Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sara Kerklaan
actueel

De stilteruimtes op de UvA zorgen opnieuw voor rumoer

Dan Afrifa,
31 januari 2020 - 08:20
Betreft
Deel op

Nog niet zolang geleden bracht het stilteruimtedebat de betrokkenen op hun achterste poten: zonder stilteruimtes zou de Universiteit van Amsterdam niet inclusief genoeg zijn en mét zou het volgens anderen zijn seculiere karakter verloochenen. Folia zocht uit hoe het anno 2020 gesteld is met de contemplation rooms.

Na overleg, bezettingen en opiniestukken van vóór- en tegenstanders kreeg de UvA met ingang van 1 april 2016, verdeeld over de verschillende campussen, vijf zogeheten stilteruimtes. Op het Roeterseilandcampus konden studenten en medewerkers terecht in C.1.09. Een jaar later maakten de verbindingswerkzaamheden tussen de gebouwen B en C een ‘tijdelijke’ verhuizing naar het gebouw J/K noodzakelijk.

 

Zoals de stilteruimte zijn prominente plek nooit herkreeg, zo verloor het zijn plaats in de schijnwerpers. Dat kwam voor sommigen niet als een verrassing. Tijdens het georganiseerde stilteruimtedebat in 2015 voorspelde UvA-docent antropologie Oskar Verkaaik al dat er minder om het onderwerp te doen zou zijn als de ruimte er eenmaal was.

Op de vensterbank
B.93 bevindt zich op de begane grond van het gebouw J/K, tegenover de trappen richting de kantine. Zo vlak na de woensdagse lunchpauze verschuilt de stilteruimte zich achter de openstaande tussendeur van de gang. Na binnenkomst levert een druk op de lichtschakelaar drie flikkerende tl-lampen op, waarvan één daadwerkelijk aan blijft. Dat is genoeg licht om de verschillende groentinten van de wanden te onderscheiden, en de rode hoekbank op te merken die tegenover de grijze staat. De voetstappen op de gang maken dat het niet écht stil wordt.

Foto: Sara Kerklaan
(Gebeds-)kleedjes op de vensterbank in de stilteruimte

Op mij na zijn er geen bezoekers. Alleen wat voorwerpen op de vensterbank onder de gesloten lamellen herinneren aan de ophef van vier jaar geleden: opgevouwen (gebeds-)kleedjes en een Khimar, een hoofddoek die ook het bovenlichaam bedekt, opgeborgen in een buidelzakje, zoals fietsers hun poncho wegstoppen bij mooi weer. Na een minuut of vijf zit mijn eerste bezoek aan de stilteruimte erop.

 

Tolerantie
De eerstvolgende maandagochtend spreek ik Lela Mosemghvdlishvili (docent Politics, Psychology, Law & Economics) bij de koffieapparaten in het gebouw J/K. Voor haar is de stilteruimte een safe space waar ze wegkomt van het drukke bestaan aan de universiteit. ‘Een collega raadde me de stilteruimte aan. Dagelijks neem ik er veertig minuten voor mijn meditatie, een non-sektarische boeddhistische vorm. Ik ben opgegroeid met de Georgisch-Orthodoxe kerk, maar ik ben niet praktiserend.’

 

Het stilteruimtedebat woedde vóór Mosemghvdlishvili’s dienstverband aan de UvA en ze kan zich weinig voorstellen van de kritieken. ‘Ik denk dat de tegenstanders zich niet probeerden in te leven in de mensen die wél de behoefte hadden aan zo’n ruimte. Contemplatie kan religieus zijn, daar is niets mis mee, maar het is meer dan dat. Het is tot jezelf komen. Maar dat zou je zelf eens moeten ervaren.’

‘Het enige wat mij stoort is het getik op de toetsenborden wanneer er mensen zijn die de ruimte als een werkplek gebruiken,’ vervolgt Mosemghvdlishvili terwijl we richting de stilteruimte lopen. ‘Dat verpest de stilte. Alsof iemand voor het koffieapparaat staat en anderen niet laat inschenken.’

 

Bij mijn tweede keer in B.93 zijn Mosemghvdlishvili en ik de enige aanwezigen. In een gesprek van enkele minuten nemen we de huisregels door die in het Nederlands en het Engels op de muur staan. ‘Niemand mag zich de ruimte toe-eigenen, al zou ik hem wat leuker willen inrichten,’ zegt Mosemghvdlishvili lachend. ‘Ik heb altijd een meditatiebankje mee, maar ik hang geen poster op en zet geen beeldjes neer.’ Ze pakt het bankje erbij en neemt met haar gezicht richting de muur plaats. ‘Er is een soort stilteruimtegemeenschap ontstaan, gebaseerd op respect en tolerantie in stilte. Eens gebruikte ik het kleedje dat van de jongen die na mij binnenkwam bleek te zijn. Zonder iets te zeggen wachtte hij tot ik klaar was om er vervolgens zelf op te bidden. Mooi toch?’

 

(Lees verder onder de foto)

De vier initiatiefnemers van de bezetting voor een stilteruimte op de REC in 2015, v.l.n.r.: Yoren Lausberg, Moataz Rageb, Tijmen de Vos en Iris Kooreman

De volgende dag spreek ik geschiedenisstudent Rijk van Beek (20). Aan de telefoon vanuit Sarajevo vertelt hij dat hij voor zijn indruk weleens tijd doorbracht in een stilteruimte, aangezien hij op de middelbare school zat ten tijde van het stilteruimtedebat. ‘Naar mijn beleving wordt er in het P.C. Hoofthuis amper gebruikt gemaakt van de stilteruimte. De drempel ligt hoog omdat je eerst de sleutel bij de portier moet ophalen. Het is niet dat ik wil dat de ruimtes weggaan, maar het komt erop neer dat we gebedsruimtes hebben en daarmee doet de UvA zijn seculiere achtergrond tekort. Op de universiteit dicht ik religie alleen in een droge academische context een rol toe. Bovendien vind je in Amsterdam op elke straathoek een religieuze instelling, je hoeft niet op bedevaart om aan je spirituele behoeftes te voldoen.’

 

Fijner inrichten

Johannes von Engelhardt is de collega die Mosemghvdlishvili wees op de stilteruimte. Via de e-mail vertelt hij waarom: ‘Voor meditatie heb ik een paar keer gebruik gemaakt van de ruimte en ik vond het toen heel fijn dat er zo'n voorziening bestond op de campus, al is het nu geen erg inspirerende plek. Voor studenten en medewerkers vind ik de ruimte belangrijk en ik zou het toejuichen als er vanuit de UvA wat aandacht wordt besteedt aan een meer uitnodigende inrichting.

 

Het toeval wil dat de Centrale Studentenraad (CSR) zich in een recente vergadering boog over de stilteruimtes. Bij navraag blijkt dat de CSR de mening van Mosemghvdlishvili en von Engelhardt deelt. Voorzitter Pjotr van der Jagt: ‘De huidige inrichting van de stilteruimtes doet denken aan ziekenhuiswachtkamers, afstotend in plaats van uitnodigend.’

‘De stilteruimtes zijn niet toegankelijk en slecht vindbaar. Zo moet bijvoorbeeld de ruimte van het PC Hoofthuis het doen zonder ramen’

Maya Moreno is binnen de Centrale Studentenraad verantwoordelijk voor dit dossier. ‘Studentenplatform Amsterdam United bracht de klachten onder onze aandacht: de stilteruimtes zijn niet toegankelijk, slecht vindbaar en de stilteruimte van het P.C. Hoofthuis moet het bijvoorbeeld doen zonder ramen. Daarom deden we samen met het Bureau Communicatie van UvA een peiling onder de ruim twintigduizend instagramvolgers van de UvA. Sommigen zagen graag planten in de ruimtes verschijnen en anderen beter meubilair. In totaal ontvingen we zo’n twintig bruikbare tips en nu zijn we daarmee naar Facility Services gegaan. Ondertussen vernamen we dat de verhuizing van een stilteruimte twee jaar kan duren, maar we willen in ieder geval verbeteringen in gang te zetten.’  

 

Na vier jaar is er nog genoeg te doen om de stilteruimtes, al lijken ze wel ingeburgerd in de UvA. Op het advies van Mosemghvdlishvili neem ik voor de derde keer binnen een week mijn vertrek in B.93. Ditmaal daadwerkelijk voor contemplation, gelukkig is de ruimte weer leeg. Een halfuur bezinning levert één inzicht op: moge het ooit stil worden op de gang.

Lees meer over