Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
actueel

‘In de Albert Heijn heb ik meer kans om besmet te raken dan in de covid-unit’

Irene Schoenmacker,
30 april 2020 - 08:49

Veel geneeskundestudenten moeten wegens de coronacrisis noodgedwongen hun studie staken. Veel van hen hebben daarom de mouwen opgestroopt om te helpen het virus te bestrijden. Vier studenten aan het woord over hun werk en hoe ze met corona omgaan. Vandaag deel 2: ‘We hebben sinds kort een hoogwerker, waarmee familie omhoog gehesen kan worden tot op de verdieping waar de bewoner zit.’

Foto: Sohayla Bendaoud

Sohayla Bendaoud (25) - verpleeghuis Amstelveen

‘Ik spring bij in een verpleeghuis momenteel, en werk op de enige afdeling waar het coronavirus nog niet rondwaart. We proberen natuurlijk het virus zo veel mogelijk buiten de deur te houden. In mijn eerste week dacht ik: dat is onmogelijk, het is wachten tot de eerste patiënt. Maar nu denk ik: als we ons aan de maatregelen houden, moet het te doen zijn.’

 

‘Zo mogen de bewoners nu al een poosje geen bezoek meer ontvangen. Ze zitten nu veel op hun kamer. Het virus kan dus alleen via de zorgmedewerkers binnenkomen. En die volgen als het goed is de strenge voorschriften op: draag bescherming, was je handen en blijf thuis als je ziek bent. Toch gaat de verspreiding op de afdelingen waar het virus al is, hartstikke hard. De zorg is er immers één op één.’

‘Het heeft veel moeite gekost om beschermingsmiddelen te krijgen, dus er wordt ook zuinig met het materiaal omgegaan. Maar alsnog gaat het hard, ook gezien het aantal zorgmedewerkers. Op de afdelingen met corona hebben ze iets meer op voorraad, om te voorkomen dat zorgmedewerkers uitvallen, want er zitten al een flink aantal ziek thuis.’

 

‘Ik vind het heftig om te zien dat onze bewoners nu de hele dag op hun kamer zitten. Ze begrijpen niet altijd goed wat er aan de hand is. Ik begrijp de maatregelen en ze zijn hartstikke nodig, maar soms denk ik ook: God, die mensen zijn al zo oud. Je gunt ze nog een paar goede jaren, en nu zitten ze de hele dag binnen. Het voelt zo krom. Gisteren heb ik een aantal bewoners mee naar buiten genomen, waar een stel muzikanten een optreden gaf. De mensen die lopen konden zo even het terras op en een beetje zon vangen, natuurlijk op veilige afstand van elkaar. Dan zie je ze genieten, mouwen opgestroopt, gezicht naar de zon, meebewegend met de muziek. Mooi.’

‘We hebben sinds kort een hoogwerker, waarmee familie omhoog gehesen kan worden tot op de verdieping waar de bewoner zit’

‘Ook hebben we sinds kort buiten een hoogwerker, waarmee familie omhoog gehesen kan worden tot op de verdieping waar de bewoner zit. Zo kunnen ze dan via het raam naar elkaar zwaaien en een kopje thee drinken. Dat is best spannend, want sommige bewoners wonen op vier hoog. Je ziet de bewoners opleven op zo’n moment. Ook voor de familie is het goed, want die maakt zich natuurlijk ook zorgen.’

 

‘Ik had alleen nog coschappen in het ziekenhuis gedaan, dus deze ervaring heeft me wel een andere kijk op de zorg gegeven. Over het algemeen merk ik dat er heel weinig aandacht is voor de verpleeghuizen, het is echt een ondergeschoven kindje. We zien bijvoorbeeld veel minder vaak een arts op de afdeling. Ze zijn er wel, maar alleen als het dringend is. Als zij uitvallen zijn wij namelijk echt de pineut. We sturen nu dus foto’s van een wond via onze telefoon naar een arts, in plaats van een echt consult. Ik ben niet zo bang voor het virus, het is aandoenlijk om te zien hoe gelukkig de bewoners nog kunnen zijn van kleine dingen, en daar doe ik mijn best dan ook voor.’

Foto: Michelle Ruhe

Michelle Ruhe (25) - covid-unit Amsterdam

'Twee weken geleden is er een speciale corona-unit opgetuigd in Amsterdam. Het is een afdeling die een beetje tussen een ziekenhuis en een verpleeghuis in zit: er komen mensen die herstellende zijn van corona, of die juist niet meer beter worden en zullen overlijden. Het ligt er inmiddels behoorlijk vol. Ik hou me vooral bezig hou met de patiënten die herstellende zijn.’

 

‘Juist omdat deze afdeling een mengelmoesje is, voel ik me er best thuis. Ik zie hier niet de heftige beelden die ik in de media meekrijg: ze zijn aan de beterende hand en niet extreem benauwd. Wel heb ik het idee dat herstel van het coronavirus langer duurt dan bij andere virussen. De patiënten hoesten vrij lang. Maar misschien is het beeld ook vertekend omdat de meeste mensen op de afdeling al wat ouder zijn. Pas als je 24 uur klachtenvrij bent, mag je naar huis. De mensen die niet meer beter worden zijn vaak al over de tachtig. Die zouden ook op een andere manier komen te overlijden, alleen is het nu corona.’

 

‘We werken hier met isolatiemateriaal: schort, bril, handschoenen en mondkapje. Als je binnenkomt ligt deze kleding al klaar, dan moet je door een soort sluis om de afdeling op te kunnen. Je draagt deze bescherming de hele dag. Het voelt best benauwend, zo’n mondkapje bijvoorbeeld is best warm. Dat voorspelt weinig goeds voor de zomer, alhoewel het ook wel weer went.’

‘We zijn elke dag aan het tellen hoeveel mondkapjes er zijn’

‘Op de afdeling is bezoek verboden, we hebben gewoonweg te weinig materiaal. We zijn elke dag aan het tellen hoeveel mondkapjes er zijn. Wel is er de mogelijkheid om te videobellen met het thuisfront, en daar wordt ook veel gebruik van gemaakt. Het is voor die mensen prettig, maar voor het thuisfront misschien nog wel fijner om op deze manier gerustgesteld te worden.’

 

‘Het is mooi om te zien hoe vanuit niets deze hele afdeling plots is opgetuigd. Twee weken geleden bestond het nog niet. Mijn familie en vrienden vinden het wel stoer dat ik dit doe. Ik woon samen met mijn zusje, maar ik had duidelijk gezegd dat ze zich niet al te veel zorgen hoeft te maken. In de Albert Heijn loop ik meer kans om besmet te raken dan op de afdeling, omdat ik zo goed beschermd ben.’