Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Teska Overbeeke
actueel

Aantal vrouwelijke hoogleraren stijgt naar 23,1 procent

Sterre van der Hee,
12 december 2019 - 17:01
Betreft
Deel op

De stijging van het percentage vrouwelijke hoogleraren in Nederland was nog nooit zo hoog als vorig jaar: 2,2 procentpunt. Daarmee komt het aantal vrouwelijke hoogleraren op 23,1 procent, zo blijkt uit de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2019 van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH). Vrouwelijke hoogleraren krijgen daarnaast nog altijd minder betaald. 

De groei van het percentage vrouwelijke hoogleraren is ten opzichte van 2017 toegenomen met 2,2 procentpunt – het hoogst gemeten groeipercentage sinds de start van het bijhouden van universitaire personeelsdata in 1998. Daarmee staat het percentage vrouwelijke hoogleraren nu op 23,1 procent. Volgens het LNVH is de stijging (net als vorig jaar) te verklaren door de Westerdijk Talent Impuls van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, waardoor in een jaar tijd honderd leerstoelen aan vrouwen beschikbaar zijn gesteld. 

Vrouwelijke hoogleraren hebben gemiddeld een grotere contractomvang (0,87 fte) dan mannen (0,83 fte)

Leeggevist 

Aan het eind van 2018 waren 3.350 hoogleraren werkzaam aan Nederlandse universiteiten. Daarvan waren er 2.605 man en 745 vrouw. Het aantal vrouwelijke hoogleraren is aan vrijwel alle universiteiten gestegen, met uitzondering van Wageningen University, waar het percentage licht daalt. De koplopers zijn de Open Universiteit (34,7 procent), de Universiteit Leiden (29,7 procent), Maastricht University (29,7 procent) en de Radboud Universiteit Nijmegen (29,3 procent). De Erasmus Universiteit Rotterdam scoort het laagst met 14,5 procent vrouwelijke hoogleraren, maar rapporteert daarentegen hogere percentages vrouwelijke promovendi en docenten. Bij de Maastricht University steeg het aantal vrouwelijke hoogleraren het snelst (5,2 procentpunt). 

 

Van alle afgestudeerden is meer dan de helft vrouw (53,9 procent). Bij promovendi is dat slechts 32 procent, bij universitair docenten 41,8 procent. Ook onder universitair hoofddocenten zijn mannen in de meerderheid: 28,4 procent van hen is vrouw. Mogelijk komt dit door het versneld omhoogbrengen van het aantal vrouwelijke hoogleraren waarmee de poel van vrouwelijke universitair hoofddocenten wordt ‘leeggevist’. Het LNVH roept universiteiten dan ook op te kijken naar de doorstroom van universitair docent (ud) naar hoofddocent (uhd). 

 

Contract

Vrouwelijke hoogleraren hebben gemiddeld een grotere contractomvang (0,87 fte) dan mannen (0,83 fte). Vrouwen krijgen daarentegen systematisch minder betaald dan mannelijke collega’s: het aandeel vrouwelijke hoogleraren in lagere schalen is toegenomen van 73 procent naar 76,1 procent. In de hoogste salarisschalen ziet het LNVH een daling van 2 procentpunt bij vrouwen en een daling van 0,4 procentpunt bij mannen. 
 

Het percentage vrouwelijke hoogleraren aan universitair medisch centra (umc’s) staat op 24,9 procent. Koploper is het VUmc met 29,7 procent vrouwelijke hoogleraren. In Colleges van Bestuur is 40,5 procent vrouw (een stijging van 6,4 procent ten opzichte van vorig jaar), in Raden van Toezicht is dat 38,6 procent (stijging van 0,9 procent). 
 
Overigens wordt pas in 2042 evenredigheid tussen mannelijke en vrouwelijke hoogleraren verwacht, zo berekende de club.

Lees meer over