Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Martijn van de Griendt (Folia)
actueel

Rinnooy Kan pleit bij afscheid voor academicibelasting

Dirk Wolthekker,
11 oktober 2019 - 16:50

Universiteitshoogleraar Alexander Rinnooy Kan gaat met emeritaat en heeft vanmiddag afscheid genomen van de UvA. In zijn afscheidscollege pleitte hij voor het opnieuw op de agenda zetten van een academicibelasting, waarmee studenten na hun studie een beurs terugbetalen. Ook zei hij te hopen dat de mathematische besliskunde zijn herintrede doet aan de UvA.

In zijn afscheidscollege ‘Betrokkenheid als opgave’ heeft scheidend universiteitshoogleraar economie en bedrijfskunde Alexander Rinnooy Kan vanmiddag in de Aula van de UvA een pleidooi gehouden voor het opnieuw op de agenda zetten van de zogenoemde academicibelasting waarmee studenten een verstrekte studiebeurs (deels) terugbetalen. Het is een al eerder geopperd idee – van onder meer GroenLinks – om studeren betaalbaar te houden.

 

Rinnooy Kan deed het voorstel toen hij sprak over het Angelsaksische (lees: Amerikaanse) hoger onderwijsstelsel dat leidt tot ‘torenhoge studieschulden’. ‘Wat mij betreft verdient de academicibelasting, een paar procentpunten hoger toptarief voor afgestudeerde academici, een herkansing; dan belanden de materiële lasten in elk geval op precies dezelfde schouders als de materiële lusten,’ aldus Rinnooy Kan.

‘Nederlandse universiteiten hebben hun internationale onderzoeksreputatie aanzienlijk versterkt en hun nationale onderwijstaak voortreffelijk volbracht, in ruil voor een gestaag dalende overheidsvergoeding per student’

Het Amerikaanse model is echter ook een model waarvan wij, in Nederland en in Europa, iets kunnen opsteken, want in sommige opzichten zijn Amerikaanse universiteiten ‘een blijvend succesverhaal’, zei Rinnooy Kan. ‘Het is het verhaal van de ruime publieke onderzoeksfinanciering van wat later belangrijke private innovaties zullen worden; van internationale topuniversiteiten, die de allerbeste studenten trekken uit de hele wereld; van regionale community colleges, die kennis aandragen voor het lokale bedrijfsleven; en van de Amerikaanse combinatie van streng selecterende graduate schools met de brede liberal arts-opleidingen, die in Nederland vooralsnog zijn voorbehouden aan de University Colleges. Van een tenure track-systematiek die jong talent een heldere route biedt naar een bereikbare vaste aanstelling, en van de materiële prikkels voor onderzoekers om academische innovaties naar de markt te brengen.’

 

Differentiatie universiteit-hogeschool

Rinnooy Kan blikte ook terug op zijn academische carrière elders: hij was in de jaren tachtig als rector magnificus verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. In die tijd schreef hij met een aantal coauteurs een brochure met de titel Naar een ondernemende universiteit. ‘Het was een pleidooi voor een universiteit die zou durven zich scherp te profileren, een universiteit die zich zowel publiek als privaat zou kunnen en willen financieren, en een universiteit die de vrijheid zou hebben om zijn studenten te selecteren en daarmee extra aan zich te binden.’ Maar hoe lastig is dat gebleken? Rinnooy Kan: ‘In de tussenliggende jaren hebben de Nederlandse universiteiten hun internationale onderzoeksreputatie aanzienlijk versterkt en hun nationale onderwijstaak voortreffelijk volbracht, in ruil voor een gestaag dalende overheidsvergoeding per student. Dat is een knappe prestatie.’

‘De Nederlandse universiteiten kunnen interessanter verschillen van elkaar in hun onderwijs- en onderzoeksrol dan zij doen’

Het huidige stelsel is volgens Rinnooy Kan toe ‘aan herbezinning en heroverweging’. Eigenlijk is het dat al lang: in 2010 pleitte hij er al voor in het advies Differentiatie in drievoud, een pleidooi voor een gevarieerder universitair landschap. Vanmiddag zei hij, terugkijkend op dat advies: ‘Met alle respect voor de geleverde universitaire prestaties, zouden de Nederlandse instellingen interessanter kunnen verschillen van elkaar in hun onderwijs- en onderzoeksrol dan zij doen, en zo ook passend ruimte laten aan de hogescholen die op onderzoeksterrein een eigen plek zoeken. Het advies werd toen verrassend goed ontvangen, maar bijna tien jaar later heeft het nog maar een beperkt vervolg gekregen.’

 

Mathematische besliskunde

Rinnooy Kan gaf, zoals het hoort in een afscheidsrede, ook zijn visie op het vakgebied waarin hij zelf is gespecialiseerd: de econometrie en de wiskunde, waarin hij in 1976 aan de UvA promoveerde. ‘Vandaag de dag levert de beschikbaarheid van onvoorstelbaar grote gegevensbestanden nieuwe uitdagingen op voor de besliskunde en andere wiskundige specialismen die gegevens omzetten in informatie en besluitvorming. De evidente kracht van de nieuwe data science leidt tot lastige technische en ethische dilemma’s over de neveneffecten daarvan, waarbij vrees over vertrouwelijkheid en hoge verwachtingen over vooruitgang vechten om voorrang.’

 

Volgens de scheidende professor is de UvA ‘bij uitstek’ gepositioneerd om bij deze revolutie voorop te lopen. ‘De UvA gaf daarvan al blijk door de verzameling van universiteitshoogleraren te willen uitbreiden met vier benoemingen in de kunstmatige intelligentie. De mathematische besliskunde heeft – al dan niet onder de nieuwe naam van business analytics – de data science veel te bieden. Ik koester dan ook de stille hoop om de complete herintrede van dit vakgebied aan deze universiteit nog net mee te mogen maken. Juist nu onze nationale productiviteitsgroei tot ieders schrik ernstig lijkt te stagneren kan de mathematische besliskunde Nederland, net als vlak na de oorlog, weer mee helpen aan de hoogste arbeidsproductiviteit ter wereld.’