Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Teska Overbeeke
actueel

‘We moeten niet alleen kijken naar wat OCW ons toeschuift, maar ook hoe we beter kunnen samenwerken’

Dirk Wolthekker,
15 oktober 2019 - 14:09

Peter van Tienderen staat bijna drie jaar aan het hoofd van de bètafaculteit en is dus ruim over de helft van zijn termijn. Hoe staat de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica er voor, nu de bètafusie met de VU definitief tot het verleden behoort? ‘Het is helemaal niet zo gemakkelijk om vrouwelijke hoogleraren te krijgen. De paar vrouwen die beschikbaar zijn, kunnen overal terecht.’

Na al die ‘harde bèta’–decanen kregen we bijna drie jaar geleden een bioloog aan de top van de faculteit. Heeft dat tot een andere cultuur geleid?

‘Er heerst hier nu wel een andere sfeer dan drie jaar geleden, maar dat heeft niet te maken met mijn bioloog-zijn, maar vooral met het feit dat we in rustiger vaarwater zijn gekomen na de moeilijke periode in de UvA-VU-samenwerking. Het klopt wel dat hier meestal decanen aan het hoofd staan uit de complexe natuurkundige hoek. Het stelt mij altijd gerust dat fysici ook niet altijd begrijpen wat hun collega’s doen, dus misschien is het niet erg als een bioloog dat ook niet doet.’

 

U bent bioloog en – naast decaan – ook hoogleraar experimentele plantensystematiek. Geeft u nog college?

‘Ja, daar kom ik nu zelfs net vandaan. Ik geef nog een paar uur colleges bij de bacheloropleiding Future Planet Studies, waar ik kwesties behandel als de koolstofcyclus en de betekenis daarvan voor planten en dieren. Ik behandel daarbij ook de fotosynthese, een proces waarbij lichtenergie wordt gebruikt om koolstofdioxide om te zetten in koolhydraten, zoals glucose. Ik vind het geven van zulke colleges heel inspirerend en haal er veel energie uit.’

Foto: Dirk Gillissen
Peter van Tienderen

Positieve energie lijkt me wel belangrijk op een faculteit die jarenlang in de fusiemalaise zat: de bètafusie met de VU liep uit op een drama, want de medezeggenschap ging niet akkoord. Het zorgde voor jarenlange strijd aan de faculteit.

‘Ik begon in januari 2017 inderdaad met mijn decanaat op een moeilijk moment, zeker voor de informatici die naar de Zuidas zouden vertrekken en de natuurkundigen die allemaal naar Science Park zouden komen. Die waren toch zwaar getroffen dat dit niet doorging. De nasleep van de mislukte huisvestingsplannen heeft veel energie gekost, maar we hebben de bakens inmiddels verzet en volgens mij hangt hier nu een positieve sfeer.’

 

Licht eens toe.

‘Ondanks het feit dat de fusie niet doorging heb ik wel het gevoel dat er een brede consensus is over samenwerking, althans waar dat kan. De bachelors natuur- en sterrenkunde en scheikunde bieden we bijvoorbeeld samen met de VU aan. Dat twee instellingen gezamenlijk die opleidingen aanbieden heeft een positieve invloed op zowel de opleidingen als op het onderzoek in beide instellingen.’

 

Er staan geen verhuizingen naar de Zuidas meer op de agenda?

‘Nee, er staan geen verhuisbewegingen in die richting meer gepland.’

 

Hoe staat de FNWI er voor?

‘Ik ben heel tevreden momenteel. Het heeft veel tijd gekost om de bakens te verzetten en een positieve sfeer te creëren, maar dat is gelukt. Financieel staan we er goed voor. De conceptbegroting voor volgend jaar heeft een positief resultaat, we bieden studies aan waarvoor veel animo is, we gaan volgend jaar een nieuw pand bouwen voor onderwijs en onderzoek en ons onderwijs is volop in ontwikkeling. Artificial Intelligence staat veel in de belangstelling met nu vier universiteitshoogleraren op dat vakgebied. Samen met een aantal andere universiteiten is er net een NWO-subsidie van 19 miljoen binnengesleept voor een onderzoek naar Hybrid Intelligence. De VU is daarvan penvoerder, maar als UvA doen we natuurlijk mee.’

 

Maar twee weken geleden ging het mis met een prestigieuze onderzoeksaanvraag bij NWO.

‘Ja, een aanvraag van de European Horizon Telescope (EHT) ging mis. Het is het project dat eerder voor de eerste foto van een zwart gat zorgde, een internationaal project waarbij ook UvA-astronomen betrokken zijn. Die aanvraag is inderdaad niet gehonoreerd. Het schrijven en indienen van een onderzoeksvoorstel is veel werk en zo’n voorstel gaat langs allerlei beoordelingscommissies. Het is een hele competitieve wereld, waarin ook afvallers zijn. Sterrenkunde werd deze keer getroffen, de volgende keer een ander onderzoeksgebied. Maar het blijft natuurlijk teleurstellend voor de onderzoekers die zo veel tijd in de onderzoeksaanvraag hebben gestoken.’

‘We zijn helemaal niet van plan om alle opleidingen in het Engels aan te bieden’

Voor uw functie kon drie jaar geleden geen vrouw worden gevonden. De bètafaculteit is en blijft een mannenbolwerk.

‘Er zijn inderdaad nog veel meer mannen dan vrouwen in de wetenschappelijke staf, maar het is minder extreem dan een aantal jaren geleden. Dat zie je ook terug in het aantal vrouwelijke studenten en daar moet het mee beginnen. Het aantal vrouwelijke studenten groeit gestaag en bedraagt nu rond 41 procent, bachelor en master bij elkaar opgeteld. Volgens de laatste tellingen hebben we in 2019 negen vrouwelijke hoogleraren tegenover één in 2012, en 11 vrouwelijke bijzonder hoogleraren. Nog veel te weinig ten opzichte van het aantal mannelijke hoogleraren, maar het is helemaal niet zo gemakkelijk daarin op korte termijn verandering te brengen. De paar vrouwen die beschikbaar zijn kunnen overal terecht, ze hebben keus te over. Daarom is de instroom van getalenteerde vrouwelijke studenten heel belangrijk en hebben we MacGillavry Fellowships voor vrouwelijk toptalent. Van de zes fellowships die nu van start gaan, willen we dat uiteindelijk een flink deel doorstroomt naar een hoogleraarsfunctie.’

 

Over het aantal studenten gesproken: uw faculteit is de afgelopen jaren gegroeid als kool. Ik heb even geteld: 6500 nu tegenover 4800 in 2012. Waar laat u die?

‘Goede vraag. Dat is inderdaad niet eenvoudig. We hebben te weinig ruimte, ook al hebben we de afgelopen jaren binnen het huidige pand al extra onderwijsruimte gecreëerd en verder huren we extra ruimte op andere plekken op Science Park. Maar dat gaat veranderen. Momenteel loopt de aanbesteding voor twee grote panden hier op Science Park, waarvan één, Lab42 met een “smart” profiel, uitsluitend voor onderzoek- en onderwijsdoeleinden voor de informatiewetenschappen, inclusief artificial intelligence. Het gaat om twee collegezalen, één voor 240 studenten en één voor 150. Daarnaast ruimten voor werkgroepen en studieplekken. Het tweede pand dat hier zal worden gebouwd is het Matrix-1 pand, een verzamelgebouw voor bedrijven met een “groen” profiel dat wordt gebouwd door Matrix Innovation Centre, waar we een lab rond duurzaamheid willen opzetten.’

 

Is dat voldoende om eventuele verdere groei van het aantal studenten op te vangen?

‘Dat hoop ik, maar zeker is dat niet. We kunnen op het terrein zelf nog wel wat ruimte maken door bestaande locaties te renoveren, er zijn geen plannen om er nog meer bij te bouwen.’

 

Dus komt er een stop op de verdere groei van het aantal studenten?

‘Groei op zich is geen doel. Wel willen we dat al onze opleidingen voldoende studenten aantrekken. Ook willen we meer bieden voor technologisch geïnteresseerde studenten, mede omdat daar een tekort aan is.’

 

De verengelsing van de Nederlandse universiteiten gaat in rap tempo door. Hoe lang duurt het nog voordat jullie alle opleidingen alleen in het Engels aanbieden?

‘Dat zijn we helemaal niet van plan, tenzij er inhoudelijke redenen voor zijn. Al onze elf bacheloropleidingen zijn in het Nederlands en we zijn van plan daar gewoon mee door te gaan, al wordt er tijdens de bachelor ook gewerkt aan het opbouwen van Engelse taalvaardigheid, want een deel van de bachelors kun je in het buitenland volgen en de masters zijn wel in het Engels.’

‘Ik pleit voor meer samenwerking in teams zodat je onderling afspraken kunt maken wie wat wanneer doet’

Overal op de UvA wordt geklaagd over werkdruk. Wat doet uw faculteit daartegen?

‘Je kunt er niet alles aan doen, maar wel wat. Er moet eigenlijk veel minder geregeld worden door procedures van bovenaf. We hebben nu bijvoorbeeld de instellingsaccreditatie gekregen, maar ik had gehoopt dat andere evaluatieprocessen en -procedures daarmee zouden vervallen; dat is niet gebeurd. Gevolg: meer werkdruk. Aan de andere kant: wetenschappers werken vaak erg individualistisch, ik pleit voor meer samenwerking in teams zodat je onderling afspraken kunt maken wie wat wanneer doet. Werkdruk groeit door een gebrek aan vrijheid in de planning van taken. Ik bevorder dus dat medewerkers flexibel kunnen bepalen wanneer ze hun taken uitvoeren.’

 

De minister wil dat er meer geld gaat naar de bèta’s ten kost van de alfa’s. Gefeliciteerd!

‘Ik weet niet of dat een felicitatie waard is, want zolang er over de hele linie niet meer geld beschikbaar komt, is er altijd iemand de sigaar. De koek moet niet alleen anders worden verdeeld, maar ook groter worden. Daarvoor moeten we niet alleen kijken naar wat het ministerie van OCW ons toeschuift, maar ook naar hoe we beter kunnen samenwerken met andere universiteiten en faculteiten, waardoor we meer middelen tot onze beschikking krijgen.’