeken die we in het boek noemen blijkt dat continu en structureel overwerk leidt tot arbeidsgerelateerde gezondheidsklachten en tot een vroegtijdig sterven.

Het Rathenau Instituut noemde de werkdruk in een recent onderzoek ook weer “een aandachtspunt”. In mijn ogen is het een alarmpunt. De overheid moet als eindverantwoordelijke voor het hoger onderwijs ingrijpen. Er moet meer personeel bij. Er zijn de laatste jaren zoveel rompslomptaken bij gekomen, je moet zelf de evaluatie van je vak doen, je moet zelf allerlei ondersteunende taken uitvoeren, waardoor je steeds minder tijd hebt voor onderwijs en onderzoek.’

‘Bij de UvA-studie Nieuwgrieks is maar een paar fte beschikbaar om 3 jaar bacheloronderwijs te geven’

‘De opleiding van studenten is onmogelijk zonder structureel overwerk door wetenschappers.’
‘Dit is eigenlijk ook een geldkwestie. Er is bij 60 tot 70 procent van de opleidingen simpelweg te weinig personeel om al het onderwijs in de beschikbare tijd te geven. Het gaat dan met name om kleine studies, of studies met veel individueel onderwijs, zoals biologie of psychobiologie, waar heel veel practica gegeven worden.

Of neem de UvA-studie Nieuwgrieks. Daar is maar een paar fte beschikbaar om 3 jaar bacheloronderwijs te geven. Dat kan natuurlijk niet. De politiek moet een keuze maken: of we schaffen sommige studies af, of we gaan het onderwijs goed financieren. Zo doorgaan kan niet.

Nu zie je vaak noodgrepen. Ik hoorde laatst dat binnen een academisch ziekenhuis de specialisaties kinderoncologie en geriatrische oncologie maar werden samengevoegd uit geldgebrek. Dat zijn totaal verschillende vakgebieden, maar om alles maar een beetje draaiend te houden wordt dan voor zo’n oplossing gekozen. Een andere noodgreep is om simpelweg heel veel studenten te gaan werven zodat je als opleiding meer geld krijgt. Maar wie zit er nu te wachten op tachtig extra afgestudeerde Korea-experts per jaar als er maar werk is voor zo’n tien Koreanisten per jaar?’

‘Er zijn inmiddels veel wetenschappelijke docenten aan de universiteit die nauwelijks meer onderzoek doen, of die dat in hun vrije tijd moeten doen’

‘Deprofessionalisering en amateurisme moeten leidend zijn bij het bestuur van de universiteit.’

‘Amateurisme is oorspronkelijk afgeleid van het woord voor liefhebber. In veel van onze omringende landen kijken ze me raar aan als ze horen dat sommige van onze universiteiten bestuurd worden door mensen die niet uit de wetenschap afkomstig zijn, of niet eens gepromoveerd zijn.

Natuurlijk is er iets voor te zeggen dat de universiteit een ingewikkelde organisatie is, die om bestuurskwaliteiten vraagt. Maar in België worden rectores bijvoorbeeld gekozen uit hoogleraren, en je kunt moeilijk zeggen dat het in Leuven of in Brussel een puinhoop is. Ik ben ervan overtuigd dat er op universiteiten voldoende begaafde amateurs rondlopen die een universiteit kunnen besturen. Dat zie je aan de UvA nu gelukkig ook: bestuursvoorzitter Geert ten Dam was hiervoor ook hoogleraar. Al hadden wij het nog beter gevonden als we voor haar konden kiezen.’

 

‘Alle wetenschappers hebben recht op bekostiging van voldoende onderzoekstijd uit een vaste voetEen vaste voet is een term uit de financieringssystematiek van het onderwijs. Het betekent dat er geld is, onafhankelijk van variabele factoren zoals het aantal studenten of een gehonoreerde subsidieaanvraag..’

‘Was het maar waar. Op papier is dit wel zo, maar in de praktijk is de eerste geldstroom zover uitgekleed dat het onderwijs parasiteert op de tijd die je hebt voor onderzoek. Universiteiten hebben de laatste decennia, toen er meer studenten bijkwamen, vooral meer geld gekregen voor onderwijs. Daardoor werken er nu veel wetenschappelijke docenten aan de universiteit die nauwelijks meer onderzoek doen, of die dat in hun vrije tijd moeten doen.

Ik ben er niet voor dat er wetenschappelijk personeel aan de UvA werkt dat geen onderzoekstijd heeft. De universiteit bestaat bij de eenheid van onderzoek en onderwijs en iedere academicus zou die twee moeten combineren, ook junior-docenten.’

‘Wetenschappers zijn medeplichtig aan de huidige malaise.’

‘Ik ook, uiteraard. Drie jaar geleden, toen WOinActie opkwam, heb ik besloten om het niet te veel over mezelf te hebben. Ik wil opkomen voor alle wetenschappers. Vooral de jongere docenten hebben het zwaar. Zij zitten op tijdelijke contracten, verdienen niet zoveel omdat ze veelal deeltijd in dienst zijn en hebben vaak geen duidelijk carrièreperspectief.

Wij zijn daar als wetenschappers verantwoordelijk voor geweest. We hadden eerder aan de bel moeten trekken, en moeten zeggen: dit doen we niet langer. Ook al was dat moeilijk, omdat het een glijdende schaal is geweest.

Neem nu de visitatiecommissies. Toen begin jaren negentig de visitatiecommissies werden ingevoerd, werden wij als opleiding bezocht door hoogleraren van vergelijkbare studies en werd er gepraat over hoe we onze studie konden verbeteren. Nu zijn opleidingen maanden bezig met de voorbereiding voor een visitatie, waarbij iedere punt en komma in een tekst wordt bestudeerd.

In het Nederlandse hoger onderwijs, maar ook bijvoorbeeld in de zorg, voeren mensen echter niet vaak actie. Dat komt denk ik door het soort mensen dat er werkt. Wij denken vaak dat we niet mogen klagen omdat we blij moeten zijn dat we in de wetenschap kunnen werken, we denken dat het elders in de samenleving wel erger is, dat we de studenten niet moeten duperen. En dus slikken we het steeds maar weer. Maar de enige reële oplossing is om gezamenlijk in actie te komen.’

 

Rens Bod, Remco Breuker & Ingrid Robeyns, 40 stellingen over de wetenschap: een pamflet, Amsterdam: Uitgeverij Boom 2020.

Lees meer over