Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sophie Buizert
actueel

Als puber had student David een hekel aan lezen, nu schrijft hij romans

Dan Afrifa,
8 april 2020 - 09:26

Deze week verscheen Victor, de debuutroman van psychologiestudent David Steenmeijer (23) over een provinciejongen die zich tijdens zijn studie in Amsterdam onderdompelt in de dancescene. Ook een verhaal over de verhouding met vrouwen, jaloezie, seks en drugs ontkomt echter niet aan de coronacrisis. ‘Ik dacht dat literatuur oubollig en stoffig was.’

‘Direct, fris, ontwapenend. Een meeslepend debuut van een jonge hond die nog lang niet is uitverteld.’ Dat vindt bestsellerauteur Peter Buwalda van Steenmeijers werk. We treffen de jonge Nijmeegse schrijver – kind aan huis in Amsterdamse clubs als De School, Shelter en Bret – thuis achter zijn laptop. Het afblazen van zijn boekpresentatie is een hard gelag, maar de gezondheid van zijn ouders wilde hij zeker niet op het spel zetten.

Foto: Jan Willem Steenmeijer
David Steenmeijer

De publicatie van je debuut had je vast anders voorgesteld.
‘Het voelt inderdaad best raar. Voor donderdag 9 april stond er een boekpresentatie voor zo’n honderd man op de planning, in een cultureel centrum in Nijmegen dat vrienden van mij beheren. Het zou een boeklancering, kunstexpositie en feest ineen zijn, maar helaas hebben we het uit moeten stellen. We mikken nu op de zomermaanden, mits het momentum er nog is.’

 

Je groeide op in een belezen gezin, maar van boeken moest je weinig hebben?
‘Mijn vader is hoogleraar Spaans aan de Radboud Universiteit en hij heeft verschillende non-fictie titels geschreven, onder meer over popmuziek. Mijn moeder is journalist en vroeger doceerde ze Spaans aan de Hogenschool van Arnhem en Nijmegen. Er was altijd literatuur in huis en zo raakte mijn zus besmet met het leesvirus, maar ondanks verwoede pogingen van mijn ouders was ik meer van het skateboarden en voetballen. Ik herinner me dat ik met verjaardagen en Sinterklaas altijd wel een boek cadeau kreeg en dan was ik nogal op mijn teentjes getrapt.’

‘Met verjaardagen en Sinterklaas kreeg ik boeken cadeau en dan was ik nogal op mijn teentjes getrapt’

En dit veranderde toen je zelf begon te schrijven?
‘Vier jaar geleden verscheen Naamloos van Pepijn Lanen van De Jeugd van Tegenwoordig. Omdat ik fan was, gaf ik de roman een kans. Tijdens het lezen besefte ik voor het eerst dat boeken ook verhalen bevatten met onderwerpen die mij interesseren, ik dacht dat literatuur per definitie oubollig en stoffig was. Na meer gelezen te hebben, pakte ik zelf de pen op.’

 

Zijn er schrijvers waar je naar opkijkt ondanks je korte leesleven?
‘Phillip Huff schrijft mooie verhalen en ook ben ik groot fan van Joost Zwagerman. Ik zou niet direct zeggen dat Peter Buwalda mijn schrijfstijl heeft beïnvloed, maar ik beschouw hem wel als de stijlkoning van Nederland. Uitgerekend hij sprak onlangs vol lof over Victor.’

Foto: Sophie Buizert

Wat was je inspiratie voor Victor?
‘Ik vermoed dat de meeste jonge schrijvers op hun twaalfde al volop met hun neus in de boeken zaten. Als niet-lezend kind hield ik nooit rekening met een toekomst als schrijver. Rond mijn zestiende ruilde ik de kroegen in voor de clubcultuur en dancefeesten; een intrigerende wereld die maar mondjesmaat werd beschreven in de literatuur. Wanneer ik wel een boek erover vond, ging het vaak over commerciële dancemuziek en het extravagante nachtleven van Las Vegas. Ik herkende mezelf niet in die boeken, het was alsof mijn generatie niet over dit nachtleven schreef en ik besloot maar zelf de stoute schoenen aan te trekken. De wereld die mij lief was werd het decor voor Victor.’


Victor is een boek door een student, over een student en voor studenten.

‘Ik ben een redelijk goed gemotiveerde student maar om me heen zie ik dat het anders kan lopen; wél de vrijheid van op kamers gaan omarmen maar niet gelukkig zijn in de studie. Die voortslepende verveling die ermee gepaard gaat, wilde ik onderzoeken omdat het afweek van mijn ervaring. En over het dancedecor van Victor: misschien spreek ik vanuit een bubbel, maar volgens mij behoort de dancewereld tot de prominentste uitgaansculturen onder studenten en jongeren. De groei van het Amsterdam Dance Event en het grote aantal dancefeesten an sich zegt eigenlijk genoeg. Waarom wordt die wereld dan zo weinig gerepresenteerd in de literatuur?’

‘Waarom wordt de populaire dancewereld zo weinig gerepresenteerd in de literatuur?’

In zijn Boekenweekessay van 2020 stelt Özcan Akyol dat het ‘pretentieuze geouwehoer’ van jonge schrijvers het potentiële leespubliek afschrikt.
‘Als voormalig niet-lezer was ik het roerend eens over de jonge schrijvers die het jonge publiek niet weten te bereiken. “Eus” schrijft over de “grachtengordelschrijvers” die vooral met hun eigen schrijverswereld bezig zijn. Iedereen mag natuurlijk over alles schrijven, maar in deze tijden van ontlezing kan je er gif op innemen dat er geen haan kraait naar verhalen over schrijvers, zij staan eerder bekend als oubollig en zeikerig dan als spannende helden. Naar mijn smaak was het essay wel iets te aanvallend, hoewel dat helemaal past in het thema van Rebellen en Dwarsdenkers. Door de uitgaanscultuur centraal te stellen, hoop ik jongeren te laten zien dat literatuur aansprekend kan zijn en kan aansluiten op hun eigen levens, eigenlijk wat mijn ouders niet lukte bij mij.’

 

Ga jij je vader achterna of zien we nog veel romans van jouw hand tegemoet?
‘Het liefst wil ik én schrijven én het psychologische werkveld in. Dat is volgens mij ook het gezondst. In “quarantaine” ben ik bezig met mijn tweede roman en ik heb ook al ideeën voor non-fictieboeken, maar ik heb niet de ambitie om alleen schrijver te zijn. De kans dat je kan leven van louter het schrijven is niet zo groot. Daarnaast loert het gevaar dat je dan alleen maar inspiratie hebt over schrijven, en voor je het weet eindig je als het onderwerp van het Boekenweekessay.’

 

Het boek Victor van David Steenmeijer is uitgegeven bij de Wereldbibliotheek. Het boek kost 20 euro. Hier lees je het eerste hoofdstuk.

Lees meer over