Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Dirk Gillissen (UvA)
actueel

UvA-stadshistoricus Tim Verlaan: ‘Red culturele vrijplaatsen in de stad’

Sanne Mariani,
6 januari 2020 - 12:00

Dankzij actiegroepen ontstonden vanaf de jaren zestig culturele vrijplaatsen zoals Paradiso. Maar die vrijplaatsen zijn aan het verdwijnen uit Amsterdam, zegt stadshistoricus en docent Tim Verlaan (35). ‘Die vrije sociale omgeving – en niet de architectuur – is wat Amsterdam uniek maakt.’

Waarom is het erg dat die vrijplaatsen verdwijnen?

‘Stedelijke sociale bewegingen hadden vaak ideeën die nu normaal zijn, maar in de jaren zestig en zeventig revolutionair waren. Dat waren ideeën als auto’s uit het centrum weren, fietsen delen, meer groen in de stad. Die vrije sociale omgeving – en niet de architectuur – is wat Amsterdam uniek maakt. Mooie grachten heb je ook in Venetië. Als we niet opletten gaat Amsterdam op Londen en New York lijken: steden die louter nog dienen om in te wonen en te werken. In een stad zou wonen, werken, studeren en cultuur genieten dwars door elkaar heen moeten lopen. Daarom is clustering zo gevaarlijk. De UvA was tot de verkoop van het Bungehuis, het Kunsthistorisch Instituut en andere binnenstedelijke locaties in kleinere onderdelen georganiseerd. Als de UvA een Universiteitskwartier bouwt in de binnenstad krijg je een tegenovergesteld effect. Hoe groter de instelling, hoe minder interactie met de buurt.’

‘De studenten die Amsterdam in de jaren 60 en 70 redden van de ondergang, kunnen Amsterdam nu niet meer betalen’

Heeft dit gevolgen, voor de student die woont in Amsterdam?

‘De stad en de universiteit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar dezelfde studenten die Amsterdam in de jaren zestig en zeventig hebben gered van de ondergang, kunnen Amsterdam nu niet meer betalen. Doordat ze niet meer in de stad kunnen wonen verdwijnt de roltrapfunctie die een stad heeft: door op die plek te ontplooien en te netwerken, bouw je ook een basis om er later in te werken. De stad wordt nu steeds meer het speelterrein van de hogere middenklasse en de toerist. Door toerisme worden culturele vrijplaatsen slachtoffer van hun eigen succes. Intieme feestjes maken plaats voor grote evenementen of festivals. Het Amsterdam Dance Event is daar een goed voorbeeld van.’

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: Tim Verlaan
Beeld van de rave die Claartje Rasterhoff en Tim Verlaan organiseerden

In december probeerden jullie eigenhandig een culturele vrijplaats te maken door een rave te organiseren in de fietsenkelder van het Bushuis. Waarom?

‘We wilden in de sfeer blijven van ons thema. Mijn collega Claartje Rasterhoff en ik geven beide vakken over de geschiedenis van nachtleven en uitgaansculturen. Raves ontstonden in de late jaren tachtig als uitingen van subculturen die georganiseerd werden in donkere loodsen en gingen gepaard met een imago van een zekere mysterie en geheimzinnigheid. Veel eerder, in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, was al verzet ontstaan tegen de sloop van gebouwen in de Nieuwmarktbuurt en de Jordaan. Het neveneffect van die protestcultuur waren kraakmanifestaties. Het was hun manier om het recht op de stad terug te eisen. Die kraakbeweging kwam toen bijna tegelijk op in alle grote West-Europese steden. Mooie oude panden zijn bewaard gebleven en dat heeft nu bijgedragen aan de populariteit van de binnenstad. Paradiso, Melkweg, en later de OT301 en de Vondelbunker: het waren allemaal plekken die leegstonden. Dankzij krakers kregen zij een nieuwe functie: een functie die moeilijk uit te drukken is in geld, maar sociaal-cultureel gezien zijn ze van levensbelang voor een stad. Maar, waren er in 1985 nog 124 vrijplaatsen, in 2014 waren dat er nog maar 24. Bovendien verplaatsen ze steeds meer naar de rafelranden van de stad.’

‘Vanuit de gemeente bestaat ook de wil om meer culturele vrijplaatsen te stichten, maar dat zij de oplossing aandraagt lijkt paradoxaal’

Zijn de tijden van illegale raves en de kraakbeweging niet gewoon voorbij?

‘Amsterdam zit inderdaad niet meer aan de grond zoals in de jaren zestig en zeventig. Toen was verval het gevaar, nu is dat de populariteit van de stad. Maar, door regelgeving kan je dit wel beïnvloeden. Laat mensen een huis kopen en er ook in wónen, niet alleen in investeren. Dan ontstaat er binding met de buurt, meer sociale cohesie. Vanuit de gemeente bestaat ook de wil om meer culturele vrijplaatsen te stichten, maar dat zij de oplossing aandraagt lijkt paradoxaal. Om als overheid en markt krakers en kunstenaars meer ruimte geven moet je richtlijnen stellen, terwijl juist door dat gebrek aan regels de culturele plekken zich manifesteerden. Maar, ook in de jaren zeventig hadden stedelijke sociale bewegingen invloed op de politiek. De gemeente ging minder kantoren bouwen, minder auto’s toelaten in het centrum en zorgen dat mensen die net in Amsterdam woonden ook wilden blijven. Er was aandacht voor leefbaarheid en een herontdekking van de oude stad. Nu ken je vaak je eigen huisbaas niet eens meer.’

 

Dit artikel is op maandag 6 januari aangepast. In een eerdere versie stond foutief dat de Melkweg door de kraakbeweging een culturele vrijplaats is geworden.