Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Bente Maria Hilken & Privéarchief Gijs van der Sanden
actueel

‘Mensen denken vaak dat de begrafenis het einde is, maar dan begint het pas’

Maureen Blankestijn,
5 februari 2020 - 10:52

Nooit meer in het weekend naar je ouders of even bellen voor advies. Weinig mensen weten hoe ze ermee om moeten gaan als ze als jongvolwassene hun ouders verliezen. Ameline Ansu (32) en Gijs van der Sanden (33) verloren beiden hun ouders. ‘Met een simpele “hoe gaat het met je?” sla je eigenlijk nooit de plank mis.’

Ameline Ansu was 23 en 27 toen eerst haar moeder en later ook haar vader overleed. Ze schreef hierover het boek Van harte gecondoleerd, waarin ze niet alleen haar eigen verhaal deelt, maar ook dat van twintig anderen die hun ouder(s) als jongvolwassenen verloren. Dinsdag 18 februari presenteert ze haar boek in de Balie, waar ook journalist en oud-UvA-student Gijs van der Sanden zal spreken over rouw bij jongeren.  Hij verloor op negentienjarige leeftijd zijn vader en vier jaar later ook zijn moeder. Zijn boek over rouw komt dit najaar uit.

Foto: Bente Maria Hilkens
Ameline Ansu

Ameline kwam op het idee om een boek te schrijven, toen ze na het overlijden van haar ouders merkte dat deze invalshoek nog miste. ‘Een, voor zover dat kan, luchtig boek dat zich richt op het verlies van je ouder of ouders in de adolescente fase van je leven was er gewoon nog niet. Je bent al wel volwassen, maar je leunt nog heel erg op je ouders. Ik koos er dan ook voor om slechts mensen te spreken die hun ouder of ouders waren verloren omdat dit een enorme impact heeft op de gezinsstructuur en je verantwoordelijkheid. Ik moest toen mijn moeder net was overleden haar huis verkopen, terwijl ik nog nooit een huis had gekocht. Toen wilde ik juist haar advies, maar zij was er niet meer.’

 

Ook Gijs voelde de nadelige kant van een uitzondering zijn. ‘Wat ik miste vlak na het overlijden van mijn ouders, vooral toen mijn moeder overleed en ik ineens helemaal geen ouders meer had, was het totale gebrek aan referenties. Niemand in mijn omgeving had hetzelfde meegemaakt. Daarbij komt ook dat je studententijd een periode van zelfontplooiing en plezier maken is. Rouwen is nooit leuk, maar staat wel héél haaks op die levensfase.’

Boekcover Van harte gecondoleerd

‘Ik wilde geen handleiding schrijven,’ zegt Ameline over haar boek. ‘Iedereen maakt iets anders mee en gaat daar anders mee om. Er is dus ook niet één juiste manier om met het verlies van je ouder of ouders om te gaan.’ Wel ontdekte ze tijdens het schrijven dat er een paar grote lijnen waren. ‘Mensen denken vaak dat de begrafenis het einde is, maar dan begint het pas.’ In haar boek komen meerdere voorbeelden aan bod waarin de omgeving het verlies bagatelliseert of negeert. Ze schrijft: ‘Als uitgangspunt zou ik omstanders willen meegeven dat een nabestaande het je niet in dank zal afnemen als je de omvang van het verdriet of de gebeurtenis ontkent.’

 

‘Kerst moet wel héél moeilijk voor je zijn’

Andersom vond Gijs de aanname dat hij het heel moeilijk had, ook lastig. ‘Dan zeiden mensen “Kerst moet wel héél moeilijk voor je zijn.” Ik kreeg dan de neiging om me groter voor te doen dan ik eigenlijk was. Terwijl als je gewoon vraagt hoe kerst voor me is zonder ouders, dan kan ik zeggen dat ik het eigenlijk heel zwaar heb. Met een simpele “hoe gaat het met je?” sla je eigenlijk nooit de plank mis.’

 

Als onderwijsinstelling heeft de UvA een zekere verantwoordelijkheid over het welzijn van haar studenten, vinden ze. Ameline ziet deze verantwoordelijkheid vooral vertaald in de vorm van een protocol dat wijdverspreid en bekend moet zijn onder docenten. ‘De docenten zijn vaak de eersten en soms de enigen die het kunnen signaleren als het niet goed gaat met een student. Een protocol is belangrijk zodat als docenten iets opmerken, ze ook weten wat ze ermee moeten.’

Foto: Privéarchief Gijs van der Sanden

Voor Gijs is laagdrempeligheid heel belangrijk. ‘Op aanraden van mijn studieadviseur ben ik na het overlijden van mijn moeder naar een rouwgroep van de UvA gegaan, maar dat was een lastige stap om te zetten. Toen ik mijn vader had verloren had ik nog helemaal geen behoefte om in een kringetje te gaan zitten met “lotgenoten”. Maar toen ook mijn moeder overleed was het zo groot dat ik wist dat ik er echt iets mee moest doen.’ Als laagdrempelige optie ziet hij een soort rouwcafé voor zich. ‘Een plek waar je gewoon een borrel kunt drinken met leeftijdsgenoten, want rouwen is niet leuk maar je bent ook nog steeds jong en je wil helemaal geen zielenpiet zijn.’

 

Een messteek en een glasscherf

Met zowel Gijs als Ameline gaat het naar eigen zeggen goed. ‘De eerste zes maanden na het overlijden van mijn moeder was een periode van acute rouw, die zich niet liet verdoven. Studeren lukte toen ook absoluut niet,’ zegt Gijs. ‘Nu gaat het goed met me. Ik mis mijn ouders nog altijd en het verdriet blijft maar het ontwikkelt zich wel. Daarbij heb ik het geluk dat schrijven mijn beroep is. Een groot deel van de verwerking vindt plaats tijdens het schrijfproces. Vroeger durfde ik er nog niet over te schrijven omdat ik niet bekend wilde staan als die jongen zonder ouders of als die jongen die alleen nog maar over rouw wil praten.’

 

Ook Ameline voelt nog altijd pijn om het verlies van haar ouders. ‘Mijn moeder blijft mijn moeder en mijn vader blijft mijn vader en dus zal ik ze altijd blijven missen. Bijvoorbeeld bij de lancering van mijn boek zijn mijn ouders de mensen die ik het liefste in het publiek zou willen hebben. Ik zeg vaak dat het eerst voelde als een messteek recht in m’n hart en nu nog als een glasscherf in mijn voet waar een pleister van een vriend of vriendin vaak al voldoet.’

Heb je iemand verloren en behoefte aan hier met anderen over te praten? De UvA organiseert meermaals per jaar een lotgenotengroep voor rouwverwerking en NEWConnective organiseert eens in de twee maanden een rouwcafé met 24 februari als eerstvolgende datum.