Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Anna Pijning (l) en Aydan Kumcu (r)
actueel

‘Ik heb voor geneeskunde gekozen en voel me verplicht om te helpen’

Irene Schoenmacker,
22 april 2020 - 07:00

Veel geneeskundestudenten moeten wegens de coronacrisis noodgedwongen hun studie staken. Daarom hebben veel van hen de mouwen opgestroopt om te helpen het virus te bestrijden. Vier studenten aan het woord over hun werk en hoe ze met corona omgaan. Vandaag deel 1, volgende week deel 2. ‘Mijn ouders vroegen of ik dit nu wel moest doen. Maar ik wilde graag mijn steentje bijdragen.’

Anna Pijning (27) – verpleegafdeling locatie AMC

‘Ik was bijna klaar, de eindstreep was in zicht, en nu gaat het hele feest niet door. Dat is heel erg balen. Op 13 maart werden de coassistenten naar huis gestuurd en mochten we niets meer. Dat voelde heel gek. De druk op de zorg nam toe en zelf zat ik thuis niks te doen. Mensen zeiden ook: “O, je studeert geneeskunde, je zult het wel druk hebben nu.” Dat was dus niet zo.’

 

‘Vorige week ben ik begonnen met het ondersteunen van de verpleegkundigen op de verpleegafdeling van Amsterdam UMC, locatie AMC. Hier liggen de patiënten die zelf in principe geen covid-19 hebben, alhoewel met enige regelmaat blijkt dat er toch besmetting heeft plaatsgevonden. Die patiënten worden dan overgeplaatst naar de covid-afdeling. Ik doe heel basaal werk: ik leeg po’s, was mensen, veeg billen af. In eerste instantie voelde dat na zes jaar studeren als een stap achteruit, maar tegelijkertijd schaamde ik me voor dat gevoel. Dit is misschien niet het werk waarvoor ik ben opgeleid, maar het is alsnog veel nuttiger dan thuis zitten.’

Foto: Anna Pijning

‘Wat ik van de coronacrisis merk? Een patiënt die hier vorige week lag, blijkt nu positief getest op corona. Ik heb die persoon zelf niet verpleegd, maar de mensen die dat wel deden zijn later zelf ook ziek geworden. Je hoort altijd pas achteraf of die persoon besmet is. Ik weet nu dus nog niet welke patiënten die ik verpleegd heb later symptomatisch zullen worden en wellicht positief testen. Dat houdt me wel bezig, al tref ik dezelfde hygiënemaatregelen die al golden voor de crisis om jezelf te beschermen. Ik zie verder ook geen mensen.’

 

‘We hebben hier op de afdeling niet de bescherming die je op de covid-afdelingen wel hebt. Ik hoorde iemand zeggen dat je misschien wel groter risico loopt tegenwoordig op de gewone afdeling dan op de covid-afdeling, omdat wij geen beschermmiddelen hebben en we niet weten of het virus rondgaat. Natuurlijk proberen we door alle voorzorgsmaatregelen dit risico zo klein mogelijk te houden.’

‘Ik hoorde iemand zeggen dat je misschien wel groter risico loopt op de gewone afdeling dan op de covid-afdeling’

‘Ik krijg, omdat ik geneeskundestudent ben, vanuit mijn omgeving veel vragen of bepaalde zaken nu wel of niet mogen: kan ik wel naar mijn ouders dit weekend? Ik weet het ook niet altijd, ik ben natuurlijk geen viroloog. Er is een groot grijs gebied qua richtlijnen van het RIVM, die voor mij ook niet altijd duidelijk zijn. Ik houd me aan de conservatieve kant, dan zit je in ieder geval veilig.’

 

Aydan Kumcu (26) - Spoedeisende hulp locatie AMC
‘Ik ben zesdejaars geneeskundestudent en bijna klaar met mijn coschappen. Ik was aan mijn laatste keuze-coschap bezig toen de coronacrisis uitbrak. Dus zeven weken voor mijn afstuderen kon ik opeens niet verder. Ik heb me er heel druk over gemaakt, maar me er nu uiteindelijk maar bij neergelegd.’

‘Op de spoedeisende hulp (SEH) locatie AMC was behoefte aan extra mensen, dus heb ik me aangemeld om daar te helpen. Ik ben daar een soort vliegende keep ter ondersteuning van de verpleegkundigen. De SEH is nu opgedeeld in twee gedeeltes, het “schone” gedeelte en het “vieze” gedeelte waar de coronapatiënten liggen. De verpleegkundigen gaan in volledige bescherming de kamers in en er zo min mogelijk uit om materiaal te besparen. Dus: mondkapje voor, spatbril op en een jas aan. Nu is het protocol om zoveel mogelijk te besparen.’

 

‘Daarom zijn wij er ook: de verpleegkundigen zwaaien bij de deur en wij geven de benodigde spullen aan, zoals buisjes om bloed af te nemen. Zo hoeven ze niet steeds de kamer in en uit en zich om te kleden. Verpleegkundigen dragen nu vier uur lang hun mondkapje in plaats van steeds een nieuwe te gebruiken. Dus ook op de plekken waar geen patiënten zijn. De spatbrillen zijn persoonlijk en de jassen worden tegenwoordig gerecycled. We hebben tot nu toe genoeg spullen, maar we moeten doseren.’

 

‘Ik kom niet direct in aanraking met de coronapatiënten, maar vang natuurlijk wel dingen op in de wandelgangen. Sommige mensen zijn heel benauwd, dat is pittig om te horen. Of ik er erg van schrik? Niet zo, ik ben al zes jaar aan het studeren en heb in die tijd veel zieke mensen gezien. Maar als ik de cijfers hoor, wat er nodig is geweest om goede zorg te kunnen blijven bieden en dat de ic-capaciteit is verdubbeld, dan vind ik dat wel zorgwekkend.’

‘Mijn ouders vroegen of ik dit nu wel moest doen’

‘De druk is inmiddels wel afgenomen op de afdeling. Niet alleen omdat het aantal patienten met corona gelukkig daalt, maar ook omdat de normale zorg minder is. Nu sportwedstrijden niet doorgaan, krijg je ook geen sportblessures meer op de eerste hulp. Ook andere acute zorg, zoals herseninfarcten en hartaanvallen, zijn verrassend genoeg minder. Dat kan komen doordat mensen minder last van stress hebben door de quarantaine, of doordat ze zorg vermijden. Dat laatste zou erg zorgwekkend zijn.’

 

‘Mijn ouders vroegen of ik dit nu wel moest doen. Maar ik wilde graag mijn steentje bijdragen. Dat betekent ook dat ik de komende weken niet bij ze op bezoek kan komen. Ze willen geen onnodige risico’s nemen. Ze vinden het spannender dan ik: ik ben zelf jong en niet zo bang corona op te lopen. Wel om het aan andere mensen te geven. Ik heb voor dit beroep gekozen, dus voel me verplicht mijn deel te doen: iemand moet toch voor die mensen zorgen.’